Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Premaster Accountancy
Financial Accounting
All documents for this subject (10)
Seller
Follow
ingo008
Content preview
Hoofdstuk 1
Agency theorie: Je hebt een agent (management) en principaal (aandeelhouder). De belangen van de agent en
principaal komen niet overeen. Met de agency theorie worden handvaten aangereikt waarmee het belang van de
agent in lijn kan komen met de belangen van de principaal.
De zoektocht naar boekhoudprincipes: Financiële boekhouding beschermt en informeert beleggers en moedigt de
werking van kapitaalmarkten aan
Tot eind jaren 1960: Normatieve boekhoudtheorie (zoeken naar de beste manier van inkomensmeting)
From late 1960s: shift to decision usefulness (moet bijdragen aan de beslissing die de Gebruiker van de
jaarrekening neemt) as concept voor financial accounting
Conservatisme accounting is een reeks richtlijnen in de boekhouding. Volgens de conservatieve benadering
kunnen bedrijven alleen winst claimen als deze volledig is gerealiseerd en wettelijk is geverifieerd. Een bedrijf
moet rekening houden met het potentiële worst-case scenario bij het maken van financiële prognoses onder deze
richtlijnen (voorzichtigheidsprincipe)
Informatie-asymmetrie houdt in dat sommige partijen in zakelijke transacties een informatievoordeel hebben ten
opzichte van de andere partij. We onderscheiden 2 vormen van informatie-asymmetrie:
Adverse selection is een vorm van informatieasymmetrie waarbij een of meer partijen bij een zakelijke transactie,
of potentiële transactie, een informatievoordeel hebben ten opzichte van andere partijen. De ene partij weet meer
dan de andere partij (pre-contracting, hidden information),
Dit probleem kan verkleind worden door middel van full disclosure, het
verstrekken van inside information door het management om zijn informatievoordeel ten
opzichte van de aandeelhouder te beperken. Het probleem kan ook verkleind worden door het toepassen van fair
values (zoveel mogelijk, zonder afbreuk te doen aan de
werkelijkheid).
Moral hazard: Moral hazard is een vorm van informatie-asymmetrie waarbij een of meer partijen bij een contract
hun handelingen ter uitvoering van het contract kunnen waarnemen, maar andere partijen niet. De handelingen
hebben echter wel gevolgen voor beide partijen. De aandeelhouders kunnen bijvoorbeeld de acties van het
management niet waarnemen en weten niet of het management zijn afspraken nakomt. De ene partij (het
management) gedraagt zich opportunistisch ten koste van een andere partij (post- contracting, hidden action).
Dit probleem wordt meer opgelost door het motiveren van managers aan de hand van
beloningen op basis van hun prestaties (afrekenen op winstcijfers) door het toepassen van
prestatiemaatstaven die precise and sensitive zijn voor het management. de ene partij gedraagt zich
oppurtnistisch ten koste van een andere partij (post-contracting, hidden action)
- Precise:
- Sensitive:
Het fundamenteel probleem van FAT is dat de oplossingen in het kader van adverse
selection en moral hazard niet op een lijn liggen. Het beste winstconcept om
aandeelhouders te motiveren, dat wil zeggen adverse selection te ondervangen, is niet per
se het beste winstconcept om managers te motiveren, dat wil zeggen moral hazard te
voorkomen.
Dit mondt uit in een afweging tussen relevantie en betrouwbaarheid:
Relevance = relevante jaarrekening is belangrijk: de mogelijkheid om de toekomstige economische waarde van
het bedrijf te beoordelen: (dividenden, cashflow en winstgevendheid) = Standardized method. dit is om
adverse selection tegen te gaan zodat aandeelhouders de meest relevante informatie hebben om hun beslissing
om in het bedrijf te investeren te kunnen maken
Reliability = Het is het eerlijk weergeven van de financiële positie van het bedrijf en de resultaten v/d operaties
(juist en vrij van vooroordelen en andere mogelijke manipulatie door het management) dit is om moral hazard
tegen te gaan en om te kunnen kijken of de manager doet wat die beloofd had
Er zijn twee reacties op dit fundamentele probleem:
,1. Marktkrachten kunnen nadelige selectie- en moral hazard-problemen voldoende beheersen, zodat beleggers
worden beschermd en markten redelijk werken.
2. Regulering om beleggers te beschermen; alleen de marktkrachten slagen er niet in om de problemen van
moral hazard en adverse selection te beheersen; dit leidt tot de rol van standaardinstelling
Hoofdstuk 2
Accounting models:
1. Historical Cost Model (HCM) (historische kostprijs) minder relevant maar wel betrouwbaar geeft waarde
over de prijs die vroeger betaald is, dus minder relevant maar wel betrouwbaarder en makkelijker te controleren.
2. Current Value Model (CVM); minder betrouwbaar maar wel relevant. Want geeft de waarde van het actief op
dit moment Minder betrouwbaar omdat de current value maar een moment opname is
3a. Present Value of future cash flow model (PVM) under certainty; zekerheid: kasstromen zijn bekend en
disconteringsvoet/rente is volledig bekend dividend irrelevantie: het dividendbeleid van een onderneming heeft
geen invloed op de waarde van de onderneming
3b. PVM under uncertainty.
De uitdaging bij het toepassen van historische kosten als waarderingsgrondslag in financiële verantwoordingen
(om relevantie te versterken), zijn de accruals en bestaan uit:
- het verschaffen van informatie omtrent de toekomstige economische vooruitzichten;
- historische kosten heeft dit potentieel door kasstromen van de huidige periode uit te smeren over een
langere periode;
- accountants dienen hiertoe ‘accruals’ te berekenen om opbrengsten aan kosten te matchen;
- Er is helaas geen unieke manier om te matchen onder niet ideale condities.
Afschrijvingen, latente belastingen, voorzieningen
Contante waarde model onder zekerheid:
Zowel de relevantie als de betrouwbaarheid is hoog. Relevantie want de balans is geheel gewaardeerd o.b.v.
toekomstige kasstromen en betrouwbaar want manipulaties worden direct ontdekt, doordat de informatie
publiekelijk bekend is.
Voorwaarden PVM under certainty:
1. Alle toekomstige kasstromen zijn bekend;
2. De risicovrije interestvoet is bekend.
Conclusies PVM onder zekerheid:
1. Financiële verantwoordingen zijn zowel volledig betrouwbaar als relevant. Betrouwbaar: reële
waarden worden niet door management beïnvloedt (verwachte kasstroom en interest% publiekelijk
bekend dus manipulatie onmogelijk. Relevant: omdat de balans is gewaardeerd op kasstromen.
2. Sprake van dividendirrelevantie: dividend brengt evenveel op als de kasstromen (door bekend zijn
interest%), dus maakt het niet uit of dividend wordt uitgekeerd.
3. Net income is niet relevant, de balans bevat alle relevante informatie, dit komt doordat de
waarschijnlijkheidskansen objectief zijn.
4. Market value of asset = present value
Contante waarde model onder onzekerheid
1. De rentevoet in de markt is bekend;
2. Een volledige en publiekelijke bekende verzameling van mogelijke uitkomsten;
3. Een publiekelijk bekende objectieve kansverdeling van de mogelijke uitkomsten;
4. Een publiekelijk zichtbare werkelijke uitkomst.
5. Investeerder is risiconeutraal.
PVM under uncertainty:
1. Grote verschillen tussen zekerheid en onzekerheid: het verwachte en het gerealiseerde inkomen hoeft
niet aan elkaar gelijk te zijn (abnormal earnings).
, 2. Financiële verantwoording zijn zowel volledig betrouwbaar als relevant. Betrouwbaar: reële waarden
worden niet door management beïnvloedt (verwachte kasstroom en interest% publiekelijk bekend dus
manipulatie onmogelijk). Relevant: omdat de balans is gewaardeerd op kasstromen.
3. Net income is niet relevant, de balans bevat alle relevante informatie, dit komt doordat de
waarschijnlijkheidskansen objectief zijn.
Bij HC is de recognition lag (timingsverschil tussen het nemen van omzet en ontwikkeling van economische
waarde) groter dan bij PVM.
Bij HK is de winst en verlies rekening het belangrijkste verslag omdat de kern van HK het matchen van
opbrengsten en kosten betreft. Bij PVM is de balans het belangrijkste omdat de kern van PVM het waarderen van
activa en passiva is.
Hoofdstuk 3
Information approach:
Informatie is decision useful wanneer het bijdraagt aan de inschattingen die investeerders maken over
toekomstige winsten van een bepaalde onderneming informatie is relevant (value relevance information)
wanneer het de overtuigingen en handelingen van de investeerders beïnvloed accounting information is
relevant wanneer de accounting informatie de beurskoers beïnvloed.
Uitgangspunten bij de information approach zijn:
• De jaarrekening dient informatie te verschaffen voor de belegger: full disclosure;
• De belegger is rationeel en risico-averse;
• De belegger is zelf verantwoordelijk voor het ontvangen van informatie
• De jaarrekening dient relevant en betrouwbaar te zijn en dus waarderen op faire value.
Verschil tussen single person decision theory en theory of investment:
- De theory of investment gaat ervan uit dat de huidige jaarrekeningen gebaseerd op historische
kosten nuttige informatie bevatten voor investeerders, op basis waarvan zij kunnen voorspellen of
een staat van GN dan wel BN in de toekomst zal voortduren.
- De single person decision theory bekijkt hoe investeerders hun beslissingen nemen
SINGLE-PERSON DECISION THEORY
• Individu moet een beslissing nemen onder onzekerheid. Staatskansen (states) zijn niet objectief.
Formele procedure om de beste beslissing te nemen uit een reeks alternatieven waarmee aanvullende
informatie kan worden verkregen om de subjectieve beoordeling van waarschijnlijkheden te herzien.
• Beslissingstheorie is relevant voor de boekhouding omdat financiële overzichten aanvullende informatie
bieden die nuttig is voor veel beslissingen!
De single-person besluitvormingstheorie neemt als uitgangpunt een individu die een beslissing moet maken
onder condities van onzekerheid. De theorie erkent dat de waarschijnlijkheid van een ‘staat’ niet langer objectief
is, zoals onder ideale condities, en zet een formele procedure uiteen, waarbij een individu de beste beslissing kan
maken door te selecteren uit een aantal alternatieven. Deze procedure staat het vergaren van additionele
informatie toe om de subjectieve assessment van waarschijnlijkheid, over wat zal gebeuren nadat de beslissing is
genomen, te herzien.
De decision theory is relevant voor accounting omdat jaarrekeningen aanvullende informatie bieden die nuttig is
voor veel beslissingen
Aandachtspunten bij de theorie van de single person decision theory:
• Prior probabilities: de waarschijnlijkheid van een staat ingeschat door de investeerder o.b.v. zijn huidige
informatie (dus additionele informatie) is subjectief (ingeschat door belegger);
• Posterior probabilities: de waarschijnlijkheid van een staat gebaseerd op additionele informatie (de
financiële verantwoording) is objectief (ingeschat m.b.v. jaarrekening);
• Pay-off: het te ontvangen bedrag o.b.v. een beslissing;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingo008. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.