overzicht communicatiesoftware en aided language stimulation
oc therapie en casusvoorbeelden
Written for
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Logopedie
Ondersteunde communicatie
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
catoverheijen
Reviews received
Content preview
Ondersteunende communicatie
HC 1: Definitie en doelgroepen
1.1 Wat is ondersteunende communicatie?
Communicatie (van Balkom, Welle Doncker, 2004)
= belangrijkste en meest fundamentele levensbehoefte; een wezenlijk kenmerk van mens-zijn en
samen-zijn.
Ondersteunde communicatie (van Balkom, Welle Doncker, 2004
= het gebruik van technieken, strategieën en symbolen om ondersteuning te geven aan personen die
beperkingen ondervinden om te communiceren via natuurlijke spraak of conventioneel handschrift
Ondersteunde communicatie
= Groep van alle mogelijke hulpmiddelen die je kan inzetten.
Ondersteunende communicatie
= 1 iets dus bv. spraakcomputer.
Totale communicatie
= Geheel van alle mogelijkheden die bestaan
Internationaal: AAC (Augmentative and Alternative Communication)
Linda Burkhart:
“AAC is a set of tools and strategies that an individual uses to solve everyday communicative
challenges. Communication can take many forms such as: speech, a shared glance, text, gestures,
facial expressions, touch, sign language, symbols, pictures, speech generating devices, etc. Everyone
uses multiple forms of communication, based upon the context and our communication partner.
Effective communication occurs when the intent and meaning of one individual is understood by
another person. The form is less important than the successful understanding of the message.”
(in eigen woorden kennen)
à De vorm waarin we het doen is minder belangrijk dan het succesvol begrijpen van de boodschap
Asha:
“Augmentative and alternative communication (AAC) includes all forms of communication (other than
oral speech) that are used to express thoughts, needs, wants, and ideas. We all use AAC when we
make facial expressions or gestures, use symbols or pictures, or write.
People with severe speech or language problems rely on AAC to supplement existing speech or
replace speech that is not functional. Special augmentative aids, such as picture and symbol
communication boards and electronic devices, are available to help people express themselves. This
may increase social interaction, school performance, and feelings of self-worth.
AAC users should not stop using speech if they are able to do so. The AAC aids and devices are used to
enhance their communication.”
à Officiële definitie
Communicatiemodel van Shane
1
,MAAR niet iedereen ‘past’ in dit model… (bv communicatie bij personen die doof-blind zijn,…)
à Daarom uitbreiding van het model van Shane door Johan Kindt
Communicatieve omgeving
• Je eigen communicatieve houding is héél belangrijk!
• Communicatietips:
o Heb geduld!
o Visualiseer
o Maak gebaren
o Betrek de familie erbij
o Gebruik video
o …
1.2 Doelgroep
Voor wie?
Enkele oorzakelijke factoren van ontwikkelingsstoornissen die kunnen leiden tot beperkingen in de
communicatie (aangepast naar Blischak, Loncke, Waller; 1997)
Enkele voorbeelden van verworven condities die een communicatiebeperking met zich kunnen
meebrengen (naar Van Balkom, Welle Doncker, 1994)
2
,Settings
• Buitengewoon onderwijs
• Medisch Pedagogisch Instituut
• Dagcentra
• Ziekenhuizen
• Revalidatiecentra
Occasioneel:
• Zelfstandige praktijk
• Regulier onderwijs (ondersteuningsnetwerk vnl. voor type 4-kinderen)
• Rust- en verzorgingstehuizen
Cerebral palsy (CP)
= A group of permanent disorders of the development of movement and posture,
causing activity limitation, that are attributed to nonprogressive disturbances that occurred in the
developing fetal or infant brain.
The motor disorders of CP are often accompanied by disturbances of sensation, perception, cognition,
communication, and behavior; by epilepsy, and by secondary musculoskeletal problems.
à In eigen woorden kennen
Indelingen:
A. Indeling volgens houding en beweging, tonus
B. Indeling volgens aangetaste ledematen
C. Uitingsvormen
D. Bijkomende stoornissen
E. Diagnose
A. Indeling cp: houding, beweging, tonus
• Spastisch
o Letsel in piramidaal systeem, periventriculaire
o leukomalacie
o Kenmerken:
§ Stijve spieren in de aangetaste extremiteiten, stijfheid rond gebied van de romp
§ Trage bewegingen (tgv stijfheid)
§ Richting van de bewegingen is wel accuraat (bv. reiken naar een object, reiken in de
juiste richting, maar traag)
§ Variatie in bewegingen is beperkt
§ Ontwikkelen na verloop van tijd contracturen of deformaties
• Dyskinetisch: dystonie, athetose, rigiditeit, tremor
o Letsel in extrapiramidaal systeem, basale ganglia en thalamus
o Kenmerken:
§ Athetose:
Ø Onwillekeurige bewegingen
Ø Variabele spiertonus
Ø Bewegingen: traag en ‘kronkelend’
Ø Reiken naar object: omgekeerde beweging, vaak ‘over’ of ‘onder’ reiken
à Arm en hand bewegen eerst weg van het object alvorens in de juiste richting te
reiken
§ Rigiditeit
§ Tremor
3
, • Hypotonie (vaak overgangsfase)
o Kenmerken:
§ Vaak bij hele jonge kinderen
§ Vaak overgangsfase (à evolueert naar spasticiteit of dyskinesie)
§ In ernstige vorm: tonen weinig bewuste bewegingen
§ Algemeen zwak, weinig weerstand tegen zwaartekracht
§ Houdingsinstabiliteit
§ Sterk vertraagde ontwikkeling van motorische mijlpalen
• Ataxie
o Voorkomen:
§ Bij sommige genetische aandoeningen: geïsoleerd probleem
§ Bij CP: ataxie meestal gecombineerd voorkomen met hypotonie, spasticiteit of
dyskinesie
o Kernmerken:
§ Problemen met houdingscontrole
§ Ontregeld evenwicht
§ Onnauwkeurige controle van de timing en coördinatie van bewegingen
§ Vaak geassocieerd voorkomen met hypotonie
§ Tremor kan voorkomen
• Mengvormen
B. Indeling volgens aangetaste ledematen:
• Monoplegie
o 1 lidmaat aangetast (zelden!)
• Hemiplegie
o 2 ledematen aangetast, aan dezelfde zijde
• Diplegie
o Alle ledematen zijn aangetast, maar benen zijn meer aangetast dan armen
• Quadriplegie of tetraplegie
o Alle ledematen evenveel aangetast
• Triplegie (zelden)
o 3 ledematen aangetast
• Paraplegie
o Enkel onderste ledematen aangetast à zelden bij CP
D. Bijkomende stoornissen
Algemeen:
• Algemeen:
• Visuele stoornissen
o Visueel-Motorische
o Visueel - Perceptueel: CVI
• Auditieve stoornissen
• Epilepsie
• Ademhalingsstoornissen
• Afwijkingen thv het skelet
• Gedragsstoornissen
• Cognitieve beperkingen
Logopedisch:
• Slikstoornissen
o Voedingsstoornissen
o Kwijlen of speekselvloed
o Taal en communicatiestoornissen
• Spraakstoornissen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catoverheijen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.