100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting indexcijfers, diverse toepassingen en oefeningen $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting indexcijfers, diverse toepassingen en oefeningen

 12 views  2 purchases
  • Course
  • Level

indexcijfers, diverse toepassingen en oefeningen

Preview 3 out of 20  pages

  • September 21, 2022
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Indexcijfers
Elk examen bevat sommen met indexcijfers. Zorg er dus voor dat je het onderstaande
goed beheerst!!!!!!!

inflatie = stijging van het gemiddelde prijsniveau 1

Stijging van het gemiddelde prijsniveau (= gemiddelde prijspeil) wordt ook wel stijging
van de kosten van het levensonderhoud genoemd. Om de toename van het gemiddel-
de prijspeil te berekenen, verricht het Centraal Bureau voor de Statistiek (= CBS) jaar-
lijks een budget-onderzoek.

budgetonderzoek = een periodiek onderzoek van het CBS naar de uitgaven van een
gemiddeld gezin met een bepaald inkomen en een bepaalde ge-
zinssamenstelling

De stijging van de prijs van een bepaald goed wordt gewoonlijk weergegeven d.m.v.
een prijsindexcijfer (= PIC).

indexcijfer = verhoudingsgetal waarmee de grootte van een bepaald verschijnsel
wordt uitgedrukt ten opzichte van datzelfde verschijnsel in een andere
periode

Voorbeeld:

De prijs van een CD stijgt in een jaar tijd van € 20 tot € 22,50.
Het prijsindexcijfer bereken je als volgt:

nieuwe prijs
PIC = x 100
oude prijs

Dus:

€ 22,50
PIC = x 100 = 112,5
€ 20

Het indexcijfer 112,5 geeft aan dat de prijs van deze CD in het betreffende jaar met
12,5% (= 112,5 - 100) is gestegen.

Onthoud: - een indexcijfer boven de 100 duidt op een procentuele stijging.
- een indexcijfer onder de 100 duidt op een procentuele daling.


1
de€ latie = daling van het gemiddelde prijsniveau

,opgave 1:
Gegeven: De prijs van een blikje cola stijgt met € 0,10 tot € 0,90.
Gevraagd: Met hoeveel procent is het blikje cola in prijs veranderd?(1 decimaal)
(eindantwoord: met 12,5 % gestegen)

Laten we vervolgens het consumentenprijsindexcijfer (= CPI) bekijken. Aan het CPI
kun je de stijging van de kosten van het levensonderhoud aflezen.
Vroeger werd het CPI meestal het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie (= PIG) ge-
noemd.

Stel dat het CPI op 15 april 2004 100 bedraagt en op 4 juni 2010 134,6 dan wil dit zeg-
gen, dat
a. de kosten van het levensonderhoud (= het algemene prijspeil)
b. in de periode 15 april 2004 - 4 juni 2010
c. met 34,6% (= 134,6 - 100) zijn gestegen.

We hebben hierboven gesproken over het gemiddelde prijspeil.
Dit gemiddelde prijsniveau wordt weergegeven door middel van het samengesteld
gewogen prijsindexcijfer, d.w.z. het prijsindexcijfer van het totale goederenpakket.

• Samengesteld wil zeggen dat het om de prijsverandering van alle goederen samen
gaat.
• Gewogen betekent dat rekening wordt gehouden met het aandeel van elk goed in
de totale uitgaven.
Immers, de prijsstijging van elk goed afzonderlijk weegt niet even zwaar: goederen
waaraan veel geld wordt uitgegeven moeten zwaarder wegen dan goederen waaraan
minder wordt uitgegeven.
Zo is een gezin dat een huis huurt meestal ongeveer ¼ van het inkomen kwijt aan huur.
Stijging van de huur met 5% weegt daarom bijv. veel zwaarder dan stijging van de prijs
van een pak zout met 5%, want een pak zout kost toch bijna niets.

Voorbeeld (alle bedragen luiden in euro’s):
Een gezin koopt eenzelfde pakket goederen in 2005 (= basisjaar = jaar waarmee wordt
vergeleken) en in 2012.
We gaan uit van 4 goederen: A, B, C en D (dit zouden ook 4 artikelengroepen kunnen
zijn, zoals voedsel, kleding, medische zorg enz.).
Het nieuwe jaar (hier: 2012) noemen we het beschouwde jaar.

goed prijs per stuk prijs per stuk aandeel in de Zo wil een aan-
2005 2012 uitgaven deel van 20% bij
goed A zeggen,
A 4,00 4,80 20%
dat van elke €100
B 2,00 2,70 15% die wordt uitge-
C 3,00 2,50 35% geven, er €20
D 5,00 5,40 30% naar goed A gaat.


2

, wegingsfactor = aandeel van (= uitgaven aan) een bepaald artikel of van een
bepaalde artikelengroep (hier: A, B, C, D) in de totale
uitgaven.

wegingsfactoren: goed A: 20% (= 0,20)
goed B: 15% (= 0,15)
goed C: 35% (= 0,35)
goed D: 30% (= 0,30)

Opdracht: Bereken het samengesteld gewogen prijsindexcijfer voor het jaar 2012!

Oplossing: Maak met behulp van de bovengenoemde gegevens een tabel zoals hier-
onder staat:

goed prijs 2005 prijs 2012 partiële prijsindexcijfer 2012 = procentuele
(prijs nieuw / prijs basisjaar) x 100 prijsverandering
A 4,00 4,80 (€ 4,80 / € 4,00) x 100 = 120,00 + 20,00%
B 2,00 2,70 (€ 2,70 / € 2,00) x 100 = 135,00 + 35,00%
C 3,00 2,50 (€ 2,50 / € 3,00) x 100 = 83,33 - 16,67% 2
D 5,00 5,40 (€ 5,40 / € 5,00) x 100 = 108,00 + 8,00%


partiële prijsindexcijfer = indexcijfer dat de prijsverandering van elk goed
afzonderlijk weergeeft

We onderscheiden in het bovenstaande schema 4 partiële prijsindexcijfers:

PICA = 120,00 (PICA = prijsindexcijfer van goed A )
PICB = 135,00
PICC = 83,33
PICD = 108,00

Bereken nu het samengesteld gewogen prijsindexcijfer van 2012 met 2005 als basis.

Oplossing: je vermenigvuldigt steeds de wegingsfactor met het partiële prijsin-
dexcijfer!!

(0,20 x 120,00) + (0,15 x 135,00) + (0,35 x 83,33) + (0,30 x 108,00) =

24,00 + 20,25 + 29,17 + 32,40 = 105, 82

Het gemiddelde prijspeil is in de periode 2005 - 2012 dus met 105,82 - 100 = 5,82% gestegen!

2
want 100 – 83,33 = 16,67 De prijs is dus gedaald met 16,67%!!!!

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bovandergiessen1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  2x  sold
  • (0)
  Add to cart