Diagnosis and Management of Ocular Motility Disorders
Uitgebreide samenvatting Scheelzien bij Kinderen 1 Casus 1 over Microtropie met nuttige afbeeldingen. Jaar 2 Blok A Orthoptie.
De samenvatting bevat de uitwerking van de voorbereidingen en werkcolleges (1 t/m 8) van casus 1 en informatie uit hoofdstuk 10 en 15 van het boek Diagnosis and Manage...
Summary of Cranial nerve palsies, alphabet patterns, and surgeries
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Orthoptie
Scheelzien bij kinderen (GOO2A.SK121)
All documents for this subject (2)
4
reviews
By: lucassluiter • 1 year ago
By: marwaazaioui • 1 month ago
By: Oogzorgstudent • 2 year ago
By: viewmaster • 2 year ago
Seller
Follow
alyssiagroenewegen
Reviews received
Content preview
Samenvatting SK1 Werkcolleges Casus 1
Microtropie
Werkcollege 1
Normaal binoculair zien
Normale Retina Correspondentie (NRC)
Beide foveae dezelfdde lokalisatierichting.
Nasale retinaelementen in het ene oog corresponderen met temporale retinaelementen in
het andere oog binnen de grenzen van Panum’s area.
De objectieve hoek is gelijk aan de subjectieve hoek
Normale reciproke lokalisatie (NRL)
Het vergelijken van de lokalisatierichting van de netvlieselementen van beidde ogen.
Om diplopie te vermijden, zal een patiënt met een grote scheelzienshoek het beeld van het
straberende oog supprimeren.
o Dit suppressiegebied omvat de fovea en het 0-punt.
Immers, indien er suppressie aanwezig is, fixeert het straberende oog niet onder binoculaire
omstandigheden.
Het suppressiegebied is groter dan de objectieve hoek. Met andere woorden: als de fovea
van het straberende oog binnen dit suppressiegebied valt, spreekt met van normale
reciproke lokalisatie.
o Dit is vaak het geval bij pas ontstaan scheelzien of bij grotere scheelzienshoeken.
o Ook is dit meestal aanwezig in geval van intermitterend strabismus.
Kort samengevat:
o Er bestaat een suppressiegebied dat de fovea en het 0-punt in het straberende oog
omvat.
o De fovea in het fixerende oog correspondeert met de fovea in het straberende oog.
o Er bestaat dus suppressie op basis van normale reciproke lokalisatie.
Abnormaal binoculair zien
Abnormale retinacorrespondentie (ARC)
Binoculair sensorische aanpassing aan scheelzien.
Bij NRC corresponderen de lokalisatierichtingen van de retinaelementen van beide ogen met
elkaar. Bij ARC is de lokalisatierichting van de retina in het straberende oog veranderd, dat er
correspondentie bestaat tussen normaal niet corresponderende netvliespunten.
De fovea van het ene oog werkt samen met een excentrisch netvliespunt in het andere oog.
Monoculair vindt er geen verandering plaats in de lokalisatie richting.
Komt vaak voor bij een microtropie
Voorwaarden voor ontwikkeling van ARC:
ACR kan alleen ontstaan bij visueel immature kinderen bij wie de aanleg voor binoculair
enkelzien aanwezig is.
Het ontwikkelt zich alleen bij kleine constante scheelzienshoeken.
ARC is een gunstige ontwikkeling omdat:
ARC geeft een beperkte fusiebreedte en mogelijk oog enige vorm van stereoscopisch zien
1
, Het voorkomt een consecutief strabismus divergens omdat de fusiereflexen ervoor zorgen
dat de ogen op een kleine convergente hoek gehouden worden.
Het geeft de mogelijkheid tot een vorm van binoculaire convergentie.
ARC aantonen:
ARC is eerder aantoonbaar naar mate de test minder dissociërend is.
Hoe meer een test de normale omstandigheden benadert hoe eerde ARC aangeven wordt.
Volgorde van best aantoonbare testen:
o Glazen van bagolini
o Four dot test
o Maddox-glaasje
o Syntoptofoor
Bij abnormale retinacorrespondentie is de objectieve hoek beduidend groter dan de subjectieve
hoek.
Het verschil tussen de objectieve hoek en de subjectieve hoek wordt de anomaliteitshoek genoemd.
Abnormale reciproke lokalisatie (ARL)
De objectieve hoek (de fovea) valt buiten het suppressiegebied.
Dit kan het geval zijn bij een middelgrote scheelzienshoek waarbij de ontwikkeling van ARC
niet haalbaar is.
Het is mogelijk dat dit in geval van een kleine scheelzienshoek een overgangsfase is naar de
ontwikkeling van een abnormale correspondentie. Maar om dit nauwkeurig vast te stellen
moet je nagaan of het betreffende suppressiegebied in homonieme dan wel heteroniemen
dubbelbeelden eindigt.
NRL vs. ARL
NRL = FOS en AOS vallen beide in het suppressiegebied
ARL = poging tot ontwikkeling ARC. Suppressie gebied neemt af vanuit de fovea. Fovea gaat
zich gedragen als perifeer netvliespunt.
Abnormale correspondentie en suppressie
Suppressie gaat vooraf aan de ontwikkeling van abnormale retinacorrespondentie. De aanwezigheid
van suppressie houdt de ontwikkeling van abnormale correspondentie niet tegen.
Aangenomen wordt dat de grootte van het suppressiegebied steeds kleiner wordt en tegelijkertijd de
grootte van de anomaliteitshoek toeneemt totdat deze gelijk is aan de objectieve hoek dan kun je
spreken van een volledige sensorische aanpassing aan het scheelzien.
Je kunt het voorstellen aan de hand van de volgende stappen:
1. Normale correspondentie
Er is bijvoorbeeld sprake van strabismus convergens OD.
Suppressie heeft zich nog niet ontwikkeld.
Er is correspondentie tussen de fovea van het straberende oog en de fovea van het
fixerende oog.
Omdat er geen suppressiegebied is, ontstaat er diplopie.
Het binoculaire zien berust op basis van normale correspondentie.
2. Normale reciproke lokalisatie
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyssiagroenewegen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.