Dementie is geen ziekte maar er klinisch syndroom of combinatie van syndromen die door
verschillende ziekten kunnen worden veroorzaakt
Het is een verzamelnaam voor een 30-tal ziekten die volgende kenmerken
gemeenschappelijk hebben:
Geheugenverlies
Verlies van oriëntatie in tijd en ruimte
Verandering van het gedrag en de persoonlijkheid
In het DSM-V , een psychiatrisch classificatiesysteem, wordt dementie ondergeschikt in
psycho-organische stoornissen
Nog kenmerken van dementie zijn:
Het is chronisch (het stopt niet meer)
Progressief (het wijzigt voortdurend)
Onomkeerbaar (genezen is onmogelijk, er bestaan enkel medicijnen om het proces
te vertragen)
Vormen van dementie:
Groot onderscheid qua type, fase in het dementieproces en de ernst van de symptomen
Elke vorm wordt vanaf het voorstadium alleen maar erger (een persoon zit nooit
exact in 1 fase waardoor je eigenschappen van beginnende en matige dementie
tegelijk kunt hebben => voor aanbod is het daarom belangrijk goed te kijken naar
iedere individuele persoon ( MICRONIVEAU) voor zorg op maat en diens systeem en
context ie het vaak moeilijker hebben dan de persoon zelf (MACRONIVEAU en
MESONIVEAU)
Dementie zegt ook te weinig over de noden
Kruispuntdenken (+ people first benadering => ‘mensen’ met dementie en geen
dementerende) en orthopedagogisch grondplan gebruiken voor meer zicht op het
individu, de meervoudige identiteit en de positie in de samenleving
Zo kunnen we meer dekoloniaal en divers-sensitief denken waardoor er meer
aandacht is voor bijvoorbeeld personen met dementie én een migratieachtergrond
Ziekte van Alzheimer = de meest voorkomende vorm van dementie (meer dan de helft)
Wat?
In de hersenen ontstaan seniele plaques (kleine hoopjes eiwit
tussen de hersencellen) en tangles (eiwitknopen)
Deze plekken van eiwitten zitten in de weg in de hersenen
waardoor ze meer en meer de plaats van de hersencellen
innemen waardoor deze stelselmatig afsterven
Hierdoor brokkelt de communicatie tussen de hersenen en het
lichaam geleidelijk aan af waardoor er nog maar weinig
cognitieve functies zijn
Risicofactoren:
1
, Leeftijd (>65 jaar = 6%, >85 jaar = 30%)
Genetische factoren (een familielid met alzheimer verhoogt de
kans)
Vrouw (2 tot 3 maal vaker dan mannen)
Hersenletsel
Depressie
Syndroom van Down
Protectieve factoren:
Hogere opleiding
Gezonde levensstijl (bewegen, geen stress, geen hoge bloeddruk
of cholesterol, niet roken, …)
Sommige voedingsstoffen (alles wat goed is voor het hart en
bloedvaten is ook goed voor de hersenen)
Meertaligheid
Reumamiddelen (= ontstekingsremmende middelen voor min. 2
jaar)
Dansen, muziek spelen, lezen
Kenmerken:
1) Sluipend en over meerdere jaren (duurt heel lang ook voor het
vastgesteld wordt, 1-7 jaar)
2) Vooral vergeetachtigheid en lichte veranderingen in de
persoonlijkheid (later ook stoornissen in taalgebruik,
probleemoplossend vermogen, verwerven van nieuwe
vaardigheden, abstract denken en oordeelsvermogen, sociale
afzondering en angst)
3) = waarschijnlijkheidsdiagnose of uitsluitingsdiagnose
Je kan niet diagnosticeren aan de hand van medische
beeldvorming waardoor ze pas gesteld kan worden als
alle andere aandoeningen die tot gelijkaardige
symptomen kunnen leiden, zijn uitgesloten (je kan wel
hypotheses vormen maar dat zorgt voor verwarring want
de symptomen zijn heel gelijkaardig aan die van andere
ziektes zoals burn-out of verslaving)
Pas na autopsie van de hersenen na het overlijden is men
100% zeker
In het beginnend stadium is men dus nooit zeker
waardoor er geen medicatie gegeven kan worden en dat
zou wel goed zijn om het proces te vertragen
Diagnose wordt niet enkel niet gesteld door twijfel maar
ook door taboe:
o Ouderen camoufleren de vergeetachtigheid
o Familie durft niet ter sprake te brengen
o Men heeft de gedachte ‘het valt toch niet te
genezen’
4) Er is geen geneesmiddel, wel medicijnen die de symptomen
verlichten en achteruitgang vertragen
Vasculaire dementie Wat?
2
, Bloedvatprobleem of doorbloedingsstoornis
Meest voorkomende vorm = multi-infarct of MID (veel kleine
infarcten in de hersenen die zorgen voor zuurstofgebrek
waardoor op verschillende plaatsen veldjes van zenuwcellen
afsterven
Kenmerken:
1) Een schoksgewijs verloop
Ziekte is veel bruusker en wisselender (ene moment
redelijk functioneren door kort een betere doorbloeding
waardoor zenuwcellen opnieuw aangesproken worden
om neurotransmitters uit te wisselen voor motorische
activiteit, maar andere moment veel slechter
functioneren)
Door ook heldere momenten is het voor de
context wel makkelijker om mee om te gaan (<->
Alzheimer)
Elke keer dat bloedtoevoer wordt afgesloten wordt de
grote en het gebied in de hersenen dat uitvalt anders
2) Vooral uitval van motorische functies, eenzijdig krachtverlies of
verlamming, aantasting van spraak of stoornissen van de
zintuigen
3) Er is een ziekte-inzicht
Deze mensen beseffen dat ze ziek zijn, ze begrijpen dat
bepaalde hersenfuncties zijn verloren
Ze hebben een zeer intact en goed geheugen (<->
Alzheimer)
4) Door besef veel emotioneler en daardoor bijkomende psychische
problemen (depressie, emotionele labiliteit, angst of
hallucinaties)
5) Geen behandelmogelijkheden maar wel aandacht voor
preventie, zorg en begeleiding
Door gezond leefstijl en behandeling van onderliggen
ziekteprocessen zoals diabetes
Diagnose stellen is zeer makkelijk doordat men door de
plotse uitval van motorische activiteit sowieso op spoed
beland
Frontale Wat?
kwabdementie FTD Een verzamelnaam voor ziektebeelden met uiteenlopende
of fronto-temporale verschijningsvorm waarbij het voorste gedeelte van de hersenen
degeneratie is aangetast (reguleert ons gedrag waardoor vooral
gedragsveranderingen en veranderingen in de persoonlijkheid
ontstaan)
Kenmerken:
1) Moeilijk herkenbaar
Geheugenstoornissen treden hier pas later op waardoor
er in het begin verwarring is met psychiatrische
aandoeningen
Juiste diagnose wordt pas na jaren gesteld omdat men
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saartjedewreede. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.