,Inleiding psychiatrie
HC 1 Inleiding psychiatrie
Wanneer is iets psychiatrisch: Wat is abnormaal?
1. Statistische (ab)normaliteit
IQ score distribution
Zowel een hoge als een lage intelligentie is abnormaal, maar heeft iedereen die bij deze
uitersten hoort een stoornis?
2. Psychosociale (ab)normaliteit
Afwijken van de norm in de maatschappij, normaal of abnormaal
Zeer afhankelijk van tijd, cultuur, subgroep
3. Persoonlijke (ab)normaliteit
→ De subjectieve ervaring (kans op misperceptie & overdrijving)
Persoonlijk lijden, niet functioneren →lijden
Irrationeel/onbegrijpelijk gedrag →lijden
Onvoorspelbaarheid en controleverlies → onvermogen
Gedrag dat ongemakkelijk doet voelen (observer discomfort) → Significant toegenomen
kans
op (maatschappelijke)
problemen
Overtreden morele normen → Significant toegenomen kans op (maatschappelijke)
problemen
Geschiedenis psychiatrie
Vanaf Hippocrates (460 v. Chr.) via Galenus tot in de 19e eeuw
Humoraalleer: (Psychische) ziektes zijn een disbalans van de 4 lichaamssappen:
1. Bloed (sanguis) sanguinisch: vurig, energiek
2. Gele gal (xanthè cholè) cholerisch: driftig
3. Zwarte gal (melaina cholè) melancholisch: zwartgallig
4. Slijm (phlegma) flegmatisch: kalm, rustig
,Middeleeuwen en later
Psychiatrisch beeld duidde op een straf van God, of op bezetenheid door de duivel. Geen
ziektemodel als zodanig meer.
Heksenverbrandingen
Eerste Dolhuysen voor ‘gekken en voor andere onmaatschappelijken’
Institutionalisering afgelopen eeuw
Vanaf 19e eeuw: psychiatrische ziekten als hersenziekten Onderzoek en categorisatie
Begin 20e eeuw: Freud en het onderbewuste; psychoanalyse, droomduiding, ‘neurotische
afweer’.
Vanaf jaren ’50: ontwikkeling psychofarmaca
Jaren ‘70: ‘antipsychiatrie’, tegen de ‘instellingspsychiatrie’
Vanaf jaren ‘90: deels terug tussen het groen
Jaren NU: Teveel opgenomen mensen, trend is weer dat mensen zoveel en zolang mogelijk
thuis/zelfstandig blijven wonen: sterke toename overlast en ongevallen.
Moderne verklaringsmodellen
Biopsychosociaal model
Het kwetsbaarheidsmodel:
- Draagkracht versus draaglast.
- Sterke versus zwakke punten.
- Coping
- Tijd (kwetsbare factoren, uitlokkende factoren, onderhoudend factoren)
Ontwikkelingsmodel:
- ADHD (aandacht tekort +/- druk), ASS (autisme spectrumstoornis)
Oorzaken van psychopathologie
Tegenwoordig hanteren we het BIOPSYCHOSOCIAAL model
Sociaal
Gezinstheorie
Sociaal milieu
Peergroup
Culturele omgeving
Affectieve functies
- Stemming, affect, affectmodulatie
(Affect = van korte duur, reactie op bepaalde situatie. Stemming = langdurende
gemoedstoestand, niet directe reactie op bepaalde situatie)
Conatieve functies
- Psychomotoriek (miniek, gestiek, spraak), kenmerken persoonlijkheid, wilsbekwaamheid,
niveau van psychosociaal functioneren. (psychomotoriek: bewegingen, mimiek, gestiek,
spraak)
Classificatie psychopathologie
Etiket plakken
Voordeel: noodzaak, overzichtelijk, richtlijnen, communicatie
Nadeel: classificatie wordt ten onrechte als diagnose beschouwd en vaak van dossier naar
dossier meegenomen, hokjesgeest
DSM (Diagnostic statistical manual of mental disorders)
Indeling psychiatrische stoornissen, met criteria voor elk psychiatrisch
beeld.
Streven: iedere bekwame diagnosticus komt tot dezelfde classificatie.
Inmiddels DSM 5, hoewel DSM IV-TR in de praktijk nog vaak gebruikt
wordt (UMCG)
Vanaf DSM III: indeling in 5 assen (multidimensioneel)
As 1: Huidige ‘’klinische toestandsbeelden/stoornissen’’
As 2: Persoonlijkheidsstoornissen + mentale retardatie
As 3: Lichamelijke toestand, indien relevant
As 4: Psychosociale problematiek (levensgebieden)
As 5: Globale beoordeling van het functioneren (GAF)
Bij elk item hoort een internationaal gebruikte codering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HanzeNursestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.