100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding recht aantekeningen $5.83
Add to cart

Class notes

Inleiding recht aantekeningen

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle aantekeningen van de hoorcollege van inleiding recht 21/22, geldt ook nog in 22/23

Preview 2 out of 12  pages

  • September 20, 2022
  • 12
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Cliteur
  • All classes
avatar-seller
Inleiding recht
Week 1: Wat is recht?
- Het recht is een geheel van ordening. Professor Pitlo zegt dat het recht
ontstaat wanneer 2 mensen in contact met elkaar komen; Zonder samenleving
geen recht, zonder recht geen samenleving. Austin geeft een andere definitie:
het gaat om orders die worden gehandhaafd door een zekere mate van
dreiging, recht wordt opgevat als een beveel.
- Moraal is niet afdwingbaar en heeft een innerlijke houding. Innerlijke houding
is ook hoe je denkt.
- Recht is afdwingbaar en heeft een uiterlijke gedraging. Uiterlijke gedraging is
wat je doet.
- Rechtsrealisten zijn van mening dat recht hetgeen is wat de rechter ervan
maakt; De interactie tussen rechter en rechtszoekende.
- Onrechtmatige daad wordt meer als een onwetmatige daad gezien.
- Basisbegrippen:
o Ius positivum/ius constitutum = Het positief recht, geheel van het
recht dat door een staat is afgevaardigd.
o lus constituendum = Ideaal recht, recht zoals wij zouden willen dat
geldt, of zoals het zou moeten zijn, het ideale recht, natuurrecht.
o Positief recht:
 Bevoegde instantie.
 Volgens de vastgestelde procedure.
 Met dwang wordt gehandhaafd.
o Natuurrecht:
 Hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen.
 Als toetssteen voor de geldigheid voor de wetten.
- Technische juridische basisbegrippen:
o Objectief recht: Geheel van geldende wetten die gelden in een land
o Subjectief recht: Individuele bevoegdheden die een mens heeft.
o Formeel recht: Bepaalt hoe het materieel recht wordt gerealiseerd, het
omvat regels wat betreft de toepassing van materieel recht.
o Materieel recht: Zegt iets over gedraging van mensen, inhoudelijk
recht.
o Louter formeel: Bijv. goedkeuringswet van een verdrag
o Louter materieel: Bijv. goedkeuring van provinciewet in de gemeente.
o De wet in formele zin: Betreft een gezamenlijk besluit tussen de
Staten-Generaal en de regering. Hoogste vorm van wetgeving.
o De wet in materiële zin: De wetten die alle burgers kan binden, die
onder de wet vallen. Het geldt voor iedereen.
o Normatief: Normeren, het zou moeten gebeuren. De norm bepalen.
Wanneer je iets moet, het is verplicht.
o Niet-normatief: Sturen/normeren/reguleren niet, het zijn
kwalificatieregels of definitiebepalingen.
- Rechtsgebieden:
o Positief recht is in te delen in:
 Publiekrecht:

,  Verticale relatie tussen de overheid en burgers. Initiatief
tot handhaving ligt bij de overheid.
o Staats- en bestuursrecht
o Strafrecht
o Internationaal en Europees recht
o Belastingrecht
 Privaatrecht:
 Horizontale verbinding tussen burgers, handhaving ligt bij
de burgers zelf.
o Vermogensrecht
o Personen- en familierecht
- Rechtsbronnen zijn bronnen waar het recht uit voortvloeit. De rechtsbronnen:
o Wet
o Gewoonte
o Rechtspraak
o Verdrag
- Een thematische ordening van rechtsbronnen:
o Verschillende denkers, verschillende prioriteiten.
o Verschillende landen, verschillende prioriteiten.
o Verschillende tijden, verschillende prioriteiten.
- Een politieke orde moet een rechtsorde hebben.
- De statelijke ordening van de maatschappij via de wetten:
o Controle, onder controle krijgen hoe mensen leven.
o Preventie, acties van mensen voorkomen.
- Een aantal belangrijke trends gedurende de jaren:
o 19e eeuw: de wet en gewoonte (eeuw van bonificatie)
o 20e eeuw (begin): de rechter
o 20e eeuw (2de helft): het verdrag
- Hiërarchie in de wetgeving van hoog naar laag (hoog gaat voor laag):
1. Verdrag
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten, gemaakt door de nationale wetgever
5. Wetten gemaakt door lagere overheden.
o Een hogere wet gaat voor een lagere wet (lex superior derogat legi
inferiori).
o Een latere wet gaat voor een eerdere (lex posterior derogat legi priori).
o Een bijzondere wet gaat voor een algemene (lex specialis derogat legi
generali).
 Let op Art. 120 GW niet.
- De wet modaliteiten
o Verlof = iets mogen.
o Verbod = iets niet mogen.
o Gebod = iets moeten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwangel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83
  • (0)
Add to cart
Added