Sphrase-building and splash errors, little vague sentences. Sin of your money man
By: henriettevojinovic-bos • 6 year ago
By: keeskansloos • 6 year ago
By: PetraGeerts • 7 year ago
By: Jeltientsje • 7 year ago
Seller
Follow
Bettinexx
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 5 aardrijkskunde.
5.1 de aarde en planeet.
De aarde word opringt door de atmosfeer en dampkring die ons van lucht
voorziet. De dampkring is opgedeeld in verschillende kringen. Halverwege zit de
ozonlaag. In de onderste laag de troposfeer. Zorgt de infrarode stralingen van de
zon voor de opwarming van de aarde. De breedteligging van een gebied is erg
belangrijk voor de hoeveelheid warmte op die plek. Rond de evenaar komen de
lichtstralen van de zon loodrecht op aarde terecht en worden daar omgezet in
warmtestralen. Hoe verder van de evenaar je komt, hoe groter de hoek van de
zonnestralen is. Hierdoor wordt er een langere weg afgelegd door de dampkring
en koelen de stralen sneller af. De aarde draait niet alleen in een jaar om de zon,
maar ook elke etmaal om haar eigen as. Hierdoor ontstaan dag en nacht en de
verschillende tijdzones op de aarde. Door de schuine stand van de aardas heb je
eten noorden van poolcirkel ook verschijnselen. Als de midzomernachtzon en de
poolnacht, waarbij het de hele dag licht respectievelijk donker is.
5.2 transportsystemen in de dampkring
De zon straalt ultraviolette straling uit die na absorptie door de aarde wordt
omgezet in infrarode warmtestralen. Als de warmte weer in de ruimte verdwijnt,
spreek je van uitstraling. Door de verschillen in- en uitstraling bestaat de aarde
uit drie verschillende klimaatzones:
1 tropische zone;
2 gematigde zone;
3polaire zone;
Een tweede transportsysteem is de lucht. Door warmteverschillen ontstaan
luchtdrukverschillen. Lucht stroomt van hogedrukgebied naar lagedrukgebied,
maar wel een kleine afwijking vanwege de draaiing van de aarde. Hierdoor
ontstaan de noord- oost- en zuid- oostpassaten, die bij de overgang naar het
andere halfrond veranderen in respectievelijk een noodwestmoesson en een
zuidwestmoesson. Ook vocht heeft een grote invloed op de aarde. In de kringloop
van het water, waarbij het water verschillende aggregatievormen aanneemt,
spelen verdamping en condensatie een belangrijke rol.
5.3 weer en klimaat.
Het weer is de toestand van de damkring op een bepaald moment. Elementen
die het weer bepalen zijn temperatuur, neerslag en de wind. Klimaat kan je
vervolgens definiëren als het gemiddelde weer gemeten over een langere
periode( 30 jaar). Het klimaat wordt door de volgende factoren beïnvloed.
- Breedteligging: bij een lage breedte worden hoge temperaturen gemeten
en bij een hoge breedte juist lage tempraturen.
- Hoogteligging: hiermee wordt de hoogte ten opzicht van het aardoppervlak
bedoeld. Hoe hoger je komt, hoe kouder wordt. Dit zie ja ook aan
vegetatiegordels.
- Gebergten: bergen hebben ook invloed op de loop van luchtstromen. Zo
ontstaat er stuwingregen aan de loefzijde van de gebergten door het
stijgen van lucht tegen de bergen aan de ander kant van de berg, de
lijzijde, blijft het dan droog.
- Land en water: De zee heeft een matigende werking op het klimaat, omdat
het water langzaam warm wordt en net zo langzaam weer afkoelt.
- Aanvoer warmte of kou: warmte en kou worden vervoerd door wind en
zeestromen. Een bekende warme stroom is el nino
, 5.4 hoofdklimaten
De meeste gebruikte indeling van klimaten is het klimaatsysteem van koppen.
Deze indeling is gemaakt op basis van de oorspronkelijke plantengroei op aarde.
De hoofdklimaten zijn.
A klimaten van de tropische zonde (tropische klimaten, Klimaten):
- Klimaten van de tropische zone( tropische klimaten, A- klimaten
- Savanneklimaat
B droge klimaten( B- klimaten)
-steppeklimaat
-woestijnklimaat
C klimaten van de gematigde zone(maritieme klimaten van de gematigde zonde,
C- klimaten)
- Middellandse- Zeeklimaat
- Gematigd zeeklimaat.
D landklimaten(D- klimaten)
E klimaten van de polaire zone(polaire klimaten E- klimaten):
- Toendraklimaat
- Poolklimaat
F hooggebergteklimaat(EH- klimaat)
5.5 De `ver…`-thema`s
Er zijn zowel natuurlijke als menselijke oorzaken van klimaatveranderingen. De
belangrijkste veroorzakers van al deze ellende zijn de broeikasgassen. Deze
gassen worden onder andere uitgestoten door de industrie, het verkeer en de
landbouw. Hierdoor krijgen we een warmere klimaat en meer neerslag. Ook het
gat in de ozonlaag is veroorzaakt door uitlaatgassen en voor al de cfk`s. En hier
houdt de opsomming van gevolgen niet op. De uitstoot van al deze gassen zorgt
ook voor zure regen, waardoor bijvoorbeeld bomen worden aangetast en bodems
verzuren. Tot slot wordt op deze plaats ook de ontbossing genoemd als een van
de versterkers van het broeikaseffect. Het gevolg van het kappen van bossen
voor de houtwinning en het ontginnen van landbouwgrond is dat er meer
koolstofdioxide in de atmosfeer komt. Bomen zetten dit gas namelijk door middel
van fotosynthese om in zuurstof. Ontbossing is ook van invloed op de leefruimte
van plant en dieren leidt tot bodemerosie.
5.6 een beter milieu..
Om de hierboven genoemde oorzaken van het broeikaseffect en
klimaatveranderingen te beperken, zijn er verschillende mondiale afspraken
gemaakt. In 1992 is het klimaatverdrag in Rio de Janeiro getekend en in 2005 de
aanvulling hier op in de vorm van het Kyoto- protocol. Het deel van beide
overeenkomsten is om gevaarlijke beïnvloeding van het klimaat door de mens te
voorkomen. Een manier om dit te bereiken is het verlagen van de uitstoot van
broeikasgassen. Al Gore droeg ook zijn steentje bij met milieucampagne `An
unconvenient truth`.
Om het gat in de ozonlaag te dichten, is de verkoop van cfk- houdende producten
sinds 1999 verbonden. Daarnaast worden ozonafbrekende chemicaliën uit
apparaten verwijderd voor ze gerecycled worden. Om de verzuring tegen te
gaan, zijn er in de landbouw afspraken gemaakt over het gebruiken en de opslag
van mest. Ook in de industrie zijn maatregelen genomen. De ontbossing ten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bettinexx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.