Externe verslaggeving voor profit-en non- profitorganisties
Samenvatting van het boek externe verslaggeving voor profit en non profit organisaties. Het is een samenvatting van het gehele boek. In het kader van het vak financial accounting voor de studie Bedrijfseconomie.
ISBN nummer: 5523
Auteur: Wim Koetzier
Het doel waarnaar gestreefd wordt, kan verschillen per organisatie. Zo is er onderscheid
tussen profit en non-profit organisaties.
Naar winst strevende organisaties worden ondernemingen genoemd. Het
transformatieproces verschilt, maar het hoofddoel is voor organisaties maximale winst.
In een onderneming kan ook een plaats worden ingeruimd voor doelstelling die niet
financieel van aard zijn. Duurzaam ondernemen is in toenemende mate een belangrijke
doelstelling voor organisaties.
Bij non-profitorganisaties ligt de zaak fundamenteel anders. Elke organisaties heeft hierbij
een specifieke doelstelling. Het transformatieproces vloeit voort uit de doelstelling in
tegenstelling tot profit organisaties.
Binnen de non-profitsector wordt onderscheid gemaakt tussen de overheidsorganisaties en
niet-gouvernementele organisaties. Overheidsorganisaties verkrijgt inkomsten door
belastingen en voorziet in behoeften voor burgers. Niet-gouvernementele organisaties zijn
erg variërend van sportverenigingen tot ziekenhuizen.
Er vindt een bepaalde verschuiving plaats van non-profit organisaties naar profit.
Voorbeelden hiervan zijn de energiesector en de sector voor de sociale woningbouw.
De beoordeling van het gevoerde beleid wordt gedaan aan de hand van twee criteria:
1. Efficiency hoe is de input (mensen, middelen etc.) ingezet om tot output te komen
2. Effectiviteit In hoeverre zorgt output voor het realiseren van een doelstelling
In de profitsector zorgen efficiency en effectiviteit voor winst, bij non-profit organisaties kan
de efficiency weliswaar in geld worden uitgedrukt (loonkosten, machine-uren etc.), maar de
effectiviteit is moeilijk in geld uit te drukken. Een goed oordeel bij non-profit organisaties ligt
dus in de niet financiële sfeer.
Relevantie en betrouwbaarheid van de verschafte informatie is voor derden van belang.
Intern gezien heeft het weinig zin om slechte resultaten mooier te presenteren dan ze zijn,
voor de externe verslaggeving ligt dit anders. Soms wordt de werkelijkheid mooier
gepresenteerd tegenover de aandeelhouders. Dit wordt ook creative accounting genoemd.
Winstegalisatie is hier ook een voorbeeld van.
Voor non-profitorganisaties is het denkbaar de organisatie minder kapitaalkrachtig voor te
stellen, om zo donateurs te blijven verleiden om te doneren.
2
,Basisstukken externe verslaggeving
Jaarrekening
- Balans
- Resultatenrekening/staat van baten en lasten
- Kasstroomoverzicht
Bestuursverslag niet financieel van aard. Zowel een verslag over de gang van
zaken (ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan) en een toekomstparagraaf.
In de profitsector wordt begrotingsinformatie niet gepubliceerd. Bij non-profit maakt
begrotingsinformatie echter onderdeel uit van de verslaggeving. Bij met name
overheidsorganisaties is het een belangrijk onderdeel. Omdat er aan winst geen grote
betekenis wordt gehecht bij non-profit organisaties wordt er gekeken naar de begroting in
vergelijking met de staat van baten en lasten.
Hoofdstuk 2: Verslaggevingsstelsels
De meest eenvoudige manier om de winst te bepalen is het maken van een confrontatie
tussen de geldmiddelen die in de verslaggevingsperiode zijn ontvangen en betaald. Dit heet
het kasstelsel. De betrouwbaarheid hiervan is hoog, alleen zegt het weinig over de kwaliteit
die het bestuur heeft geleverd over het gevoerde financiële beleid. De relevantie van de
informatie is laag.
Om relevante informatie te krijgen moeten de baten en lasten inzichtelijke worden gemaakt.
Dit wordt gedaan door middel van het baten en lastenstelsel. De verschillen tussen baten en
ontvangsten en lasten en uitgaven vinden hun plaats in de balans.
Hoofdstuk 3: Het baten-lasten stelsel nader bekeken
Opbrengsten en kosten dienen aan een periode toegerekend te worden. Deze toerekening
brengt subjectiviteit met zich mee. Om dit te beperken zijn er toerekeningsprincipes
ontwikkeld. Aan de opbrengstenkant is dit het realisatieprincipe en aan de kostenkant het
matchingprincipe.
Realisatieprincipe
Realisatieprincipe Wanneer heeft de organisatie gepresteerd en mag er een bate worden
verwerkt
Productie- en handelsondernemingen dienen voordelen uit verkooptransacties te nemen als
de geleverde goederen zijn overgedragen aan de afnemer. Winstneming dus als verkocht én
afgeleverd is.
Bij dienstverlenende ondernemingen zullen opbrengsten worden genomen als de diensten
aan de klant verricht zijn.
Donaties van begunstigers zullen worden genomen op het moment dat toezegging is gedaan
tot geven.
3
,Legaten uit nalatenschappen worden genomen op het moment dat een betrouwbare
schatting kan worden gemaakt van het bedrag dat verkregen zal worden.
Matchingprincipe
Matchingprincipe Regelt de toerekening van kosten aan de juiste periode
Kosten ontstaan door verbruik van productiemiddelen. Als een productiemiddel is
aangeschaft, maar niet direct wordt verbruikt, ontstaat een verschil in tijdstip tussen uitgaven
en kosten.
Indien er sprake is van voorraadvorming dient er een nadere invulling gegeven te worden
aan het principe. Er kunnen twee principes gebruikt worden:
1. Period matching periode waarin een productiemiddel wordt ingezet
2. Product matching periode waarin de door inzet van productiemiddelen
vervaardigde producten worden verkocht.
Bij period matching kan gedacht worden aan investeringen in gebouwen. De geactiveerde
uitgaven van dit gebouw worden dan via afschrijvingen toegerekend aan de perioden
waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.
Bij product matching worden de uitgaven toegerekend aan de producten en dus geactiveerd
onder de voorraden. Pas als de voorraden verkocht zijn en afgeleverd worden de onder de
voorraad geactiveerde uitgaven als kosten van de omzet ten laste van het resultaat
gebracht.
Continuïteit
In de regelgeving worden toerekening en continuïteit aangeduid als de grondbeginselen van
de jaarrekening. Er wordt vanuit gegaan dat de organisatie haar activiteiten in de afzienbare
toekomst zal voortzetten (going concern). Hierdoor worden activa tegen inkoopprijs
gewaardeerd. Wanneer het continuïteitsprincipe zou worden losgelaten zou tegen
liquidatiewaarde worden gewaardeerd.
Voorzichtigheid
Op het moment dat de jaarrekening is opgemaakt, zullen er een aantal onzekerheden
voortvloeien uit de activiteiten. Enkele voorbeelden zijn:
Ondernemingen heeft handelsgoederen, maar weet niet of er als gevolg van de
veranderende consumentenvoorkeuren nog winst gemaakt kan worden op deze
goederen.
Een klant die op rekening heeft gekocht overschrijdt de handelstermijn, men twijfelt of
hij de nota wel zal voldoen.
Er moet rekening mee worden gehouden of de mogelijke verliezen al genomen moeten
worden. De jaarrekening te rooskleurig presenteren is sowieso niet verstandig.
4
, Het principe houdt in:
1. Winsten worden geboekt als voldoende zeker is dat ze behaald zijn.
2. Verliezen worden genomen zodra ze geconstateerd zijn. Ook al is het verlies nog niet
zeker.
Toepassing van het voorzichtigheidsprincipe kan tot winststuring leiden. Het verschuiven van
winsten die in bepaald jaar thuishoren kunnen naar een ander jaar worden geschoven. Zo
kan onderneming X die volgend jaar een lagere winst verwacht dan het huidige jaar een
voorziening opnemen voor een claim, hoewel hij weet dat dat de kans dat deze betaald moet
worden heel gering is. De voorziening valt het volgend jaar vrij waardoor de winst van het
huidige jaar lager is en het volgend jaar hoger. Gevolg: winst is geëgaliseerd. (voorbeeld 3.5)
Er zijn drie momenten belangrijk:
1. Opstellen jaarrekening door bestuur van organisatie
2. Moment dat door bestuur opgestelde jaarrekening bekrachtigd wordt door een
bevoegd orgaan. Bijv. AvA
3. Moment van publicatie van jaarrekening
Gebeurtenissen na balansdatum kunnen zolang de jaarrekening nog niet is vastgesteld nog
genoteerd worden. Dit kan na vaststelling niet meer.
Bestendigheid
Om tot een zinvolle tijdsvergelijking tussen verschillende jaren te komen is het noodzakelijk
dat de organisatie zich door de jaren heen bedient van dezelfde uitgangspunten voor het
opstellen van balans en RR.
1. Schattingswijzigingen aanpassingen die noodzakelijk zijn geworden doordat
vroegere aannames of schattingen niet meer blijken te kloppen. Deze wijzigingen
worden prospectief toegepast er vindt geen aanpassing plaats op het moment dat
een aanname of schatting wordt gewijzigd.
2. Stelselwijzigingen Deze vinden in tegenstelling tot schattingswijzigingen op
vrijwillige basis plaats. Deze wijzigingen vinden retrospectief plaats de boekwaarde
van een balanspost wordt op het moment van wijziging aangepast. Voor
stelselwijzigingen zijn wel eisen:
- Er moet een gegronde reden zijn voor de wijziging.
- Er moet worden aangegeven wat de gevolgen van de stelselwijziging zijn voor
vermogen en resultaat
Hoofdstuk 4: Regelgeving
Publicatieplicht geldt voor:
- alle nv’s, bv’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen
- verenigingen en stichtingen, voor zover ze een onderneming drijven en omzet
genereren van minimaal €4,4 miljoen
Dat de wetgeving zich niet uitstrekt over ondernemingen van natuurlijke personen, heeft te
maken met de beperkte kring van belanghebbenden bij die ondernemingen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jouwscriptie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.