Omgevingsrecht t/m de Wro (lesweek 5) TWEEDE VERSIE: die bij
consultancy op 18 maart tot stand
Dit tentamen bevat 20 meerkeuzevragen. gekomen is (met video-opname)
Kies voor het méést juiste antwoord.
Succes!
1. Op meerdere overheidsniveaus kan en moet aan ruimtelijke planning worden gedaan.
Op welke niveaus en door middel van welke instrumenten?
A. Rijk, provincie en gemeente door middel van het vaststellen van structuurvisies.
B. Rijk, provincie en gemeente door middel van het vaststellen van structuurvisies
(Rijk en provincie) en bestemmingsplannen (gemeente).
C. Rijk en provincie door middel van het vaststellen van structuurvisies; voor
gemeenten is het vaststellen van structuurvisies niet verplicht.
Enige instrument wat wettelijk bestaat is de structuurvisie. Structuurvisie = naam
voor een verhaal of schets van deel van Nederland.
2. Wat is het essentiële verschil tussen een structuurvisie en een bestemmingsplan?
A. Een structuurvisie heeft geen juridische betekenis: bindt niemand. Een
bestemmingsplan bindt overheid en burgers.
B. Een structuurvisie is slechts zelfbindend: bindt degene die deze vaststelt. Een
bestemmingsplan bindt overheid én burgers.
C. Een structuurvisie bindt overheid en burgers. Een bestemmingsplan bindt slechts de
burgers.
Structuur is niet juridisch bindend en een bestemmingsplan wel. Structuurvisie heeft
wel betekenis, want staat wel in de wet.
3. Een ontwerpplan ligt ter inzage (OOKWEL= zit in de inspraak). Wat mag rijk of
provincie doen als ze het er niet mee eens zijn? dus REACTIEVE INSTRUMENTEN
– reagerend op ontwerp bestemmingsplan.
Op welke manieren kan de provincie - of het Rijk - zijn invloed laten gelden als dit
ontwerpplan (deels) in strijd is met een provinciaal - of een nationaal - belang?
A. In beroep gaan en/of een aanwijzing geven.
B. Zienswijzen indienen en daarna in beroep gaan en/of een proactieve aanwijzing
geven.
C. Zienswijzen indienen en daarna in beroep gaan en/of een reactieve aanwijzing
geven.
1
, 3 instrumenten: Eerst, meedoen aan inspraak (zienswijze indienen). Daarna kun je kiezen
uit: 2. In beroep gaan. 3. Reactieve aanwijzing geven.
4. Welke soorten bestemmingsregels kent een bestemmingsplan?
A. Gebruiksregels.
B. Gebruiks- en bebouwingsregels.
C. Gebruiks-, bebouwings- en verkeersregels.
Dit geldt ook voor beheersverordening en inpassingsplan. Gebruiksregels zijn: mb.t. de
functie: winkel, woning?
5. Het college van B&W moet zogenoemd vooroverleg hebben als het een planherziening
voorbereidt.
In welke fase van de bestemmingsplanprocedure is dat overleg verplicht?
A. Tijdens de terinzagelegging van het ontwerpplan.
B. Na de terinzagelegging van het ontwerpplan.
C. Voor de terinzagelegging van het ontwerpplan.
B&W moet tijdens bestemmingsplan procedure niet alleen inspraak geven, maar ook
vooroverleg hebben met andere overheden. Die moeten hun meningen kunnen geven over
ontwerp bestemmingsplan los van de inspraak. LOS VAN INSPRAAK EERST
VOOROVERLEG: RIJK, WATERSCHAP EN PROVINCIES. (Art. 3.8 WRO)
6. Een oud, papieren, bestemmingsplan is negen jaar oud.
Welke mogelijkheden heeft de raad om ervoor te zorgen dat het plan niet te oud wordt?
A. Een nieuw bestemmingsplan vaststellen.
B. Een verlengingsbesluit nemen.
C. Een nieuw bestemmingsplan vaststellen, een verlengingsbesluit nemen of het plan
digitaliseren en op www.ruimtelijkeplannen.nl publiceren.
Een papieren bestemmingsplan, dus voor de tijd dat ruimtelijke plannen bestond, is 9 jaar oud.
Volgens H3 Wro mag bestemmingsplan maximaal 10 jaar oud zijn. Je mag het 1 keer met 10
jaar verlengen. Om er voor te zorgen dat het niet ouder wordt als 10 jaar moeten ze een nieuw
bestemmingsplan vaststellen, een verlengingsbesluit nemen (als niet eerder gebeurd is) of het
plan digitaliseren en op ruimtelijke plannen .nl publiceren. ALLEEN PAPIEREN PLANNEN
ZIJN MAXIMAAL 10+10 jaar GELDIG. OP RUIMTEILJKE PLANNEN IS HET
ONEINDIG GELDIG. Digitaal plan in ruimtelijke plannen dan geldt er geen beperking in de
tijd. Dan hoeven ze nooit aan te passen als ze het niet willen. Eeuwig geldig.
7. Zie de vorige vraag: wat gebeurt er als de raad niets doet?
A. Het bestemmingsplan vervalt na tien jaar.
B. De gemeente kan van de bewoners van het plangebied geen rechten vragen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellekorsten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.