Waarom zijn er organisaties
Een organisatie is een specifiek soort samenwerkingsverband, het verschilt in het feit dat het
een formele hiërarchie heeft, terwijl deze bij een samenwerkingsverband ontbreekt.
Leidende posities in een organisatie hebben de beslissingsbevoegdheid.
1.1 Wat is een organisatie
Een organisatie zorgt ervoor dat je samen doelen bereikt die je als individu niet zou halen.
- ze beschikken over doelstellingen, mensen en middelen
- op proef gesteld door:
- opkomst digitale platforms
- verplaatsen van cruciale productieonderdelen naar gespecialiseerde
productiebedrijven (outsourcing)
- meer zelfstandigen dan mensen in loondienst
6 fundamenten van een organisatie (Scott, 1987)
- participanten → mensen uit een organisatie.
- doelen → organisatiedoelen zoals winst, kwaliteit en
klanttevredenheid.
- de omgeving → alle zaken buiten de organisatie die beïnvloeden,
maar wie de organisatie niet kan beïnvloeden.
- technologie → gebruikte technologie wat een invloed heeft op het
arbeidsproces en op de formele structuur.
- formele structuur → hiërarchische relaties en taakverdeling onder
managers en werknemers.
- Informele structuur → interacties tussen mensen die op een natuurlijke
wijze ontstaan.
1.2 Verschijningsvormen van organisaties
Winst als primair doel of niet
- non profit
Organisaties zonder winstoogmerk streven naar levering van goederen en diensten
voor het algemene nut, zonder winst.
- non for profit
Organisaties zonder winstoogmerk maar mogen wel winst maken, in tegenstelling tot
non profit. Het hangt tussen non profit en profit in.
- profit
Ondernemingen die streven naar winst voor de aandeelhouders en/of eigenaren.
,Grootte van de organisatie
1.3 Stromingen in organisatiekunde
Scientific Management 1900
Taylors wetenschappelijke studie resulteerde in activiteitenanalyses, tijdstudies en
methodestudies.
- rationele benadering → wetenschappelijke benadering van het werk d.m.v.
tijd en bewegingsstudies.
- prestatiebeloning → beloon medewerkers die de vastgestelde
normen halen / overtreffen.
- standaardisatie → systematische selectie en training van de
medewerkers.
- duidelijke scheiding → duidelijke scheiding tussen het management
(denkers) en medewerkers (doeners).
De uitgangspunten van Taylor zijn nog steeds springlevend binnen veel organisaties.
Bureaucratie 1920
Organisatiestructuur die gekenmerkt wordt door aan regels onderheven procedures,
verdeling van verantwoordelijkheid, hiërarchie en onpersoonlijke relaties.
Max Weber beschreef de term onder bureaucratie als de meest efficiënte vorm om een
organisatie in te richten. Het is een rationele organisatievorm waarbij persoonlijke
voorkeuren geen rol spelen:
- alle werkzaamheden worden nauwkeurig vastgelegd.
- duidelijk afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
- een sterk hiërarchische structuur.
- weinig ruimte voor persoonlijk initiatief.
- het aannemen van nieuwe medewerkers en promotie vindt plaats op basis van
objectieve criteria.
- sterke centrale controle op de gevoerde werkzaamheden.
, Human Relations (Mayo) 1930
Mayo toonde met experimenten aan dat werknemers beter presteren door het geven van
aandacht. Belangrijke menselijke behoeften die leiden tot effectieve en efficiënte
organisaties:
- deel uitmaken van een groep.
- controle hebben over eigen werk.
- krijgen van persoonlijke aandacht.
- samenwerken.
- op een prettige wijze leiding krijgen.
Revisionisme 1950
McGregor
In theorie X beschrijft McGregor hoe managers een organisatie goed kunnen managen
vanuit een negatief mensbeeld, hierbij staan de beginselen van het Scientific Management
centraal.
In theorie Y beschrijft McGregor hoe managers vanuit een positief mensbeeld een
organisatie kunnen managen, hierbij staat de theorie van Human Relations school centraal.
Herzberg
Herzberg onderscheidt dissatisfiers en satisfiers. De dissatisfiers komen voort uit ideeën van
de Scientific Management school en de satisfiers uit Human Relations school.
Blake & Mouton
Blake & Mouton brengen hun theorie over leiderschap, de managerial grid, de zorg voor
medewerkers en de zorg voor de productie samen. Combi van Scientific Management en
Human Relations.
Systeembenadering 1955/ Contingentiebenadering 1960
Volgens deze benadering bestaat er geen ideale organisatiestructuur maar wordt deze
indirect bepaald door de omgeving. Het is een kwestie van optimaal aan te passen aan de
omgeving.
Total Quality Management (Deming, Juran en Crosby) 1980
Vanaf de jaren tachtig wordt kwaliteitszorg steeds belangrijker binnen organisaties. Om dit te
blijven innoveren, ontwerpt Deming een aantal methoden onder het motto “meten = weten”.
Het idee hierachter is dat organisaties hun eigen output moeten meten en indien nodig
moeten bijsturen. Juran voegt de rol van de klant erbij toe zodat de kwaliteit wordt bekeken
vanuit het oogpunt van de klant. Terwijl Crosby staat voor het ‘zero defects concept’. Het
Total Quality Management is nog steeds actueel waarbij organisaties beschikken over een
kwaliteitssysteem en hierin te blijven onderscheiden van de concurrent.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisauppelschoten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.