Samenvatting in vraagvorm van de hele cursus. Dit is een soort groot examen waarbij alle mogelijke vragen over de leerstof uitgewerkt zijn in samenvattende vorm.
1. Welke soort verklaringen kunnen er gegeven zijn bij de afwezigheid van een persoon? (3 soorten) +
uitleg
a. vermoeden van afwezigheid: indien meer dan 3m niet op gewone verblijfplaats geweest en er
niks van gehoord
b. Verklaring van afwezigheid: indien 5j na het vonnis van het vermoeden van afwezigheid of 7j
na verdwijning persoon. Wordt geschreven in register van burgerlijke stand. Persoon geacht
overleden te zijn
c. Gerechtelijke verklaring van afwezigheid: indien in bizarre/levensgevaarlijke omstandigheden
verdwenen, geacht overleden te zijn onmiddellijk. (moet geen jaren wachten hiervoor)
2. Bijzonderheden bij plaatsvervulling: afwezige. Komen in de onderstaande situatie de
afstammelingen van de afwezige in de plaats (plaatsvervulling) of erft de afwezige zelf nog? De DC
overlijdt op 21 december 2022.
a. Verklaring van afwezigheid voor 21 december 2022 gesteld
i. Plaatsvervulling, afwezige erft niet (is dood verklaard voor openvallen)
b. Verklaring van afwezigheid na 21 december 2022 gesteld
i. Geen plaatsvervulling. Afwezige erft nog, is pas dood verklaard na openvallen
3. Moet het recht van wettelijke terugkeer altijd plaatsvinden indien het goed nog in natura aanwezig
is in de nalatenschap?
a. Neen, het kan ook dat de begiftigde een testament gemaakt heeft en zo het goed gelegateerd
heeft. als je bij testament beschikt over de schenking, wijk je af van de wettelijke
erfopvolging.
4. Wat is het gevolg van de wettelijke terugkeer?
a. Zaken die geschonken werden die keren terug naar de schenker indien die de DC overleeft
heeft en indien DC geen kinderen heeft.
5. Welke gevolgen hebben de volle adoptie?
a. Band met oorspronkelijke familie verbroken. Erft niet meer en zij kunnen ook niet meer van
geadopteerde erven
b. Wordt ook verwant van adoptanten familie en erft dus niet alleen van adoptant, maar ook
van zijn bloedverwanten
6. Welke gevolgen hebben de gewone adoptie?
a. De oorspronkelijke band met oorspronkelijk familie blijft bestaan – kan daaruit erven en zij
ook van geadopteerde (kloving)
i. Wettelijke terugkeer ook
b. Enkel band met adoptant (dus kan niet erven van bloedverwanten van adoptant)
i. Geen wettelijke terugkeer bij schenkingen van familieleden van adoptant (want dat
is geen familie van gewoon geadopteerde)
7. Wat zijn de erfrechtelijke gevolgen van volgende situaties?
a. Echtgenoten zijn uit de echt gescheiden, maar het echtscheidingsvonnis is nog niet in kracht
van gewijsde getreden
i. Erven nog altijd van elkaar. (want huwelijk ontbonden door overlijden, niet door
echtscheiding)
b. Echtgenoten zijn uit de echt gescheiden, maar het echtscheidingsvonnis is wel al in kracht van
gewijsde getreden, maar nog niet overgeschreven in de registers van burgerlijke stand
i. Erven niet meer van elkaar, huwelijk ontbonden
c. Echtgenoten zijn gescheiden van tafel en bed
i. Erven niet meer van elkaar, huwelijk ontbonden
d. Echtgenoten waren gescheiden van tafel en bed, maar hebben zich terug verzoend. Dit werd
ook bewezen (dmv alle middelen van het recht)
i. Erven terug van elkaar
, e. Er werd een echtscheidingsprocedure/procedure scheiding van tafel en bed aanhangig
gemaakt
i. Erven nog van elkaar (procedure aanhangig maken, impliceert geen automatisch
uitsluiting van erfrechtelijke aanspraken (kunnen wel zelf maatregelen getroffen
hebben)
f. Er werd een procedure van scheiding met onderlinge toestemming (EOT) ingeleid
i. Er moet daar altijd regelingsakte worden opgemaakt en daarin kunnen ze de
erfrechtelijke aanspraken inperken/uitsluiten.
g. Er is al jaren een feitelijke scheiding
i. Geen automatische uitsluiting, ook indien al jarenlange feitelijke scheiding. Maar ze
kunnen wel zelf eenzijdige maatregelen treffen om erfrechtelijke aanspraken uit te
sluiten
8. Wat gebeurt er als de overleden echtgenoot reeds zelf een blote eigendom had (geërfd van een
overleden ouder, waarbij zijn andere ouder nog het VG erop heeft). Wat krijgt de LLE dan?
a. De LLE krijgt dan ook het BE en als die ouder dan sterft, dan kan zij het VG daarop uitvoeren
op dat deel.
9. Door de erfrechten van de LLE, verkleinen de erfrechtelijke aanspraken van de ascendenten. Welke
compensatieregel heeft de wetgever hiervoor ingesteld?
a. Ze kunnen een onderhoudsvordering instellen indien ze behoeftig zijn tegen de nalatenschap
van de LLE, max ten belope van wat die ascendenten aan aanspreken verloren en onder vw
dat DC kinderloos overleden is.
10. Kan iedere orde blijven erven indien er een LLE is?
a. Neen, de 4e orde kan dan niet meer erven.
11. Wat is het verschil tussen gemeenrechtelijke vs. Erfrechtelijk vruchtgebruik?
a. Is er geen minnelijk akkoord, dan kan het gemeenrechtelijk VG niet w omgezet. Het
gemeenrechtelijk VG voorziet niet in omzettingsmogelijkheden (er is geen gerechtelijke
uitonverdeeldheidtreding mogelijk) <-> dit is wel mogelijk bij erfrechtelijk VG: dit kan in bep.
gevallen zelf gëeisd worden.
12. Welke soorten/vormen van omzetting van vruchtgebruik zijn er mogelijk? Geef kort uitleg bij elke
modaliteit
a. De omzetting van VG is een specifieke grond tot beëindiging van VG en heeft tot gevolg dat
VG enerzijds en BE anderzijds w vervangen door een ander recht of door ander goed van
zelfde waarde
b. Omzetting in VE: VG op bepaalde goederen afstaan in ruil voor BE van andere goederen zodat
beide partijen VE van die goederen krijgen
c. Omzetting in een som geld: VG w vervangen door een bepaald bedrag dat de tegenwaarde
van dit VG is (BE koopt hier het VG uit)
d. Omzetting in lijfrente: lijfrente vervangt waarde VG. BE verkrijgen VE, maar betalen
levenslange lijfrente die waarde van het kapitaal of opbrengst VG zijn
e. Specifiek: omzetting in een onverdeeld aandeel van de nalatenschap: VG w onverdeelde
eigenaar van de nalatenschap en kan gerechtelijke uitonverdeelheid vorderen. (is anders dan
omzetting in VE omdat de LLE onverdeelde aanspraken op totale onverdeelde boedel heeft.
bij omzetting in VE ontstaat geen onverdeeldheid)
f. Specifiek: omzetting door inkoop: LLE koopt de BE uit. LLE krijgt recht op VE te bekomen (is
indien LLE in samenloop komt met anderen dan afstammelingen)
g. Gehele of gedeeltelijke inkoop: omzetting kan betrekking hebben op geheel nalatenschap of
op een deel. Wnr omzetting w gevorderd, moet dit tav alle BE en niet slecht 1.
13. JUIST/FOUT: Indien de LLE samenkomt met andere personen dan afstammelingen, MOET de rechter
ALTIJD de omzetting toestaan gevraagd door de LLE na 5j na het openvallen van de nalatenschap.
a. FOUT: omwille van 2 redenen
i. LLE kan enkel dit eisen BINNEN de 5j na het openvallen
ii. Rechter MOET niet ALTIJD inwilligen, namelijk als er een ernstige mogelijkheid is dat
de belangen worden geschaad van een onderneming of beroepsarbeid.
, 14. JUIST/FOUT: de LLE kan de inkoop van het preferentieel goed (gezinswoning + aanwezige huisraad)
EISEN NA 5j na het openvallen van de nalatenschap. De rechter MOET dan ALTIJD de eis inwilligen.
a. FOUT: klopt wel dat de LLE hier de inkoop kan EISEN, ookal is de termijn van 5j overschrijden.
Het is fout te stellen dat de rechter VEPRLICHT de eis ALTIJD MOET inwilligen. Er geldt
namelijk de uitzondering dat hij dat niet moet doen als er ernstige mogelijkheid is van
schending van de belangen van een onderneming of beroepsarbeid.
15. Waarom mag de langstlevende wettelijk samenwonende geen afstammeling zijn van de eerst
stervende om te genieten van het intestaat VG op de gezinswoning? Wat kan er hier van kritiek op
gegeven worden?
a. De wetgever was van oordeel dat deze al zowieso aanspraken maakt op de nalatenschap.
Deze moesten dus niet verder beschermd worden.
b. Kritiek: is enkel het geval als de afstammeling in een goede positie staat en dan nog is het niet
100% zeker dat de leefomgeving wordt behoud, wat nochtans de bedoeling was van de
wetgever om de LLSWS extra aanspraken te maken.
16. Wat is het erfrecht van de LLWS? En welke voorwaarden zijn daarbij gekoppeld?
a. Mede-eigenaar van de preferentiële goederen -> vruchtgebruik op gezinswoning en
aanwezige huisraad
b. Mede-huurder van de preferentiële goederen -> huurrecht van gezinswoning en
vruchtgebruik van aanwezige huisraad
c. Voorwaarden: de preferentiële goederen moeten in de nalatenschap vallen (is niet het geval
indien het goed onder ontbindende termijn van zijn overlijden of ontbindende vw van zijn
vooroverlijden was) + ze mogen niet het voorwerp uitmaken van anomaal erfrecht.
17. Welke erfrechten heeft de feitelijk samenwonende?
a. Geen, enkel indien er een testament is opgemaakt.
18. Op welke manier(en) kan een persoon volgens het Belgische recht om niet over zijn vermogen
beschikken?
a. Enkel via schenking onder levenden en testament
HS 2: TESTAMENT
1. Wat zijn de 6 constitutieve bestanddelen van een testament?
a. Eenzijdige RH
b. Vormelijke RH
c. Opgesteld door erflater
d. Die beschikking bevat
e. Krijgt slechts uitwerking na overlijden erflater
f. Ad nutum herroepbaar (MOET op elk moment en zonder enige motivering kunnen herroepen
worden)
2. Verschil tussen testament en schenking?
TESTAMENT SCHENKING
Eenzijdige RH Tweezijdige RH
Niet vatbaar voor vertegenwoordiging Vatbaar voor vertegenwoordiging
Uitwerking NA het overlijden van de Uitwerking op het moment van de
erflater schenking zelf
Rechts-handelingsbekwaamheid legataris Rechts-handelingsbekwaamheid begiftigde
beoordeeld op ogenblik overlijden beoordeeld op ogenblik aanvaarding
schenking
Als minderjarige (16j) ben je bekwaam om Enkel meerderjarige (18j) kunnen schenking
testament op te stellen doen
3. Wat is het verschil tussen een conjuctief testament en een spiegeltestament
a. Een conjuctief (gemeenschappelijk) testament mag niet. In dezelfde akte gaan geen
testament gemaakt worden door 2 of meerdere personen, ongeacht of zij ten voordelen van
elkaar dan wel ten voordelen van derde beschikken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtsstudentUgent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.