100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Methodologie Kwantitatief Onderzoek $7.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Methodologie Kwantitatief Onderzoek

1 review
 108 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Methodologie Kwantitatief Onderzoek van de lessen en lesstof.

Preview 4 out of 70  pages

  • September 19, 2022
  • 70
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: evaelbers1 • 1 year ago

avatar-seller
Methodologie Kwantitatief onderzoek

ALGEMEEN OVERZICHT DESIGNS




Switch/cross over designs: op een gegeven moment de interventiegroep de controle geven en de controlegroep de
interventie te geven.

,Bijeenkomst 1: Architectuur van Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek
- De student kan een aantal (tenminste drie) bronnen van kennis benoemen.
Ervaring, wetenschappelijke kennis. Kennis op basis van ervaring, intuïtie, traditie.

- De student kan de kwaliteitseisen benoemen en toelichten die worden gesteld aan wetenschappelijke kennis.
Kwaliteitseisen:

 Intersubjectiviteit: dat de kennis die de ene onderzoeker vindt gelijk is aan de andere, er kan dan gezegd
worden dat de resultaten van het onderzoek onafhankelijk zijn van de onderzoeker en er sprake is van
intersubjectieve geldigheid.
 Controleerbaarheid: dat de wetenschappelijke kennis die door een onderzoeker is verzameld door een
andere onderzoeker op juistheid gecontroleerd kan worden. De onderzoeker moet zich verantwoorden voor
de wijze waarop hij aan de onderzoeksgegevens is gekomen. De uitspraken moeten toetsbaar zijn.
 Verantwoording: het verantwoorden van de resultaten van hun onderzoek en de wijze waarop zij tot deze
resultaten zijn gekomen. Zij komen aan deze plicht tot verantwoording tegemoet via een (openbaar) verslag
van het onderzoek. Daarin proberen onderzoekers zo goed mogelijk te verantwoorden – van de vraagstelling
tot en met de resultaten – hoe het onderzoek is opgezet en uitgevoerd, welke keuzen ze hebben gemaakt
en wat de sterke en zwakke kanten van het onderzoek zijn geweest.
 Precisie: het duidelijk moet zijn waarop de resultaten van wetenschappelijk onderzoek betrekking hebben.
Een wetenschappelijke uitspraak moet nauwkeurig geformuleerd worden, zodat er geen misverstand kan
bestaan over de inhoud en de reikwijdte van de begrippen van de betreffende uitspraak.

- De student kan aangeven hoe kennis zich ontwikkelt.
De methodologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de ontwikkeling en vervolmaking van methoden en
technieken van wetenschappelijk onderzoek, zodat kennis van een hoog kwaliteitsgehalte geproduceerd kan
worden.

- De student kan wetenschap, wetenschappelijk onderzoek en klinisch epidemiologisch onderzoek definiëren.
- De student kan de fasen van het onderzoeksproces benoemen en toelichten.
Onderzoeksproces: de onderzoeker zoekt volgens een bepaalde methodische systematiek naar antwoorden op van
tevoren gestelde vragen.
Het onderzoeksproces is een cyclisch proces.
Fasen:




Meestal wordt het onderzoeksproces niet in vier, maar in vijf fasen opgedeeld
1. probleemformulering en vraagstelling;
2. ontwerp en planning;
3. verzameling van onderzoeksgegevens;
4. verwerking en analyse van onderzoeksgegevens;
5. rapportage.

Probleemstelling en vraagstelling
De probleemstelling van een onderzoek verwijst meestal naar een afgebakende onderzoeksvraag afgeleid van een
theoretisch of praktisch probleem. De afbakening van een onderzoeksvraag wordt voor een belangrijk deel door het
doel van het onderzoek ingegeven. Een goede vraagstelling moet zo precies mogelijk geformuleerd zijn, zodat er
geen misverstanden kunnen ontstaan over wat er bedoeld wordt. De afbakening van een vraagtelling heeft veelal te
maken met de aan- of afwezigheid van voldoende faciliteiten (geld, tijd).

Wetenschappelijke uitspraken, zoals een vraagstelling of een hypothese, bevatten over het algemeen drie
elementen.

,1. Analyse-eenheid of onderzoekspopulatie: hetgeen waar het onderzoek betrekking op heeft
2. Variabelen. Elke uitspraak bevat één of meer variabelen. Een variabele is een eigenschap van een analyse-
eenheid, zoals leeftijd, geslacht, intelligentie, inkomen of eenzaamheid. Bij twee of meer variabelen wordt
onderscheid gemaakt tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen. De uitspraak luidt bijvoorbeeld: ‘Rokers
hebben meer kans op longkanker dan niet-rokers.’ In deze uitspraak is roken de onafhankelijke variabele (oorzaak)
en longkanker de afhankelijke variabele (gevolg).
3. Waarden/scores. Elke variabele kent een waarde of score

Ontwerp en planning
Een onderzoeksdesign (ontwerp voor het onderzoek), met daarin:
• wat voor onderzoek hij gaat uitvoeren (soort onderzoek)
- Fundamenteel versus praktijkgericht onderzoek: fundamenteel onderzoek is vooral gericht op het ontwikkelen of
toetsen van theorieën. Een nadeel van fundamenteel onderzoek is dat het in de meeste gevallen nog te weinig
concreet is om praktisch te worden toegepast.
Bij praktijkgericht onderzoek staat vooral het vinden van een oplossing van praktijkproblemen centraal, het
menselijk handelen verbeteren/veranderen. Een nadeel van praktijkgericht onderzoek is dat het situatiespecifiek is.
De resultaten zijn meestal alleen geldig voor een specifieke situatie of populatie van een specifieke afdeling,
instelling of organisatie.

- Kwantitatief versus kwalitatief onderzoek: met kwantitatief onderzoek wordt vooral het kwantificeren (= in getallen
uitdrukken) van variabelen bedoeld en wordt vervolgens ingedeeld in een tweetal hoofdvormen: het experimentele
versus het niet-experimentele onderzoek.
Kwalitatief onderzoek kun je omschrijven als onderzoek waarin wordt getracht te komen tot een gesystematiseerd
inzicht in de wereld van betekenissen die de onderzochten toekennen aan de door hen ervaren werkelijkheid en
kent een drietal hoofdbenaderingen: de fenomenologie, de etnografie en de ‘grounded theory’.
Fenomenologie: beziet de menselijke werkelijkheid vanuit het perspectief van het individu en heeft als doel deze
ervaringen/belevingen te onthullen en beschrijven.
Etnografie: richt zich vooral op het ontwikkelen van theorieën over cultuur en produceert beschrijvingen van
manieren van leven in bepaalde culturen of subculturen
Grounded Theory: de ontwikkeling van theorie die gebaseerd is op de persoonlijke ervaringen van de werkelijkheid
van individuen.

- Experimenteel versus niet-experimenteel onderzoek: het meest krachtige onderzoeksdesign om een oorzaak-
gevolgrelatie aan te kunnen tonen is zuiver experimenteel onderzoek. Dit doet aan ten minste drie kenmerken
(Randomized Controlled Trial):
1. Manipulatie. Bij een experimenteel onderzoek voert de onderzoeker een experiment uit. Dit experiment is een
doelbewuste handeling (manipulatie), die afwijkt van de huidige handelwijze.
2. Controle. Er is sprake van minstens twee groepen onderzoekseenheden of proefpersonen: een experimentele
groep en een controlegroep. De experimentele groep krijgt de experimentele behandeling, de controlegroep de
bestaande behandeling, geen behandeling of een placebo.
3. Randomisatie. De proefpersonen die aan het onderzoek meewerken worden op basis van het toeval (in het
Engels: ‘at random’) aan de experimentele of de controlegroep toegewezen. Dit wordt randomisatie genoemd. Elke
deelnemer aan het onderzoek heeft dus een even grote kans in de experimentele of de controlegroep terecht te
komen.

Een bijzondere vorm van randomisatie is matchen (= gelijk maken). Om ervoor te zorgen dat de experimentele en de
controlegroep zo goed mogelijk vergelijkbaar zijn, worden proefpersonen geselecteerd die met betrekking tot een
beperkt aantal variabelen (bijvoorbeeld geslacht, leeftijd en beroep) identiek zijn. Zo probeert de onderzoeker
identieke paren te vormen, bijvoorbeeld twee patiënten met reuma die vrouw zijn in de leeftijdscategorie van 30–35
jaar. Het toeval bepaalt vervolgens wie in de experimentele groep en wie in de controlegroep terechtkomt.
In een experimenteel onderzoek wordt zo mogelijk blind opgezet en bij voorkeur dubbelblind. Een dubbelblind
onderzoek houdt in dat zowel de onderzoeker als de onderzochte niet weet wie de experimentele behandeling
krijgt.
Quasi-experimenteel onderzoek: er wordt wel gemanipuleerd – er is dus wel sprake van een interventie – maar

, meestal niet gerandomiseerd of er ontbreekt een controlegroep. Voor een dergelijk design wordt gekozen als
randomisatie niet mogelijk is.

Het niet-experimentele onderzoek (ook wel observationeel onderzoek genoemd) wordt primair gekenmerkt door
het ontbreken van het principe van manipulatie: er vindt geen interventie plaats. Het gaat met name om het
beschrijven van variabelen. Staat in het onderzoek alleen het beschrijven van variabelen centraal, dan noemen we
dat beschrijvend of descriptief onderzoek.

Correlationeel onderzoek: wanneer het zich richt op het beschrijven van verbanden tussen variabelen. Er wordt dan
naar samenhang (correlaties of verbanden) tussen twee of meer variabelen gezocht. De onderzoeker kan de
onderlinge samenhang van variabelen of gebeurtenissen die op dit moment spelen (dwarsdoorsnedeonderzoek), die
zich in het verleden hebben afgespeeld (retrospectief) of die nog moeten plaatsvinden (prospectief) onderzoeken.
Deze laatste twee vormen noemen we longitudinaal onderzoek.

• bij wie of wat hij de onderzoeksgegevens gaat verzamelen (onderzoekspopulatie);
De kunst is dan om een steekproef te trekken die een juiste afspiegeling is van de totale populatie. Een dergelijke
juiste afspiegeling van de totale groep noemen we een representatieve steekproef. Wanneer de onderzoeker een
representatieve steekproef heeft getrokken, mag hij de onderzoeksresultaten vervolgens vertalen, generaliseren,
naar de hele groep waaruit de steekproef is getrokken.
In de literatuur worden verschillende soorten steekproeven beschreven. Steekproeven kunnen aselect of select
getrokken worden. Bij een volledig aselecte steekproef is de steekproef op basis van het toeval samengesteld, dat
wil zeggen dat iedereen uit de onderzoekspopulatie een even grote kans heeft om in de steekproef terecht te
komen. Op deze wijze wordt een representatieve steekproef getrokken.

Een veilige vuistregel voor de omvang van de steekproef in zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek luidt: ‘Het
aantal eenheden in de steekproef moet groter zijn:
- naarmate de eenheden die men wil onderzoeken meer van elkaar verschillen;
- naarmate men preciezer en nauwkeuriger wil waarnemen en indelen;
- naarmate de analyse ingewikkelder is, bijvoorbeeld wanneer men meer eigenschappen (variabelen) van de
onderzoekseenheden tegelijk wil onderzoeken;
- naarmate de beoogde reikwijdte van de resultaten groter moet zijn (mate van generalisatie).

Bij een selecte steekproef is er altijd sprake van selectie, met andere woorden: de steekproef wordt niet op basis van
toeval samengesteld. Dit betekent dat sommige mensen een grotere kans hebben in de steekproef terecht te komen
dan andere mensen, waarmee de representativiteit van de steekproef in het geding komt. Veel onderzoek gebeurt
met gebruikmaking van selecte steekproeven vanwege praktische redenen.

De representativiteit van een steekproef dient dan ook kritisch beoordeeld te worden. Vaak speelt de non-
responsgroep (de groep respondenten die weigert aan het onderzoek mee te doen) een cruciale rol.

• met welke dataverzamelingstechniek hij de gegevens gaat verzamelen (meetinstrument);
Je kunt in hoofdzaak vier manieren of dataverzamelingstechnieken onderscheiden waarmee onderzoeksgegevens
worden verzameld.
- Vragenlijsten. Dit betreft zowel mondelinge (het interview) als schriftelijke vragenlijsten. Grootschalige
postenquêtes worden ook wel survey genoemd. Onder mondelinge vragenlijsten vallen gestructureerde,
semigestructureerde en diepte/open interviews.
- Schalen. Dit zijn gestandaardiseerde lijsten met vragen of stellingen over één enkele, niet gemakkelijk in kaart te
brengen, specifiek onderwerp, bijvoorbeeld depressie, intelligentie of burn-out. Het operationaliseringsproces
(vertalen van het begrip naar concreet waarneembare aspecten van het begrip), dat uiteindelijk moet leiden tot een
schaal, bestaat uit de stappen definiëren, indiceren, construeren en valideren.
1. Definiëren. Het te operationaliseren begrip moet duidelijk omschreven worden, wat valt eronder?
2. Indiceren. Bij complexe, theoretische begrippen als intelligentie gaat de onderzoeker op zoek naar indicatoren:
aspecten van het theoretische begrip die samen het begrip zoals bedoeld weergeven
3. Construeren. De volgende stap in het operationaliseringsproces is het omzetten van de indicatoren in concrete
vragen of stellingen als items van de schaal: de schaalconstructie en antwoordschaal.
4. Valideren. De betrouwbaarheid en de validiteit van de schaal vaststellen. Betrouwbaarheid verwijst in dit geval

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelvanbakel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.98  8x  sold
  • (1)
  Add to cart