Statistiek.
Week 1.
Waar vind je statistiek?
Groot bureau is bijvoorbeeld het CBS. Op de website hiervan kun je
gegevens vinden over voornamelijk de Nederlandse bevolking. Allerlei
statistieken die in Nederland gebruikt worden staan hier op.
Ook op Meertens.nl kun je statistieken zien, over voor- en achternamen.
Soorten bedrijven/sites die veel over statistieken laten zien:
- CBS
- Meertens
Waarom statistiek voor logopedisten?
- Wij kunnen bepalen of iets afwijkend is, maar dan moet je wel
statistieken kunnen bekijken om te zien wat normaal is.
- Je moet meetinstrumenten af kunnen lezen, bijvoorbeeld
articulatietest, taaltest, audiogram, fonetogram.
- Normwaarden geven aan wat wel en niet afwijkende scores zijn -->
maar hoe te interpreteren?
- Observatietechnieken: vaardigheidslessen --> klinisch(e) blik/oor.
- Tests bevatten een handleiding.
Instructie voor afname van test
Beschrijving van de ontwikkeling van de test
Beschrijving van de normering van de test
Normtabellen met standaardscores.
- Deze handleiding moet je kunnen interpreteren.
Waarde/ toepasbaarheid van de test beoordelen
Individuele scores omzetten in standaardscores
Een voorbeeld:
Koen (1,6 jaar) spreekt 3 woordjes, is dit normaal?
Dit moet je af kunnen lezen uit een tabel met gemiddelden.
Vervolgens kun je kijken of Koen binnen dat gemiddelde blijft of er
buiten valt. Bijvoorbeeld wanneer het gemiddelde 10 woorden is en
je een variatie mag hebben van 5 (dus 5 of 15 is voldoende).
Wanneer Koen tussen de 5 en 15 scoort is dit voldoende. 3 woordjes
is dus onvoldoende!
, Soorten statistiek.
1. Beschrijvende statistiek.
Met beschrijvende statistiek kun je al bepaalde dingen in kaart brengen.
- Ordening van gegevens
- Stand van zaken
- Overzicht
Voorbeeld: Hoeveel leerkrachten zijn er met stemklachten? Hoeveel
mannen/vrouwen?
2. Inductieve statistiek.
We nemen een steekproef, en op basis van wat we vinden kunnen we
zeggen dat dat voor iedereen geldt.
Het gevaar van deze strategie is dat de steekproef niet representatief is
voor de hele groep. Het kan namelijk zijn dat je van de 100 mensen aan 10
mensen hun leeftijd hebt gevraagd, en dat toevallig alle 10 de mensen
heel jong zijn en de rest heel oud is.
Bijvoorbeeld: scoren mannen slechter dan vrouwen? Of scoort de school
slechter dan het landelijk gemiddelde?
Variabelen (meetniveaus).
Meetbare gegevens of algemene kenmerken worden variabelen genoemd
Je kunt de variabelen ordenen.
1. Kwalitatieve variabelen:
= beschrijvende variabelen, niet telbaar en is discreet!
Dus altijd een naam ipv getallen.
Bijvoorbeeld: wat is de kwaliteit van mijn stem? Goed, slecht of matig.
- Nominale schalen
= het indelen van objecten in categorien.
Bijvoorbeeld geslacht, diersoorten, provincies.
In principe is de volgorde van de meetwaarden niet van belang
{advocaat; rechter; officier van justitie; adviseur}is dezelfde schaal
als {rechter; adviseur; officier; advocaat}.
*Speciaal: dichotoom (= twee), slechts 2 mogelijke categorieën zoals
bij man/vrouw, ja/nee.
- Ordinale schalen= je meet met een ordinale schaal als de
schaalwaarden een volgorde met betekenis kennen.
Categorieën in een rangorde, bijvoorbeeld mee eens, oneens,
neutraal etc., opleidingsniveau zoals mbo – hbo - universiteit etc, of
cijfers (1 t/m 10)
De volgorde mag dan niet veranderd worden!
2. Kwantitatieve variabelen:
= telbaar/nummers en continu!
Dus getallen hebben een betekenis.
Bijvoorbeeld: Hoe zwaar ben ik? 50, 60 of 65 kilo.
- Intervalschalen: = Geen natuurlijk nulpunt.
Verschil tussen de klassen is even groot. Dit is wat mensen zelf
hebben bedacht, bijvoorbeeld IQ, dB en graden Celsius (er is ooit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Frederique123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.