In dit document zijn de hoorcolleges volledig uitgeschreven met bijpassende afbeeldingen.
Verder kan je ook een samenvatting vinden in steekwoorden na elk dia.
Hoorcollege aantekening week 2 BAS 8
OL 2.01 Tonus en Selectiviteit
Tonus en selectiviteit zijn woorden die veel voorkomen met een hersenletsel.
Hemiparese na hersenbeschadiging
Wanneer je patiënten met een CVA behandeld, dan zal je veel termen tegen komen zoals een
hemiplegie, hemiparse en synergiën.
Een hemiplegie betekent dat er een gehele verlamming is van een lichaamshelft
Hemiparese betekent dat er een gedeeltelijke verlamming is van een lichaamshelft. Het betekent wel
dat er nog enige beweging mogelijk is, maar dat dat kwalitatief en kwantitatief slecht uit te voeren is.
Hier komt ook termen tegen als een paralyse en dat betekent dat er geen bewegingen mogelijk zijn en
een term zoals synergie, dat betekent dat er wel beweging mogelijk is, maar dat het er niet goed
uitziet. Dat kan dus betekenen, als er een arm opgedeeld wordt dat er verschillende spiergroepen
tegelijkertijd aanspannen om een beweging tot stand te laten komen, maar de kwaliteit daarvan is ook
niet altijd goed. Maar synergiën betekent in ieder geval dat groep spieren een beweging probeert uit te
voeren
Samenvatting:
Hemiplegie:
–is een gehele verlamming van een lichaamshelft.
Hemiparese: gedeeltelijke verlamming van een lichaamshelft
– wel enig effect op bewegen, maar de bewegingen zijn kwalitatief en kwantitatief gestoord.
Synergiën: de spieren functioneren slechts in groepen.
Definitie spasticiteit
Spasticiteit is ontstaan door een onderbreking van de corticospinale baan, de piramide baan binnen
centrale het zenuwstelsel en deze onderbreking kan het gevolg zijn van een ziekte of een trauma. In
het meeste gevallen kan dat zijn door een cerebrovasculair accident (CVA) of een
ruggenmergaandoening zoals bv een dwarsleasie of MS. Hier zien jullie de definitie van spasticiteit uit
1980 die nog steeds gangbaar is: een snelheidsafhankelijke weerstand bij passief bewegen als gevolg
van een verhoogde rekreflexactiviteit. Dus als je een ledenmaat passief beweegt met een
snelheidsfactor ontstaat er een rekreflexactiviteit, waardoor er dus een spasticiteit kan ontstaan.
De pathofysiologische achtergrond is een verstoring van een inhiberende, remmende invloed van het
rekreflexactiviteit. Maar de piramidebanen zijn hier niet alleen verantwoordelijk voor, want er zijn ook
andere baansystemen die hiervoor verantwoordelijk voor zijn, omdat daar een balansverstoring zit
tussen de inhiberende en faciliterende banen. Jullie zullen ook termen tegenkomen zoals hypertonie.
Dat betekent als je het vergelijkt met definitie van spasticiteit dat betekent NIET snelheidsafhankelijk
is. Als je bv een arm beweegt van flexie naar extensie. Gewoon het rustig passief bewegen, dan zul je
merken dat er een ongelijke verdeeldheid is van de flexoren en de extensoren, dan zou je kunnen
ervaren dat de flexoren van het arm hypertoon zijn. En het is meestal zo dat het arm heeft het flexie
hypertoon en aan de onderste extremiteiten zit een extensie hypertonie.
Samenvatting:
Snelheidsafhankelijke weerstand bij passief bewegen als gevolg van een verhoogde
rekreflexactiviteit. (Lance 1980)
Men onderscheidt de klinische methoden om de spasticiteit te meten en te kwantificeren van de
geïnstrumenteerde methoden.
,Klinische kenmerken van spastische parese
Het klinisch beeld van en spastische parese bij een cerebrale laesie verschilt aanmerkelijk van dat bij
een laesie op ruggenmerg niveau. Bij een cerebrale laesie ontstaat een spastische parese aan de
contralaterale extremiteit en is er geen volledig motorisch uitval. Er is nog een beperkende mate van
beweging mogelijk. De bewegingen die mogelijk zijn of niet mogelijk zijn is afhankelijk van de grote
van de laesie en ook van de lokalisatie van de cerebrale laesie. Daarnaast is er ook een spontane
herstel wat ook bepaald of er bewegingen terug komen of niet.
We spreken van positieve en negatieve symptomen. Negatieve symptomen zijn gevolg van verlies of
terugval van controle van hogere centra over lagere centra, waardoor er uitval ontstaat. Dat is een
kenmerkend verschijnsel, daarnaast kracht vermindering is een kenmerkend verschijnsel. En de
hypotonie die daar ontstaat.
Een positieve symptoom bij de cerebrale laesie zijn ook de pathologische mee bewegingen, waardoor
ontremmingsverschijnselen ontstaat. Zo ontstaan er bij buigen van het elleboog een abductie en
endorotatie van de schouder, wat bv de flexie synergie genoemd wordt en als er een extensie
gevraagd wordt kan er bv een extensie synergie ontstaan. Andere kenmerken bij positieve symptomen
zijn de hyperreflexie, hypertonie. En die positieve symptomen ontstaan door ontbreking van het
motorische coricosspinale systeem. De hoge centra kunnen niet meer hun controlerende functie over
lagere centra uitoefenen, waardoor dus de lagere centra in het centrale zenuwstelsel zich nu
ongeremd zijn en dat betekent dus dat deze positieve symtomen ontstaan.
Samenvatting:
Negatieve symptomen zijn het gevolg van een verlies of terugval van controle van hogere
centra over lagere centra.
Duidelijke uitvalsverschijnselen.
Krachtsvermindering (parese).
Kenmerkend is hypotonie.
Positieve symptomen ontstaan door ontremming.
Door de onderbreking van het motorische corticospinale systeem kunnen hogere centra niet
meer hun controlerende functie over lagere centra uitoefenen, waardoor lagere centra in het
centrale zenuwstelsel zich nu ongeremd kunnen manifesteren.
Hyperreflexie, hypertonie en pathologische mee bewegingen.
Flexie-en extensiesynergie in spastische extremiteiten.
Reflexen
Wanneer je iemand tegenkomt met een CVA, dan zul je zien dat er een verhoogde reflex activitieit is
en vanuit het hiërarchisch model is dit te verklaren dat een laesie op neo-niveau zit. Vanuit het neo-
niveau worden signalen uitgegeven, waardoor een reflex genormaliseerd is, maar doordat die
verstoring er is, is er een ontremming door het wegvallen van die modulerende invloed vanuit het neo-
niveau. Als we het hebben over bv het archie-niveau, die is verantwoordelijk dat de reflexen zijn dus
een reflex is nog wel intact, maar van uit het inhiberende werkingen dus die verstoord zijn vanuit het
niveau, betekent dus dat vanuit het archi-niveau de reflexen wel intact zijn, maar doordat het neo
niveau is uitgevallen is er dus nog wel een reflex aanwezig, sterker nog hij is versterkt. Eventjes voor
de volledigheid, paleo niveau wat er tussen in zit, is verantwoordelijk voor emoties, expressies en
automatismen en deze zijn ook intact.
Samenvatting:
Reflexen zijn ontremd (voorbeeld van een ‘positief’ symptoom)
Vanuit hiërarchisch model verklaard:
–De laesie zit op neoniveau
- Ontremming door het wegvallen van de modulerende invloed vanuit het neo niveau
, Selectiviteit/ synergiën
We gaan het hebben over selectiviteit en synergien. Synergie zijn bewegingen die tot stand komen
doordat spieren samenwerken om tot een beweging te komen. Bij herstelletsel zoals CVA, is er een
verstoring van het corticospinale baansysteem, waardoor bewegingen niet juist goed meer uitgevoerd
kunnen worden. Er zijn baan systemen die dit overnemen en dat zijn de reticulospinale baan
systemen, maar deze zijn minder specifiek, waardoor er gecompenseerd moet worden. Dat betekent
dat de bewegingen niet mooi tot stand kunnen komen. Bij deze verstorende bewegingen moeten we
ook niet vergeten dat het klinisch beeld van CVA ook vaak te maken heeft, door een hemiparase. Dat
is het uitvallen van spieren van een lichaamshelft. Het klinisch beeld van mensen met een CVA is
eigenlijk een mengbeeld van synergie en een parese. Je kan je voorstellen wanneer een patiënt zijn
arm wil heffen en als fysiotherapeut ondersteuning geeft aan een schouder, dat zou je kunnen doen in
je achterhoofd om bv parese te ondersteunen en als je dat doet dan zou je kunnen zien wanneer bv
een elleboog bewogen wordt die selectiviteit verbeterd. Zo zie je dus dat de hemiparase en de
synergien dat dat mengbeeld, dat je dat tegen kan komen bij mensen met een CVA.
Wanneer dus iemand zijn bewegingsenergie gebruikt om een functie uit te voeren kun je dit zien als
een gunstige adaptief proces. Wanneer de bewegingen steeds gemakkelijker gaan en de bewegings
synergiën nemen af dus mensen worden minder afhankelijk van zo’n bewegingssynergie ontstaan er
dus meer geïsoleerde bewegen, gedissocieerd bewegen wordt steeds beter en dat kan dus ook een
gevolg zijn van een spontaan neurologische herstel.
Samenvatting:
Patiënten die gebruik maken van bewegingsenergieën om functionele handelingen uit te
voeren moet gezien worden een als een gunstig adaptief proces.
Het steeds minder afhankelijk worden van bewegingsenergieën en de mogelijkheden om
geïsoleerd/gedissocieerd te bewegen, zijn een reflectie van het spontaan neurologisch
herstel.
Extensiespasme/ Flexiespasme
Mensen met een CVA kunnen hun extensie spasme of flexiespasme hebben. Zoals eerder gezegd is
zit laesie op neo-niveau waarbij de inhibitie wegvalt met als gevolg versterkte anti- zwaartekracht
houding. Voor een arm betekent dat het een flexie overheerst en voor een been betekent dat de
extensie overheerst.
Samenvatting:
Laesie op neoniveau:
- Inhibitie valt weg, met als gevolg versterkte anti-zwaartekracht houding.
Voor de arm betekent dit een flexie spasme
Voor het been betekent dit een extensie spasme
Naast spasticiteit van cerebrale oorsprong ook:
Naast een cerebrale laesie wat spasticiteit veroorzaakt zoals eerder benoemd zijn er ook ander delen
van het zenuwstelsel die verantwoordelijk kunnen zijn voor spasticiteit. En dat geeft hele andere
uitingen in het lichaam.
Zo hebben we het over de spinale spasticiteit, zo kun je denken aan een dwarslaesie en deze
patiëntengroep hebben dus de neiging tot flexie spasmen van het alle ledenmaten. De supraspinale
invloeden in dus verdwenen en er zijn geen bewuste beïnvloeding mogelijk. Er ontstaat gemakkelijke
massale reflex activiteit die voor de patiënt hinderlijk is, wanneer iemand in zijn rolstoel zit, kan dat
door een hele kleine trigger ontstaan en je kunt je voorstellen voor patiënten heel hinderlijk kan zijn.
We hebben het over een decerbratierigiditeit wanneer er een snede is in het mesencephalon en dan
ontstaat er een typische extensie stijfheid van alle ledematen.
Wanneer we het hebben over rigiditeit en dat is een rigiditeit een stijfheid bv bij parkinson en ook bij
andere extrapiramidale ziekten kan dit voorkomen en als je dus probeert om een ledemaat te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shovalturk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.