100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis examenstof: alle 4 de Historische Contexten (VWO) $4.01   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis examenstof: alle 4 de Historische Contexten (VWO)

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Deze samenvatting bevat zowel een samenvatting van het boek, als aantekeningen in de les en van de docent. - Alle 4 de historische contexten

Preview 3 out of 16  pages

  • Yes
  • September 23, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Historische context 1: Steden en Burgers
1050-1302 -> ontstaan steden en burgerrij.
1302-1600 -> groei steden.
1050-1585 -> strijd om de steden (Atrecht -> Brugge -> Antwerpen -> Amsterdam -> Londen).
1602-1700 -> Gouden eeuw van de Nederlandse republiek.

§1.1 – Steden en Burgers in Vlaanderen en Artesië (1050-1302)
 1050: Ontstaan van agrarisch urbane samenleving en urbanisatie
 1302: De guldensporen slag

Opkomst van steden en burgers vanaf de 11e eeuw:
Agrarisch-Autarkische samenleving maakt plaats voor Agrarisch-Urbane samenleving met burgerrij:
1. Nieuwe landbouwtechnieken en innovaties: zoals drieslagstelsel, rits ploeg, ontginnen en
inpoldering. → voedseloverschotten → Boeren gaan niet meer alleen voor eigen gebruik en heer
produceren → stijgende voedselproductie → groei van (boeren)bevolking → niet iedereen hoeft
nog boer te zijn → ontstaan specialisatie, ambacht en nijverheid → verkoop op lokale markten →
ontstaan jaarmarkten → verstedelijking en fijnere vertakking van de verzorgingsgebieden →
uitbreiding handelsnetwerken en steden.
2. Het wordt mogelijk om schepenen te woorden: stedelingen kopen met zelfbestuur in de vorm
van stadsrechten (Recht zich te beschermen, recht te spreken en zich te mogen besturen)
 Motief burgers = Economische belangen beschermen en meer inspraak krijgen in bestuur.
 Motief Heer = meer belasting krijgen en bescherming en militaire steun in de oorlog.
↳ Stedelingen worden toch iets onafhankelijker van hun stadsheer.
3. Pestepidemieën en Hongersnood in steden : → Steden verlangen naar immigratiestroom →
ambachtslieden (kundige) en kooplieden (rijke) kunnen burgerschap van de stad krijgen door
poorter te worden. → Stedelingen worden onafhankelijker van hun landsheer en poorters krijgen
meer macht → Toename kennis en geld in steden door aspiraat-poorters → groei van steden.
 Motief burgers = steden hadden veel werk, een goed rechterlijk systeem en mogelijkheid tot
bijscholing.
 Motief Heer = toestroom naar de steden en meer belasting krijgen en bescherming en militaire
steun in de oorlog, en meer kundigheid en kapitaal in de steden (welvaart).
↳ Gevolg = steden groeien, breiden hun handelsnetwerken uit en de burgerrij krijgt meer inspraak/macht.
↳ Gevolg = er ontstond een nieuwe rijke klassen van machtige poorters = de patriciërs.

Opkomst van Vlaanderen
1. Gunstige ligging aan rivieren en kanalen die uitmonden in de Noordzee.
2. De Vlaanderense Elite beschermde de handelsrouters
3. Vlaanderen was nauw verbonden met de Duitse Hanze
4. Steden zoals Atrecht en Brugge

Atrecht als centrum van de Lakennijverheid (1000-1300)
1. Schapenhouderij: zorgt voor veel wol (belangrijkste middel lakenindustrie).
2. Vruchtbare leembodem: zorgt voor hoge landbouwproductiviteit.
3. Franse jaarmarkten zorgen ervoor dat Atrecht deel is van het handelsnetwerk van Italië.
4. Gunstige ligging voor handelsnetwerk met Engeland en was goed bevaarbaar.
↳ Belangrijkste handelaren en bankiers (patriciërs) nemen een centrale plek in de lakennijverheid.
↳ Belangrijkste kooplieden (patriciërs) krijgen door lakenhandel meer macht (organiseren zich in
koopliedengildes en verstrekken leningen aan de steden in de ruil voor stadsrechten).
↳ Ambachtslieden gaan zich organiseren in ambachtsgildes.
↳ Patriciërs komen steeds verder van het gemeen af te staan.
Sociale verschillen in Vlaanderen

,Vanaf 1300 ontstaan er conflicten tussen de patriciërs en het gemeen.
 Gemeen (ambachtslieden/boeren): Lage lonen, slechte werkomstandigheden, torenhoge
belasting en geen inspraak in bestuur, arm en armoede.
 Patriciërs (rijke bestuurders) : willen opgenomen worden in adelstand, zijn corrupt en doen hoge
uitgaven , machtsmisbruik en rijke adellijke levensstijl.
↳ spanningen lopen op tot de veldslag in Kortrijk = guldensporenslag (1302)

1302: Het gemeen en de Graaf van Vlaanderen komt in conflict met de Franse koning en de patriciërs.
 Franse leger veel sterker met hun paarden, maar de Vlamingen winnen toch door hun korte slag-
en steekwapens en het modderige slagveld
↳ Het gemeen laat zijn dat zij bestemd zijn tegen de patriciërs en de feodale heren.
↳ Gilden en Ambachtslieden krijgen meer macht in Vlaanderen en mogen schepenen leveren.

§1.2 – Steden Netwerken en Bestuurders (1302 – 1602)
 1302: De guldensporen slag
 1602: Oprichting van de VOC na oprichting van de Nederlandse republiek

Belang van Brabant (en Vlaanderen) neemt nog meer toe:
1. Bloeiende steden waar veel handelsactiviteiten plaatsvond, die sterk verweven waren in het
internationale handelsnetwerk, met elk hun eigen specialismen.
2. Vele innovatie, specialisatie en schaalvergrotingen.
↳ Steden vormen een sterk achterland voor steden zoals Brugge en Antwerpen.

Brugge als belangrijkste handelscentrum van Europa (1300-1400)
1. De handel tussen Atrecht en Italië wordt onveilig door oorlogen in Italië.
2. Nieuwe handelsroutes verstoren handel tussen Atrecht en de Italiaanse- en Franse jaarmarkten .
3. De Ottomaanse handel belemmert de handel van Atrecht.
4. Brugge ligt gunstiger gelegen voor de Duitse Hanze dan Atrecht en wordt lid van het verbond.
5. Brugge ligt gunstiger aan de Noordzee en kanalen. (voor handel met Spanje en Italië)
6. Wol import en graanimport verliep via Brugse haven. (belang havensteden nam toe)
↳ Brugge wordt stapelmarkt van de Duitse Hanze en financieel centrum met wisselbrieven,
beurzen en bankinstellingen en wordt moedernegotie met Amsterdam van de graanhandel.
↳ Kooplieden vanuit heel Europa komen naar Brugge.

Bourgondiërs en Habsburgers
De Lage Landen worden bestuurd door Franse bourgondische hertogen, en vanaf 1482 door het
Habsburgse huis. Beide vorsten vormen een centralisatiepolitiek.
↳ Brugge komt meerdere keren in opstand tegen de bourgondische en Habsburgse heren
↳ handelaren en kooplieden verlaten Brugge en trekken naar Antwerpen
↳ De val van Antwerpen

Antwerpen als belangrijkste handelscentrum van Europa (1500-1600)
1. Gunstige ligging voor verbinding met het Europese achterland
2. Gunstige ligging bij rivieren zoals de Maas en de Rijn
3. Havenstad aan de schelde (goede toegang voor zeeschepen)
4. De Nederlanden, Spaanse en Portugese koloniën vallen onder het Habsburgse gezag, wat de
handelsactiviteiten in Antwerpen versterkt. (Antwerpen verzet zich minder dan Brugge).
5. De val van Brugge doordat het verstrikt raakte in conflicten met vorstenfamilies.
↳ Enorme bevolkingsgroei
↳ Handelaren en kooplieden (Engels, Duitse en Italiaans) verplaatsen activiteiten naar Antwerpen.
↳ Antwerpen wordt stapelmarkt van koloniale producten.

, ↳ Belang van de graanhandel groeit via Holland.

De stedelijke burgerrij wordt steeds machtiger
 Stedelijke burgerrij: creëert Bonum Commune en particularisme
↳ Burgerrij nemen steeds meer taken over van de geestelijken zoals onderwijs en zorg.
 Geestelijken: creëert Moderne Devotie en particularisme en sticht bedelorden en begijnhoven
↳ De kerkelijke samenleving veranderd enorm.
 Vorsten: ontwikkelen centralisatiepolitiek en staatsvorming
 ↳ Centralisatie en particularisme botsen enorm en leidden tot heftige conflicten.

De Nederlandse opstand tegen het Spaanse Gezag
16e eeuw: Nederlanden komen onder bestuur van het Habsburgse Huis (Karel V en later Filips II)
 De heren pleitten voor: centraal bestuur in Brussel (centralisatie), hogere belasting en
verplichting van katholieke geloof (inquisitie, kettervervolging tegen protestantisme).

16e eeuw: Opkomst lutherisme, calvinisme, protestantisme en verloop van Protestante Reformatie
↳ inzet van de inquisitie en kettervervolgingen en inzet van de boekplakkaten (1550).
↳ smeekschrift om vermindering van de plakkaten (toegestaan door Margareta en Filip II)
↳ Beeldenstorm door Calvinisten (1566)
↳ Filips II schakelt de Hertog van Alva in: optreden tegen de beeldenstormers, orde op zaken stellen
en nieuwe centrale belastingen in laten voeren).
↳Willem van Oranje start de Nederlandse Opstand:
(Katholieke stadsbestuur + Alva + Filips II tegen Willem van Oranje + overige steden)
↳ Antwerpen valt onder Spaanse Gezag (1584)
↳ Blokkade van Rivier de Schelde -> De val van Antwerpen (1485) → Amsterdam nu handelsstad.
↳ De Noordelijke gewesten stichten de Republiek, De zuidelijken blijven onder Spaanse gezag en
blijven ook in oorlogen met elkaar aangezien Spanje de republiek niet accepteert.

§1.3 – De Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw (1602 – 1672)
 1602: oprichting van de handelsonderneming de VOC
 1672: Rampjaar van de Republiek

De Nederlands Republiek:
1585: 7 gewesten met elk eigen bestuur, wetten en rechtspraak (samenwerking via Staten-Generaal).
 Er was geen koning of vorst, de Regenten hadden de meeste macht.
 Stadshouder was benoemer van de regenten en opperbevelheffer van leger en vloot.

De Gouden eeuw:
1. De Nederlandse oorlogseconomie (VOC en WIC) werkt goed: Nederlandse handel sterker → meer
geld → oorlog kunnen financieren tegen Spanje → meer oorlog → Spanje wordt zwakker →
handelspositie van Spanje verslechterd → handelspositie Nederland stijgt.
2. Lage concurrentie door oorlogen in andere landen (30-jarige oorlog, 80-jarige oorlog, spanningen
tussen Engeland en Frankrijk en godsdienstoorlogen in Frankrijk en Engeland).
3. Arbeidsmigranten komen naar steden → meer ambachtslieden en kooplieden en arbeiders naar
de Republiek → toename van kennis, contacten, kapitaal en werknemers.
4. De val van Antwerpen

↳ Gevolg = De gouden eeuw van de Nederlandse Republiek.
Ongekende welvaart en groei
↳ beheersing wereldhandel van de VOC en WIC en Amsterdam nog steeds moedernegotie van
graanhandel met het Oostzeegebied

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lliekedejong. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77973 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.01
  • (0)
  Add to cart