Leerdoelen hoofdstuk 11 deel I
a. Wanneer en wat is de adolescentie? Leg de ontwikkelingstaken uit!
Ontwikkelingstaken van deze periode zijn over de hele wereld hetzelfde, maar duur periode
verschillen tussen culturen.
- Psychologische adaptie aan fysieke veranderingen
- Leren mannelijke of vrouwelijke sociale rol in te vullen
- Verweven van volwassen manieren van denken
- Bereiken van emotionele en economische afhankelijkheid
- Ouders hebben minder invloed omdat peers belangrijker worden
- Ontwikkeilng van meer volwassen manieren van omgaan met leeftijdsgenoten
- Verweven van waarden en ethische kader voor gedrag
- Identiteitsconstructie (veilig gevoel van ‘zelf’ in seksuele, morele en maatschap. termen
Complexe ontwikkelingstaken: drie fases van adolescentie
b. Hoe zijn de opvattingen over adolescentie in de afgelopen eeuw
veranderd?
c. Beschrijf de lichaamsgroei, de motoriek en de seksuele ontwikkeling
tijdens de puberteit.
Geslachtsverschillen in lichaamsgroei
Motorisch: verschillende timing (meisjes trager, spurt neemt af
vanaf 14jr.) & (jongens tonen latere spurt in kracht, snelheid en
uithouding) spurt bij jongens duurt lange.
Lichamelijke opvoeding gebeurt voor beide geslachten
afzonderlijk.
Seksuele rijping
d. Welke factoren beïnvloeden de timing van de puberteit?
e. Welke veranderingen vinden er in de hersenen plaats tijdens de
adolescentie?
f. Verklaar de reacties van adolescenten op de lichamelijke veranderingen van de puberteit.
g. Beschrijf de invloed van het tijdstip van de puberteit op de aanpassing van adolescenten, met
aandacht voor genderverschillen.
h. Beschrijf de voedingsbehoeften tijdens de adolescentie, en noem factoren die verband houden met
eetstoornissen.
i. Bespreek de sociale en culturele invloeden op de seksuele opvattingen en het seksuele gedrag van
adolescenten.
j. Noem factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van seksuele geaardheid.
k. Bespreek factoren die verband houden met seksueel overdraagbare aandoeningen en
tienerzwangerschappen en ouderschap, met vermelding van preventie- en interventiestrategieën.
l. Welke persoonlijke en sociale factoren zijn gerelateerd aan middelengebruik en -misbruik door
adolescenten?
Leerdoelen hoofdstuk 11 deel II
m. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van formeel operationeel denken?
n. Bespreek vervolgonderzoek naar formeel operationeel denken en de implicaties daarvan voor de
nauwkeurigheid van Piagets formeel operationele fase.
o. Hoe verklaren informatie-verwerkende onderzoekers de cognitieve veranderingen in de adolescentie?
,p. Beschrijf typische reacties van adolescenten die het gevolg zijn van hun vooruitgaande cognitie.
q. Welke factoren dragen bij tot sekseverschillen in mentale capaciteiten in de adolescentie?
r. Bespreek de invloed van schoolovergangen op de aanpassing van adolescenten.
s. Bespreek de invloed van familie, leeftijdgenoten en werk op academische prestaties tijdens de
adolescentie.
t. Bespreek de invloed van media-multitasking op cognitieve ontwikkeling en leren.
u. Welke factoren verhogen het risico op schoolverlaten?
a.
b.
c. Individuele verschillen in aanvang van puberteit:
- Erfelijkheid
- Voeding, atletisch oefenen (meestal bij meisjes, vetcellen produceren leptine, signaleert
voldoende reserves aan het brein)
- SES en gezondheid (armoede en honger vertragen menarche= menstruatie
- Familiale ervaring en stress (echtscheiding ouders= vroegere menarche)
- Seculaire trend (3mnd decennium tussen 1900-1970, versnelt menarche)
Gevolgen van timing
d. Meeste zenuwcellen (neuronen) bij de geboorte
ze worden geproduceerd voor de geboorde, 6mnd prenatale fase. Door leren worden bepaalde
connecties tussen neuronen bekrachtigd. Verbinding tussen axonen blijven bestaan. Twee fasen:
- 2 jr
- Adolescentie: lange verbinding op de
voorgrond
De witte massa= myelinesatie. Verbindingen
axonen, omgeven met een vetachtige laag
(myeline).
Neurotransmitters (dopamine/ zerotine)
Gevoeligheid veranderd in de adolescentie,
bijvoorbeeld ontwikkeling stoornis ADHD
Verwerkingssnelheid piekt op 22jr.
e.
, f. Stadia van ‘zich outen’
Zich anders voelen (6-12jr)
- Speelinteresses sluiten eerder aan bij die van het andere geslacht
Verwarring (11-15jr)
- Nu duidelijkere gevoelens van ‘anders zijn’ op seksueel vlak; bewustheid van aangetrokken
worden door hetzelfde geslacht
Aanvaarding (varieert)
- Meeste tieners aanvaarden hun oriëntatie aan het einde van de adolescentie ‘outen’ zich daarom
niet noodzakelijk – bang voor verbaal/ fysiek geweld
g. - Caloriebehoefte neemt toe + inname
- Slechte voedingskeuzes
- Ijzer- vitaminetekorten (menstruatie)
- ‘fad diets’ bij meisjes (gewichtsverlies op korte termijn)
- Eten in familieverband is gerelateerd aan kwaliteit voeding
Eetstoornissen:
Risico factoren voor meisjes:
- Vroeg begin puberteit – adoloscentie – neemt volwassenheid mee
- Cultuur ideaal, niet de enige maar wel een belangrijke factor
- Opgroeien in een thuis waar lichaamsgewicht en dun zijn overmatig worden beklemtoond
1. Anorexia Nervosa
- dodelijk! 50% herstelt
- uithongeren angst dik worden
- moeilijk te behandelen
- waarnemingen eigen lichaam verstoord (zijn al dun)
- cultureel bepaald/ ideaalbeeld
- ontkennen! Is al ver ontwikkelt met steun en therapie, bewustheid eigen probleem 1 ste stap is niet
evident
2. Boulimie (Bulimia nervosa)
- beter te behandelen
- vreetbuien braken/ laxeren
- schuldgevoel (=tegendeel anorexia)
- gemotiveerd om te werken aan de ziekte
- depressie (anorexia geen gevoel) / zelfmoord
3. Eetstoornis (binge- eating disorder)
- vreetbuiten zonder compensatie (obesitas)
- eerst depressie onder controle eetstoornis
h.
i. 5% identificeert als HOLEBI (= homoseksueel)
Heteroseksueel hangt af van hormonale ordening tijdens prenatale fase (= gevolg van biologische
rijping)
Homoseksueel is niet gender ‘afwijkend’, bijvoorbeeld: kleding/ gedrag
Seksuele identiteit moet ontwikkelen mensen experimenteren
Seksuele oriëntatie
- Erfelijke factoren
- Homoseksualiteit = x-gerelateerd, vererft via moeders kant, kans is veel groter wanneer je meer
oudere broers hebt wegens biologische processen
- Mannelijke foetus triggert op andere momenten testosteron
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.22. You're not tied to anything after your purchase.