100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide aantekeningen hoorcolleges eerste deel van Politie & Veiligheid $5.17   Add to cart

Class notes

Uitgebreide aantekeningen hoorcolleges eerste deel van Politie & Veiligheid

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van het eerste deel van Politie & Veiligheid. Uitgebreide aantekeningen, niet alleen de tekst op de powerpoint, maar aangevuld met dat wat de docent vertelde.

Preview 4 out of 32  pages

  • September 22, 2022
  • 32
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Marc schuilenburg
  • All classes
avatar-seller
Politie en Veiligheid

HC 1

Politie en organisatie
- Verschil tussen politie als organisatie en politie als proces. Die taken worden niet allemaal
door de organisatie politie uitgevoerd.
o Bijvoorbeeld financiële criminaliteit waarbij banken een grote rol spelen.
o Marechaussee doet ook veel met policing

Politie is politieke instelling
- Woord komt van politeia/polis: ter bescherming van de stadstaat. De politie is dan ook niet
neutraal, maar voert de politieke keuzes uit.
o Politeia, polis, politics, policie, politie
- Veel te maken met de staatsvormingsprocessen 17 e/18e/19e eeuw:
o Daarvoor had je niet van die grote staten zoals je die nu had, maar had je
middeleeuwse stadjes.
o Kernfuncties staat: interne/externe veiligheid, belasting heffen, organisatie/bestuur
 Staten gingen dit steeds meer monopoliseren en centraal regelen
 Politie is het willose wapen van de machthebbers
o Overheidsmonopolie fysiek geweld
 Geweldsmonopolie kwam steeds meer bij de staat te liggen
 Opkomst van politie gaat dus hand in hand met de opkomst van die
natiestaten
o Opbouw rechtsstaat
- Politie is ‘recent’ verschijnsel: Napoleontische periode
o Marechaussee was ingevoerd om het zuiden van Nederland in bedwang te houden
o 2 grote lijnen in de geschiedenis: heersen en beheersen
 Heersen: heersen over de burger, de geleidelijke machtconcentratie naar de
overheid.
 Beheersen: regelen van de moderne samenleving
- High en low policing (Brodeur. 1983/1988)
- Politie-systemen vanaf 1650 langs een continuüm: belangen van de staat ene uiterste
(heersen), belangen burger ander uiterste
o Sinds ’70 zitten we in Nederland meer op belangen van de burger
- Politiestaat is het ene uiterste: Nazi-Duitsland, communistische landen (Voormalig Oost-
Duitsland: Stasi) en dictatoriale regimes (Noord-Korea)

Belangen van de staat:
- Politiestaat: Nazi-Duitsland/Stasi in voormalige DDR
- Dictatoriale regimes
- Burgers als potentiële (politieke) bedreiging, alles er opgericht om de burgers te controleren
en eronder te houden
- Geheime politie; informanten
- Due process afwezig; rule of law afwezig

Belangen van de burger:
- Onderdeel democratische rechtsstaat
- Rule of law, checks and balances (bij macht komt tegenmacht)
- Dicht bij de burger georganiseerd (buurt- en wijkteams; aanspreekbaar/bereikbaar)
- Centraal begrip: community policing

, - De-escalatie
Het begrip orde:
- Functie van politie:
o Handhaving van de openbare orde
o Handhaving van rechtsorde
o Hulpverlening aan hen die dat behoeven
- High versus low policing (Brodeur, 1983/1988)
o High policing/Haute police
 Nationale veiligheid, politieke orde, verstoringen/ontwrichting (delen)
samenleving of continuïteit democratische rechtsstaat:
 Politieke inlichtingendiensten (in samenwerking met politie)
 Veiligheidsdiensten zoals AIVD, MIVD, NCTV
 Methoden: open bronnen, interceptie berichtenverkeer, observatie,
agenten en bronnen (informanten)
 Proberen zicht te krijgen op onder andere: Links en rechts activisme,
dierenactivisme, non-proliferatie, economische spionage, terrorisme,
radicalisering
o Low policing:
 24/7 ‘kleine’ ordeverstoringen:
 Noodhulp, meldingen, verkeer, nachtleven, voetbalwedstrijden,
grote evenementen (crowd control)
 Hier is de politie veel werk aan kwijt, is datgene waar de politie
eigenlijk constant mee bezig is
 Functie politie
 ‘onvermijdelijk onderdeel moderne samenleving’ (Reiner)
 ‘Reproductie orde’ (Ericson)
 ‘Toepassing niet-onderhandelbaar geweld’ en ‘om iets te stoppen
dat beter niet kan gebeuren. Nu!’ (Bittner)
o Men kan praten, maar heeft ook de mogelijkheid om in te
grijpen want geweldsmonopolie
 ‘Er zijn’ om van ene op andere moment interventies te plegen
(Kuiper)
 Naast ‘authorative power’ ook ‘symbolic power’ van belang (Loader)
 Politiemensen zijn ook kenniswerkers (Ericson), er wordt informatie
verzameld en verwerkt.

Macht en controle
- Aandacht voor etnisch profileren en black lives matter

Algemene beginselen
- Politie en rechtsstaat “waakzaam en dienstbaar aan de waarden van de rechtsstaat”
- Artikel 1 Gw in de hal van politiebureaus aan de wand: gelijkheidsbeginsel
- Richtinggevende gedragsnormen voor fatsoenlijk en behoorlijk handelen:
o Burgerlijk wetboek
o Wetboek van strafvordering
o EVRM
- Overheidsorganen en overheidsfunctionarissen gebonden aan wettelijke voorwaarden en
ongeschreven regels
o Vertrouwensbeginsel
o Gelijkheidsbeginsel
o Beginselen van evenredige belangenafweging

, o Verbod détournement de pouvoir
o Rechtmatigheid en behoorlijkheid
- Situaties waarin politie opereert zijn complex en er moeten constant afwegingen worden
gemaakt en dat is moeilijk allemaal tot op de puntjes te redeneren.

Beleidsvrijheid
- ‘Street level bureaucracy’, ‘street corner politicians’, burgers hebben grote discretionaire
bevoegdheid. Wat er boven wordt beslist, kan in de praktijk heel anders worden uitgevoerd,
agenten moeten veel zelf beslissen
- Niet alles is dicht te regelen, zekere beleidsvrijheid is niet te voorkomen.
- 4 redenen waarom politie zoveel beleidsvrijheid heeft:
o 1. Grote mate van autonomie door de aard van politie werk:
 Fysiek en sociale kloof agenten en leidinggevenden
 Informatievoorsprong mensen op straat
 Direct contact burgers
o 2. Uitgebreid juridisch raamwerk waaruit kan worden gekozen en politiefunctionaris
bepaalt steeds zelf of, en wek juridisch instrument wordt ingezet
o 3. Interne sturing politieorganisatie belangrijke randvoorwaarde:
 Gedecentraliseerde organisatie: keuzevrijheid op de laagste niveaus in de
organisatie
 Leerstuk van de professionele ruimte (Realisatieplan Nationale Politie) en
leerstuk ‘georganiseerd vertrouwen’
o 4. Sturing (en controle) op grote afstand van de 1 e lijn leidinggevenden

Rechtsstaat en algemene beginselen
- In woord en geschrift uitputtend uitgewerkt
- Uitgebreid stelsel van interne/externe (in)formele checks and balances
- Intern: groepsdruk directe collega’s en teamleden, klachtenprocedures,
vertrouwensfunctionarissen, bureaus intern onderzoek, direct leidinggevenden in briefings,
evaluaties en functioneringsgesprekken
o Groepsdruk kan ook negatief werken
- Extern: Nationale Ombudsman, Commissie Politieklachten, social media, verschillende
monitorinstrumenten (over oa bereikbaarheid, klantvriendelijkheid, zichtbaarheid,
waardering laatste politiecontact etc)


Geschiedenis van de Nederlandse politie 1810-2018

Fundamenten:
- 1810-13: Frans justitiebestel
o Het was een zooitje in Nederland. Door Frankrijk kregen we een gecentraliseerd
systeem met een marechaussee, een landelijk openbaar ministerie en dat soort
dingen. Het werd centralistischer en uniformer.
- 1851: Gemeentewet Thorbecke
o Thorbecke heeft het een parlementaire democratie gemaakt en de gemeentewet
ingevoerd.
 Door de gemeentewet werd de burgermeester hoofd van de politie ter
plaatse en de gemeenteraad kan apv’s maken. Plaatsen verschillen namelijk
van elkaar, dus dan moeten ze volgens Thorbecke ook verschillende regels
(apv’s) kunnen hebben.
 Gedecentraliceerd politiebestel

,  Voor het platteland kwam de Rijksveldwacht
- Structurele spanning tussen centraal (vanwege de Franse tijd) en decentraal (vanwege
thorbecke). Spanning tussen (links is centraal en rechts is decentraal):
o Justitie vs bestuur
o Strafrecht vs ordehandhaving
o Nationaal (overal zelfde wetten en handhaving) vs lokaal
o Procureur-generaal vs burgemeester
o Efficiëntie vs legitimiteit
o Focus op repressie vs preventie

Fasen:
- 1875-1918: Moderne politieorganisatie
- 1918-1977: professionele politie
- 1940-1945: Duitse bezetting
- 1977-nu: gebiedsgebonden politieorganisatie
- 2013: Nationale Politie

1875-1918: Moderne politie:
- Verstedelijking en industrialisering leidden tot modernisering van politie in grote steden,
elders stagnatie
o Er was daarvoor wel een soort politie, maar dat waren meer nachtwakers of
marktmeesters, maar door industrialisering was er meer geld en konden mensen uit,
er kwam verkeer, veel mensen bij elkaar, etc. Dat vroeg om regulering.
 De complexere samenleving leidde tot meer problemen
- Politie krijgt georganiseerd, hiërarchisch verband, men krijgt uniform
- Nog geen opleiding
- Militaire discipline, nauwelijks dienstinstructies
- Permanent toezicht in hele grondgebied gemeenten, nachtwacht verdwijnt
- Onuitgesproken doel: bedwingen sociale onrust
- Recherche in grote steden, de grote steden volgden daarmee steden in andere landen

1914-18: Eerste wereldoorlog
- Eerste wereldoorlog was een loopgravenoorlog
- Krijgsmacht heeft impact op politie
o Achter de frontlinies werd het beleid ingesteld in een centraal commando centrum
en een centrale plaats waar alle meldingen binnen kwamen en dat werd
doorgestuurd naar de mensen in het veld. Dus dit zorgde voor een
professionalisering van de politie
o Na WO I kwam de centrale meldkamer

Professionele politie:
- Nieuw formeel doel voor politie: volledige wetshandhaving
- Politie vestigt geweldsmonopolie en oriënteert zich op justitie en wet
- Politiewerk is een vak, vergt opleiding van in het bijzonder kennis van de wet
- Geleerd van de eerste wereld oorlog: samenwerking tussen straatagenten (mensen in het
veld) en specialisten op het hoofdbureau. Er komen ook allemaal gespecialiseerde diensten
op
- Burgers moeten aangifte doen, geen eigenrichting. Politie gaat dan op professionele manier
aan de slag met die melding.
- Politie belooft burgers veiligheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisalabo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17  1x  sold
  • (0)
  Add to cart