Samenvatting Ross – Over de grenzen van disciplines
Changing contours of the social science disciplines
De disciplines, die in de 20ste eeuw erkend werden als sociale wetenschappen, ontstonden
uit ouder kennis door een proces van scheiding en onderhandeling tussen verwante
overlappende interessegebieden.
In deze tijd waren universitaire opleidingen vooral belangrijk voor het voortbestaan van
gemeenschappen van gespecialiseerde wetenschappers en studenten.
Gespecialiseerde disciplines werden een basiskenmerk van menswetenschappen in de
20ste eeuw.
‘Project’ is de term die het best omvat hoe de meeste historici het proces van discipline
vorming zien. Hierdoor plaatst men het binnen de contingenties (onvoorspelbaarheden)
van de geschiedenis.
Disciplines waren geen product van automatische wetenschapsontwikkeling en er waren
ook geen natuurlijke categorieën. Ze moesten zich presenteren als gezaghebbende
leveranciers van definities en beschrijvingen van de wereld.
Sociale wetenschappers moesten concurreren om het recht om te bepalen wat telt als
intellectueel gevestigd en cultureel legitiem, niet alleen tussen en binnen disciplinaire
gebieden, maar ook in de publieke sferen.
Het disciplinaire project was ook gekoppeld aan een professionele functie, vooral in de
VS, waar een universitaire aanstelling geen traditionele rol met zich meebracht, zodat
professionele loopbaanlijnen en expertise belangrijke aandachtspunten waren.
De geschiedenis van sociaalwetenschappelijke disciplines is een voortdurende strijd van
meerdere deelnemers om een scherp omstreden, maar nooit duidelijk begrensd, discursief
en praktisch veld te bezetten en te definiëren (Mitchell Ash).
De term project benadrukt een spanning in het hart van alle historische verklaringen.
o Een project is namelijk enerzijds een gedeeld idee, ambitie, plan of blauwdruk.
o Anderzijds is een project geen plan, maar een raamwerk of een manier van
begrijpen binnen verschillende soorten ideeën en uitwerkingen die nodig zijn.
Recente historici hebben het belang benadrukt van praktijken = wat sociale
wetenschappers doen en de soorten hulpmiddelen die ze gebruiken, zoals wiskundige
modellering van de econoom tot een IQ-test op een school, etc.
Michel Foucault betoogde dat het project van menswetenschappen de diverse populaties
van de moderne samenleving ordent en beheert door middel van praktijken en de kennis
die gegenereerd wordt hierin.
Historici benadrukken zowel vrijheid als determinisme, bedoelingen en beperkingen van
historische contingentie.
Wat voor soort project was dan het project van disciplinaire vorming in de sociale
wetenschappen?
o Ten eerste de periode van disciplinaire vorming waarbij het disciplinaire
programma werd gelokaliseerd in de zoektocht van liberale elites naar de
gezaghebbende bron van rede te midden van de historische crises van de jaren 170
tot 1914.
o Tijdens het interbellum liepen de sociale wetenschappelijke oriëntaties die zich in
de VS en Europa ontwikkelden uiteen en kwamen vervolgens gedeeltelijk weer bij
elkaar, wat het toneel vormde voor een periode van revitalisering en van
geherformuleerde disciplinaire ambities na de twee wereldoorlogen.
, o Na 1970 werden deze ambities op de proef gesteld en werd het
sociaalwetenschappelijke disciplinaire project zelf in twijfel getrokken.
Disciplinaire vorming, 1870 – 1914
Liberale elites formuleerden voor het eerst sociale wetenschappen aan het einde van de
18de eeuw en hoewel het ideologische spectrum zich verbreedde, speelden de sociale
wetenschappen een centrale rol bij het ondersteunen van studies in de 19de eeuw en het
vestigen ervan als disciplines.
Liberalen waren tegen het einde van de 19de eeuw van de radicale rand afgestapt, naar het
centrum van de politieke macht, waar ze met nieuwe problemen geconfronteerd werden
die hen ertoe dwongen om overgeërfde principes opnieuw te onderzoeken: de bronnen van
morele en sociale orde in de stedelijke samenleving, de wederopbouw van de natie in het
tijdperk van democratie en imperialisme, de rol van de staat bij het beheer van de nieuwe
economie en remedies voor de sociale kwestie = het complex van armoede,
klassenconflicten en radicale en etnische diversiteit als gevolg van de industrialisatie en de
ontwrichtingen daarvan.
Disciplinaire specialisatie beloofde het gecombineerde wetenschappelijke en politieke
gezag van de sociale wetenschappers te vergoten door:
o Hun focus te vernauwen en hen te distantiëren van de druk van de politiek, maar
hierdoor werden ze afgesloten van de morele en politieke wereld die hun
vorming/project voedde. Disciplines zijn slechts relatief autonoom van de
omringende wereld en nemen deel aan de nationale culturen, politieke conflicten
en sociale verdeeldheid. Dus helemaal afgesloten kan niet.
Sociologie streed met literatuur, waar het realisme en maatschappijkritiek op schrijvers en
journalisten die zeggenschap claimden over het begrip van de moderne samenleving, en
met hervormingsbewegingen die zeggenschap claimden over sociale interventie.
Politicologie deed aanspraken op een terrein dat gedomineerd werd door feitelijke
ervaring van politici en burgers, psychologen werden geconfronteerd met kerkelijke,
spiritualistische en deskundigen op het gebied van gezond verstand.
Toch bleven specialisten openstaan voor populaire begrip, vooral wanneer ze
probeerden het zelf te beïnvloeden. Disciplinaire vorming stopte het verkeer tussen
formeel geconstrueerde populaire sociale kennis.
De nieuwe disciplines ontleenden wetenschappelijke autoriteit aan aangrenzende
wetenschappelijke domeinen:
o Evolutionaire biologie: het aangaan van een culturele scene die al rijk was aan
evolutionaire ideeën, stimuleerde het werk in verschillende richtingen. Darwins
theorie maakte de opvatting van mensen en dieren die zich aanpassen aan de
omgeving aannemelijk en de kijk op de samenleving als een organisme met
adaptieve structuren en functionele behoeften aannemelijk. zo kregen
adaptieve, functionele, organistische en evolutionaire modellen in de psychologie,
sociologie en antropologie een nieuwe legitimiteit.
Hoewel de sociale wetenschappen na verloop van tijd een zekere mate van autonomie
bereikte, bleven zowel de biologie als de geschiedenis alternatieve basissen voor het
organiseren van de sociaalwetenschappelijke disciplines en oefenden ze aanzienlijke
invloed uit.
Zowel de biologie als geschiedenis kwamen aan het einde van de 20ste eeuw naar voren als
opeisers van het sociaalwetenschappelijk project. Ook de economie kwam hierbij.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bryannadh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.65. You're not tied to anything after your purchase.