Christelijke hogeschool SW jaar 1 blok 3
Mens en recht 10e druk H1,2,7,8,9,10,15.
Met deze overzichtelijke samenvatting haal je, net als ik een mooi cijfer voor je toets recht.
H1
Waarom is er recht
- conflicten voorkomen (door duidelijke afspraken)
- verschillende belangen. (Verkoper, klant).
- verschillende verwachtingen (neusoperatie)
Rechtsregels
In rechtsregels staat beschreven wat de wijze is waarop rechtsregels gehandhaafd kunnen worden. Er wordt geen
definitie gegeven. Er staat alleen: biedt goede zorg aan. Er staat niet bij wat goede zorg is. Dat moet de rechter
interpreteren, hij zoekt uit hoe goede zorg er in de praktijk uitziet. Zo ontstaat er ook nieuw recht, (jurisprudentie).
Ze zijn vastgelegd in rechtsbronnen. De regels zijn gebaseerd op normen en waarden die als algemeen gelden in de
samenleving. In regels worden ook de rechten en plichten van overheid en burger geregeld.
Waar zorgt het recht voor
1. Doelmatige ordening
het ordent de samenleving. (Verkeersregels zorgen dat het geen chaos wordt).
2. Spelregels (waar je je aan moet houden)
- regels tussen individuen onderling (het stuurt gedrag)
- regels voor het handelen van de overheid.
Recht en rechtvaardigheid
Het recht is gericht op rechtvaardigheid.
- terechte straf
- zwakkere bescheren
In de praktijk is het niet altijd rechtvaardig (het is dus niet synoniem aan elkaar.
Dat komt door:
- niet iedereen is op de hoogte van zijn rechten en plichten.
- spanningsveld verschillende belangen
- verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen (wanneer iemand meer kennis heeft, haalt hij eerder
gelijk.
Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn de vindplaats van het recht.
Rechtsbronnen:
1. Wet- en regelgeving
2. Jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen
Wetten
Wetten bevatten rechtsregels. Ze zijn vastgesteld door de overheid (hoogste wetgever).
Rechtsbron wet= regelgeving en wetten.
Lagere bestuursorganen. (Heet geen wet, maar regeling)
- ministers (ministeriële regeling)
- provinciale staten
- gemeenteraad
,Verordening= regeling van provinciale staten of gemeenteraad.
(Overheid) Staten der generaal
Centrale volksvertegenwoordiging. Eerste en tweede kamer
kabinet
ministers
hoogste wetgever
Regering en staten generaal samen
Regering = ministers plus koning
Wetten kunnen ook worden vastgesteld door lagere bestuursorganen (het heten dan geen wet maar regeling).
Wetten komen pas tot stand wanneer de regering en de statengeneraal (hoogste wetgever) met het voorstel
instemmen. Alleen dan worden ze als wet aangeduid in het wetboek.
Koninklijk besluit
regeling met de naam koninklijk besluit (KB) is gemaakt door alleen de regering (het is dan geen wet). Het heet dan
algemene maatregel van bestuur (AMvB). (Regeling)
Wetsartikelen
Wetsartikelen zijn genummerde bepalingen. Het kan bestaan uit meerdere leden. (Het is een artikel, zie het als
hoofdstuk aanduiding). De titel van de wet word afgekort. BW= burgerlijk wetboek.
Bijvoorbeeld in de goede volgorde:
- burgerlijk wetboek
- jeugdwet
- gemeentewet
lid 1: ouderlijk gezag, plicht en recht van ouder van minderjarig kind.
Lid 2: wat wordt onder verzorging en opvoeden verstaan.
Hoe staat het genoteerd
art. 1:247 lid 1 BW
boek: artikel lid
Lid= nummer alinea van het artikel.
Wettenbundel
Een wettenbundel is een verzameling officiële wetten, door een uitgever gesorteerd en een boek van gemaakt.
Grondwet
Grondwet is de hoogste wet in Nederland. Hierin staan de grondrechten.
1. Rechtsregel bestaat uit
regelingen en wetten nationaal en van de EU.
EU stelt vorderingen en richtlijnen op.
Vordering van EU zijn gemeenschapsvorderingen (regelgeving). Ze zijn hoger dan de grondwet.
,2. Jurisprudentie (ongeschreven recht)
Rechters beslissen hoe regelgeving wordt toegepast op individuele situaties. De rechter interpreteert regels en
formuleert de uitkomst daarvan. Wanneer antwoorden niet kunnen worden gevonden gaat dat via jurisprudentie.
(Soort zaak of het niveau van recht spreken bepaald de naam van de uitkomst)
(ECLI) Uitkomst heet: uitspraak, vonnis of arrest.
Arrest door de hoge raad der Nederlanden (de hoogste rechter).
Elke uitspraak heeft een uniek nummer en bevat de letters ECLI.
Rechtersrecht: nieuw recht gevorm door rechters.
(Omdat ze moeten kijken hoe het er in de praktijk uitziet, het kunnen ongeschreven regels zijn).
Bij jurisprudentie mag de rechter van de wet afwijken. Dat kan wanneer hij zelf de norm moet bepalen, omdat het
niet duidelijk is of wanneer het in de maatschappij wel al zo geld, maar nog niet in de wet beschreven staat.
3. Gewoonte (ongeschreven)
De regels van het gewoonte recht staan niet ergens opgetekend, maar ontstaan in de loop der tijd door het gebruik
ervan in algemene kring (het komt weinig voor).
Een gewoonte die in strijd is met we wet kan nooit als gewoonten recht worden aangenomen. (Plassen tegen een
boom gaat in tegen andere wetten en is verboden, dat zal dan ook nooit worden toegestaan).
4. Verdragen
Afspraken tussen twee of meer staten die zijn vastgelegd op schift. Ze gelden voor staten die partij akkoord zijn
gegaan met het verdrag.
Geratificeerd= akkoord gaan met verdrag.
Directe werking
Bepalingen in verdragen hebben een directe werking. Iedereen kan zich er op beroepen, ook al staan ze niet in de
nationale wetten (lagere regelgeving) van het land.
Dwingend/ semi dingend recht
bij partijen met een rechtsbeschikking (juridische relatie) kunnen dwingende rechten en plichten hebben. Daar mag
niet van worden afgeweken. Semi dwingend recht (semi betekend half) krijgen de partijen de mogelijkheid om Ten
gunste van de andere partij af te wijken.
Aanvullend recht
wanneer specifieke afspraken ontbreken ga je over op aanvullend recht. Wanneer partijen zelf niks hebben geregeld
in bijvoorbeeld een contract, dan geld de wet. (wanneer je niks regelt ben je bijvoorbeeld onder gemeenschap van
goederen getrouwd).
Overeenkomsten
semi dwingend en aanvullend recht gaan meestal over overeenkomsten.
In het overeenkomst wet mogen partijen zelf de inhoud bepalen. De wet vult aan als er afspraken ontbreken.
Overheid wil beschermen
Dan legt het dwingend recht op. Dwingend recht staat vaak aangeduid als:
- is nietig: het beding bestaat niet (voorwaarden)
- moet
- verplicht
Rechtskracht
De rechtskracht van een regel hangt af van welk orgaan het afkomstig is.
In hoge wetgeving niet alles in detail geregeld. De details worden overgelaten aan lagere regelgeving. (Bijvoorbeeld
de WMO, gemeentelijke). De gemeente mag regelen hoe hij bv extra bijdragen vraagt en hoe hoog dat gaat zijn.
Objectief recht (regel voor iedereen)
het geld voor iedereen (het bevat rechten plichten die zijn vastgelegd)
recht op rechtsbijstand is objectief (dat wil niet per se zeggen dat je er ook recht op hebt).
Subjectief recht (voor een individu) (afgeleid van objectieve rechten)
per situatie kijken of het daadwerkelijk nodig is. Het is een recht maar het betekend niet dat iedereen het krijgt, er
zijn regels aan verboden.
Een objectief recht kan worden toegekend aan een individu, dan is het subjectief. Subjectieve rechten kunnen
worden afgedwongen bij de rechter. Zonder subjectief recht kan er van gelijk krijgen geen spraken zijn.
- je kan er aanspraak of doen of je kan het krijgen.
- boeten (verplicht betalen)
- uitkering (je kan het krijgen)
Grondrechten
Meest elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu.
Het vormt het fundament voor een menswaardige samenleving.
Klassieke grondrechten (bescherming tegen de overheid)
Burger wordt beschermd tegen de overheid door klassieke grondrechten.
De overheid mag er niet tegen ingaan, mits de wet haar geen toegang verleent. Als de wet het toestaat mag het wel.
(Bij krachtens van de wet).
De overheid mag alleen ingaan tegen klassieke grondrechten wanneer het wettelijk gegrond is. Daarover oordeelt de
rechter, hij kijkt of de inbreuk rechtsmatig is. Is het in overeenstemming met de wet is dan de vraag?
Burgemeester mag ingrijpen en een protest verbieden wanneer de veiligheid in het geding komt. Dan is het wettelijk
gegrond om het recht op protesteren te niet te doen.
Eerbieding op persoonlijke levens sfeer, iedereen recht op privacy. Maar wat als iemand gevaar voor zichzelf is? Dan
mag de overheid ingrijpen.
vrijheid van mening (wat als iemand de ander bedreigd, dan nog goed? Wettelijk gegrond, dan mag overheid
ingrijpen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angelinaspaans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.