Inhoudsopgave
GRC samenvatting tentamen..................................................................................................................1
AWR....................................................................................................................................................2
Formeel en materieel recht............................................................................................................2
Aanslagbelasting en aangiftebelasting............................................................................................3
Navordering en naheffing...............................................................................................................3
Verplichtingen en sancties..............................................................................................................4
Omzetbelasting...................................................................................................................................6
Vrijstellingen art. 11 OB..................................................................................................................6
Levering van goederen...................................................................................................................7
Plaats van levering..........................................................................................................................7
Diensten.........................................................................................................................................8
Plaats van dienst.............................................................................................................................8
Intracommunautaire levering.........................................................................................................8
Intracommunautaire dienstverlening.............................................................................................8
Gemengde prestaties......................................................................................................................8
Fiscale eenheid...............................................................................................................................9
Aftrek voorbelasting.......................................................................................................................9
KOR...............................................................................................................................................10
Administratieve verplichtingen.....................................................................................................10
Privégebruik..................................................................................................................................11
Vergoeding...................................................................................................................................11
Inkomstenbelasting..........................................................................................................................12
Box 1 hoofdstuk 3 IB.....................................................................................................................12
Box 2 hoofdstuk 4 IB belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang..............................................12
Box 3 hoofdstuk 5 sparen en beleggen.........................................................................................12
Persoonsgebonden aftrek hoofdstuk 6.........................................................................................13
Belastingtarieven per box............................................................................................................13
Heffingskortingen hoofdstuk 8.....................................................................................................13
Voorheffingen en voorlopige aanslagen.......................................................................................14
Verlies verrekkingen.....................................................................................................................14
Fiscaal partner..............................................................................................................................14
,AWR
Doel belastingheffing:
1. Budgettaire functie: financiering van overheidsuitgaven
2. Instrumentele functie: stimuleren of afremmen van andere doelen
Soorten heffingen:
1. Belastingen: verplichte bijdrage zonder specifieke tegenprestatie
2. Retributies: vergoeding die wordt betaald omdat bepaalde diensten van de overheid worden
afgenomen herkenbare tegenprestatie (rijbewijs)
Belastinginkomsten
Niveaus:
1. Centrale overheid
2. Lagere overheden
Andere inkomsten:
1. Premies volksverzekeringen
2. Premies werknemersverzekeringen
3. Andere inkomsten
Bronnen van belastingwetten:
- De belastingwetten
- Uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbesluiten
- Europese richtlijnen
- Besluiten
- Algemene beginselen en behoorlijk bestuurd
- Rechtspraak
Formeel en materieel recht
In de Wet inkomstenbelasting, Wet vennootschapsbelasting, Wet loonbelasting en Wet
omzetbelasting vinden we het materieel recht. (inhoud) In het materiële belastingrecht wordt
aangegeven hoe de te betalen belasting wordt bepaald. In deze wetten wordt vermeld wie
belastingplichtig is, waarover belasting betaald moet worden en hoeveel.
Opbouw belastingwetten:
- Subject van heffing wie is de belasting verschuldigd?
- Object van heffing waarover is de belasting verschuldigd?
- Wijze van heffing
- Het tarief of bedrag
Het formele recht (proces) behandelt de manier waarop de aanslagen worden vastgesteld, hoe en
wanneer we aangifte moeten doen en wanneer moet worden betaald. Ook worden in het formele
recht verplichtingen, die wij als belastingbetaler hebben, beschreven. Het formele belastingrecht is
van toepassing op alle eerdergenoemde wetten waarin het materieel recht te vinden is.
Regels formeel recht in:
- Awb (algemene wet bestuursrecht). Belastingrecht valt namelijk onder bestuursrecht
- AWR (algemene wet inzake rijksbelastingen). Deze wet is alleen gericht op rijksbelastingen,
tot rijksbelastingen behoren wet OB, IB VPB en LB.
Directe belastingen: belasting wordt geheven bij degene die de belasting verschuldigd is. IB VPB
Indirecte belastingen: degene bij wie de belasting wordt geheven, zal de belasting doorbreken aan
een ander. OB LB
, Subjectieve belastingen: rekening houdend met persoonlijke omstandigheden. IB,
persoonsgebonden aftrek, heffingskortingen.
Objectieve belastingen: geen rekening met persoonlijke omstandigheden. Dividendbelasting, OB.
Aanslagbelasting en aangiftebelasting
Heffingstechnieken
Aanslagbelasting Aangiftebelasting
Belastingplichtige doet Voldoeningsbelasting Afdracht belasting
aangifte *
Inspecteur legt aanslag op en Belastingplichtige doet zelf
aanslag wordt betaald *** aangifte en betaald
verschuldigde bedrag **
Navorderingsaanslag in AWR Naheffingsbelasting
IB en vennootschapsbelasting Omzetbelasting en
= directe belastingen loonbelasting
= Indirecte belastingen
* uitnodiging tot het doen van een aangifte (art. 6 AWR).
Aangifte: duidelijk, stelling en zonder voorbehoud (art. 8 AWR).
Aangifte termijn aanslagbelastingen (art. 9 lid 1 AWR): binnen 1 maand na uitnodiging aangifte doen.
*** definitieve aanslag binnen 3 jaar einde tijdvak (einde jaar) verlengd met verkregen uitslag (art.
11 lid 3 AWR)
Betalingstermijn aanslagbelastingen (art. 9 lid 1 Invorderingswet): binnen 6 weken na dagtekening
aanslag.
** uitnodiging tot het doen van aangifte (art. 6 AWR).
Aangifte: duidelijk stellig en zonder voorbehoud (art. 8 AWR).
Aangiftetermijn aangiftebelastingen (art. 10 lid 2 AWR): binnen 1 maand na afloop tijdvak of tijdstip.
Betalingstermijn aangiftebelastingen (art. 19 AWR): binnen 1 maand na afloop tijdvak of tijdstip.
Binnen de aangiftebelastingen art. 19 AWR:
- Voldoeningsbelastingen: degene die belasting afdraagt, is ook degene die de belasting
verschuldigd is. omzetbelasting.
- Afdrachtsbelasting: degene die de belasting afdraagt, is iemand anders dan degene die de
belasting verschuldigd is. loonbelasting en dividendbelasting.
- Tijdvakbelasting: hebben betrekking op een periode van bijv. een maand, kwartaal of jaar.
omzetbelasting.
- Tijdstipbelasting: hebben betrekking op één moment. dividendbelasting
Navordering en naheffing
Navordering (art 16 AWR):
Als de inspecteur een aanslag (aanslagbelasting) te laag heeft vastgesteld, kan hij dit in sommige
gevallen herstellen middels een navorderingsaanslag
Wanneer? Als de inspecteur een nieuw feit heeft of als de belastingplichtige te kwader trouw is of als
er sprake is van een situatie genoemd in lid 2.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisauppelschoten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.