Em-straling wordt overgedragen via fotonen die energie dragen. De bovengenoemde
straling staat van volgorde van minst schadelijk naar meest schadelijk. Voor radiogolven
hebben fotonen weinig energie nodig en zijn ze ongevaarlijk, de fotonen van röntgenstraling
en gammastraling hebben veel energie en zijn dus gevaarlijker omdat ze ongewenste
veranderingen in je lichaamscellen kunnen veroorzaken.
Straling kan atomen ioniseren, hierdoor verliest een atoom een of meer elektronen.
Radioactieve stoffen → stoffen die van nature ioniserende straling uitzenden.
Je hebt twee soort ioniserende straling/deeltjes, deze deeltjes hebben massa en zijn
geladen: alfa-straling (𝛂) en bèta- straling (𝛃) / alfadeeltjes en bètadeeltjes.
Er is een derde soort straling uit radioactief materiaal. Deze straling bestaat niet uit deeltjes
met massa en is ook ongeladen, ofwel gammastraling (𝜸).
Alle stralingen zijn ioniserend, alleen zijn sommige gevaarlijker dan de andere. De vier
‘gevaarlijkste’:
Soorten Ioniserend Doordringend Uitgezonden door Vergelijkbaar Bestaan uit
vermogen vermogen met
, Eigenschappen straling:
- Straling is zwakker als je verder van de bron bent: er geldt een omgekeerd
kwadratisch verband: bij 3x zo grote afstand, is er een 9x zo zwakke straling.
- Beweegt langs een rechte lijn vanuit de bron
- Doordringend vermogen: hoe diep de ioniserende straling door kan dringen in een
bepaalde stof
- Ioniserend vermogen: zegt iets over de schadelijkheid van straling
Bronnen van ioniserende straling:
- Natuurlijke bronnen: zenden straling uit die altijd in je omgeving aanwezig is.
Kosmische- (zon en sterren) en aardse- straling.
- Kunstmatige bronnen: zijn door mensen gemaakt.
Achtergrondstraling: permanente hoeveelheid straling veroorzaakt door alle stralingsbronnen
samen. Deze straling is te meten met een gm-teller.
Als er radioactief materiaal in of op de ontvanger komt, spreek je van besmetting.
Komt de ontvanger niet direct in aanraking met de bron, dan is er sprake van bestraling.
§5.2 Kernreacties
Binas tabellen:
- 7: atomaire massa eenheid
- 25A meest voorkomende isotopen
- 25B Isotopen Diagram
Atomen bestaan uit een kern met protonen (positief) en neutronen (neutraal) met
daaromheen elektronen in de elektronenwolk. Elektronen hebben elk een negatieve
elementaire lading -e.
- Z: het atoomnummer, geeft het aantal protonen in de kern aan (binas 25A).
- A: het (atoom)massagetal, is het aantal kerndeeltjes en geeft de atoommassa
uitgedrukt in de atomaire massa eenheid u. 1 u = 1,66054 x 1027.
- N: het aantal neutronen in de kern
Er geldt: A = N + Z.
Kernen hebben een bepaalde notatie. Isotopen zijn van kernen met dezelfde Z, maar met
verschillende A. Isotopen geef je aan als AZX of X-A, X is het symbool van het element.
Het aantal protonen in een kern bepaalt de atoomsoort.
Sommige isotopen zijn instabiel, hun atoomkernen zijn radioactief: onder het uitzenden van
straling verandert zo’n atoom in een ander element. Een kern van een niet-radioactief atoom
verandert nooit en heet daarom stabiel. Als er een streepje staat in de kolom halveringstijd in
binas tabel 25A is de stof stabiel.
Halveringstijd (t1/2) → de tijd waarin de helft van het aantal radioactieve kernen vervalt.
In de kolom helemaal rechts staat welk soort deeltje de kern uitstraalt. Soms is ook de
energie gegeven die het deeltje meekrijgt, met als eenheid elektronvolt (M)eV (binas 5).
eV = 1,602176565 x10-19 J (energie) eV = 1,1604519 x104 K (temperatuur)
Bij het uitzenden van straling verandert de oorspronkelijke kern (moederkern) in een andere
(dochterkern), dit heet radioactief verval.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneluitjens22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.