Instructies
Controle
Doorblader allereerst dit examenboekje: dit bevat 30 vragen met vier antwoordmogelijkheden.
Controleer of het volledig is en vraag zo nodig een nieuw boekje.
Identificatie
Controleer op je computerantwoordblad jouw naam en voornaam.
Reeksnummer
Het is absoluut noodzakelijk dat je op je computerantwoordblad aanduidt welke vragenreeks je hebt
beantwoord. Je zal reeds gemerkt hebben dat dit boekje reeks 1 uitmaakt. In het hokje van de
vragenreeks vul je dus reeks 1 in.
Antwoordblad
Houd voor en na het examen ter identificatie je studentenkaart klaar.
Beantwoord in eerste instantie de vragen in het examenboekje. Zorg hierbij dat je de examenbundel
niet losmaakt! Daarna kan je het computerantwoordblad invullen. Eventuele fouten kunnen worden
doorkruist.
Tijdsduur
Je krijgt voor dit examen 3 uren tijd. Werk goed door zonder je te overhaasten.
Score
Bij elke vraag is maar één antwoord juist. Voor een correct antwoord krijg je één punt. Voor elk onjuist
antwoord zal 1/3 punt worden afgetrokken. Je hebt het recht vragen onbeantwoord te laten door het
blanco hokje aan te kruisen. Deze vragen zullen noch positief noch negatief gewaardeerd worden.
VEEL SUCCES !!!
NAAM: …………………………………………………………
VOORNAAM:…………………………………………………..
RICHTING:…………………………………………………….
(Gelieve dit kader in drukletters in te vullen)
,Vraag 1
Onderstaande ondernemingen zijn de enige twee ondernemingen in een open economie zonder
overheid. De omzet van onderneming B en de lonen van onderneming A zijn niet gekend. Er zijn geen
voorraadwijzingen.
Onderneming A Onderneming B
Aankoop van intermediaire
100 150
goederen uit het buitenland
Aankoop intermediaire
0 50
goederen in het binnenland
Omzet 200 X
Lonen Y 10
Bruto-exploitatieoverschot 30 40
Welke uitspraak is juist?
A. Het bbp is gelijk aan 50.
B. Het bbp is gelijk aan 100.
C. Het bbp is gelijk aan 150.
D. Het bbp is gelijk aan 200.
Vraag 2
Welke uitspraak is juist?
A. Wanneer de voedselproductie de bevolkingsgroei niet kan volgen, dan spreken we van de
malthusiaanse val.
B. De bbp-deflator is een Laspeyres-index omdat in deze index gewichten worden gebruikt uit
het basisjaar.
C. De grootte van een land bepaalt de netto-export (Export – Import) als percentage van het bbp.
D. Het Romer-model verklaart technologische vooruitgang door een hogere kapitaalintensiteit.
, Vraag 3
Beschouw onderstaande figuur van de geldmarkt. Het geldaanbod neemt af van 𝑀0𝐴 tot 𝑀1𝐴 .
Welke uitspraak is juist?
A. Na de initiële schok zou de interestvoet terug kunnen dalen tot 𝑖0 , door een lagere
verwachte inflatie.
B. Als gevolg van deze schok daalt de prijs van obligaties op de open markt.
C. Een afname van de kasreservecoëfficiënt kan deze schok veroorzaken.
D. Een afname van de voorkeur om chartaal geld aan te houden in plaats van giraal geld kan
bovenstaande verandering verklaren.
Vraag 4
De geldbasis in een economie bedraagt 10 000 euro. De deposito’s bij de bank bedragen 8 000 euro.
De kasreservecoëfficiënt bedraagt 50 %.
Welke uitspraak is juist?
A. De verhouding chartaal geld in handen van het publiek tegenover giraal geld bedraagt 0,25.
B. Het chartaal geld aangehouden door het publiek bedraagt 5 000 euro.
C. Als de centrale bank de geldbasis laat toenemen met 1000 euro, dan neemt de
geldhoeveelheid toe met 1400 euro.
D. De kasreserves van de banken zijn gelijk aan 5000 euro.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalievanaelten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.53. You're not tied to anything after your purchase.