In België wordt veel meer onderzoek gedaan naar taalontwikkelingen. In
België zitten belangrijke logopedisten.
Als kinderen taal leren maken ze eerst geluiden/onomatopeeën
(klanknabootsingen), later pas leren ze de echte woorden. Dus ze zeggen
eerst “miauw” en later pas “poes”.
Wat is een goed gesprek?
- Luisteren
- Oogcontact
- Open houding
- Beurtwisselingen
- Niet onderbreken
- Verbaal en non-verbaal uitdrukken (non verbaal= mimiek, natuurlijke
gebaren. Verbaal= spreekt duidelijk, geeft voldoende en juiste
informatie op het niveau van de spreker)
- Geïnteresseerd zijn in wat er gezegd wordt (oogcontact maken en op
ooghoogte spreken en met interactie spreken)
Communicatie begint met interactie.
Onlosmakelijk met elkaar verbonden:
- Spraakontwikkeling:
Het herkenen en leren uitspreken van klanken.
, - Taalontwikkeling
Het leren begrijpen en vormen van woorden en zinnen
Invloed op spraak en taal en andersom.
3 factoren die een rol spelen bij de taalverwerving:
- Leeftijd
- Taalaanbod van de omgeving
- Taalverwervingsvermogen (linguistische kennis, cognitieve kennis,
sociale kennis, sensorische vaardigheid en fijn-motorische
vaardigheid)
Hoe leren kinderen nou taal?
- Door te ervaren (een kind moet ervaren, voelen en iets zien)
- Door te begrijpen (taalbegrip passief, receptief)
- Door te spreken (produceren actief, expressief)
Passief:
= Dat je iets waarneemt en iets begrijpt (gesproken en geschreven taal)
Terminologie: taalbegrip, taalreceptie, receptieve taalontwikkeling
Actief:
= Dat je iets bedenkt en dit mondeling of schriftelijk uit.
Terminologie: taalproductie / taalexpressie / expressieve taalontwikkeling
Is er bij de volgende communicerende personen sprake van een
actieve taal?
1 Job vraagt of hij even weg mag. JA
2 Juf Ineke begrijpt Job wel. NEE
3 Chantal maakt spelfouten in haar dictee. JA
4 Jaap zit haar gewoon uit te lachen. JA
5 Juf Ineke stelt haar klas een vraag. JA
6 Ronald geeft antwoord. JA
7 Job kan het antwoord maar net volgen. NEE
Passieve en actieve woordenschat = lexicon
Passieve woordenschat: het aantal woorden dat iemand begrijpt.
Actieve woordenschat: het aantal woorden dat iemand met regelmaat
gebruikt.
Verwerven van passieve en actieve woordenschat tot 2 jaar.
Passieve woordenschat groeit sneller en begint eerder dan de actieve
woordenschat.
Passieve Actieve woordenschat
woordenschat
0;9 jaar 10 woorden -
1;0 jaar ruim 40 1;0 jaar zegt 3 woorden
woorden
1;3 jaar ruim 100 1;3 jaar zegt 15 woorden
woorden
,1;6 jaar 200 woorden 1;5/1;7 jaar zegt 50
woorden
1;9 jaar 300 woorden 1;9 jaar zegt 100-150
woorden
2;0 jaar 400 woorden 2;0 jaar zegt 200-300
woorden
Er bestaat een kinderwoordenboek “Mijn eerste van Dale”. Hierin staat
een top 10 van vroeg verworven woorden.
1 auto
2 mama
3 papa
4 poes
5 opa
6 bah
7 dag
8 nee
9 koekje
10 oma
Dit kan wel wisselen per kind, sommige kinderen zeggen eerder papa dan
mama. Dit is afhankelijk van de belevingswereld van het kind.
Taalaanbod bij baby’s:
- Omgevingsgeluiden als voetstappen in huis, een poes die miauwt,
de radio of de televisie noemt men brede omgevingstaal.
- Wanneer men 1 op 1 met tegen een baby spreekt noemt men dit
verzorgerstaal.
- Als de baby of het kind zich zelf hoort noemt men dit auto-feedback.
Super snel woordenschat verwerven.
De woordenschat gaat heel erg snel!
- Aanvang basisschool: bestaat uit meer dan 3000 woorden. (je moet
zo’n 50 woorden kennen om een goede zin te kunnen maken)
- Volwassen spreker: actief zo’n 50.000 woorden en passief zo’n
200.000 woorden.
Samenhang tussen de verschillende indelingen van taal.
Taaldomein Linguïstische Passief/actief
niveau’s taalgedrag
Taalinhoud Semantiek: De betekenis van de
taal begrijpen c.q
uitleggen.
Lexicon:
Begrijpen/vinden/produ
ceren van woorden.
Taalvorm Fonologie: De spraakpatronen
herkenen/zelf
produceren.
Syntaxis:
, De zinsbouw
herkennen,
Morfologie: begrijpen/produceren.
De vervoegingen en
verbuigingen
herkennen,
begrijpen/produceren
Taalgebruik Interactie/pragmatiek: De verbale taal al dan
niet benutten als
middel voor
communicatie, bijv. het
(niet) wachten op je
beurt of (niet)
beantwoorden van een
vraag (passief én actief
taalgebruik).
Taalinhoud:
- Opbouwen van een woordenschat
- Taalinhoud gaat over woordbegrip en woordproductie, maar ook het
leggen van verbanden. Bij de taalinhoud kijk je vooral naar wát een
kind al kan begrijpen en/of zeggen. Hiermee wordt de kennis
uitgedrukt van opgedane ervaringen met voorwerpen en
gebeurtenissen.
Taalgebruik:
- Om goed te communiceren zijn vaardigheden en regels nodig.
Zonder deze regels kan een gesprekje, hoe uiterst eenvoudig ook
,moeilijk verlopen. Van heel jongs af aan experimenteert en oefent
een kind met het gebruiken van de communicatieregels van de taal.
- Oogcontact, beurtwisseling etc.
Taalvorm:
- Bij de taalvorm let je vooral op hoe een kind iets kan zeggen: welke
woorden en zinnen kiest het kind. Hoe past het kind de regels van de
grammatica van het Nederlands toe.
Verloop van normale spraak-taalontwikkeling:
- Pre-verbale periode (voortalige/prelinguale periode): tot ongeveer 12
maanden
-huilen
-vocaliseren en daarna brabbelen
-imiteren
- Verbale periode (vroegtalig/vroeglinguale periode): tot ongeveer 2;6
jaar:
-eenwoordstadium: 12-18 maanden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Frederique123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.