Week 1: 2 t/m 11
- Managen in de digitale wereld
- Strategie en IS
Week 2: 12 t/m 16
- Technologiebeginselen van IS
Week 3: 17 t/m 35
- Electric commerce
- Enterprisesystemen & enterprisearchitectuur
- Supply chain management en klantrelatiemanagement
Week 4: 36 t/m 46
- Sturing en implementatie van IS
- Beveiliging van IS
Week 5: 47 t/m 60
- Databases & Business intelligence
- Communicatie en samenwerking met behulp van sociale media
1
,Managen in de digitale wereld
Hedendaagse informatie systemen
Technologie en informatie systemen (IS) zijn overal. IS kan de structuren
van organisaties veranderen en als een manager het belang onderkent kan hij een
zogeheten digital innovator worden
Digitale innovatie:
Drie characteristieken
- Digitalisering praktijk veranderen naar digitaal
- Moore’s law steeds toenemende mogelijkheden omdat je steeds meer
kunt opslaan en verwerken
- Network effects de waarde van een netwerk neemt toe naar mate
meerdere mensen dit gebruiken
De levenscyclus van een nieuwe technologie kent 4 fasen:
1. Ontdekken het product wordt uitgevonden
2. Ontwikkeling het product wordt vormgegeven/geproduceerd
3. Diffusie het product wordt verspreid
4. Impact het product maakt een impact op de wereld
Peter Drucker voorspelde dat informatietechnologie (IT) in toenemende mate
belangrijk zouden worden en de kenniswerker (knowledge worker) een rol gaat
spelen. Dit duidt op het op komen van een kenniseconomie, waarvan educatie
een fundamenteel onderwerp is
Er wordt verondersteld dat er tegenwoordig sprake is van een digital divide: dit
is een tweedeling tussen hen die de voordelen van IT gebruiken en hen die dat niet
doen. Dit is een van de grootste ethische uitdagingen van de hedendaagse
maatschappij
De opkomst van het informatietijdperk
Alvin toffler stelde in zijn boek ‘the third wave’ dat er in de geschiedenis als heet
ware drie tijdperken van verandering hebben plaatsgevonden:
- Agricultuur en handwerk
- Industriële revolutie
- Informatietijdperk: in dit ‘tijdperk’ veranderde de manier waarop informatie
werd verwerkt en opgeslagen drastisch
2
,De 5 megatrends in het digitale tijdperk
- Mobiel: maakt het mogelijk om altijd en overal te werken. Dit dwingt een
organisatie om mobiele applicaties te bouwen om hun producten en diensten
op de markt te brengen
o Consumerization of IT: werknemers gebruiken hun eigen
smartphone voor werk-gerelateerde taken
- Sociale media: organisaties kunnen sociale media gebruiken om hun
producten en andere activiteiten te promoten
- Internet of things (IOT): voorwerpen die onderling zijn verbonden en
onderling data delen
- Cloud computing: informatieopslag op servers die fysiek ver weg staan.
Het staat voor het opslaan en toegang hebben tot data en programma’s op
het internet in plaats van op een harde schijf
- Big data: extreem grote datasets die computermatig geanalyseerd worden
op patronen, trends en associaties. Vooral gerelateerd aan menselijk gedrag
Het succes van deze 5 megatrends is te danken aan Netwerk effect: stelt dat de
waarde van een netwerk of applicatie toeneemt zodra het aantal gebruikers
toeneemt
Computer fluency: de mate waarin iemand goed kan omgaan met computers,
wat veel impact heeft op de productiviteit van die persoon en uiteindelijk de
gehele onderneming. Daarom is dit een aandachtspunt in de training
De evolutie van globalisering:
Globalisering: de eenwording van economieën overal ter wereld door innovatie
en technologische vooruitgang. Wordt veroorzaakt door:
- Economische veranderingen: internationale handel, financiële
systemen en valuta, tevens het outsourcen van arbeid
- Culturele veranderingen: multiculturalisme via film en op tv,
internationaal reizen
- Technologische veranderingen: lage kosten van computerplatformen
en nieuwe communicatietechnologieën
De opkomst van outsourcen:
Outsourcing is het verplaatsen van bedrijfsprocessen of taken naar een ander
bedrijf. Dit kan onshore (in het binnenland) of offshore (in het buitenland). Dit
doen bedrijven omdat:
- Reduceren of beheren van kosten
- Omzetpotentieel van de organisatie toe laten nemen
- Vrijmaken van middelen
- Efficiëntere processen
- Mogelijkheid om te focussen op kernactiviteiten
- Compenseer voor een gebrek aan specifiek vermogen of vaardigheden
3
, Informatiesystemen:
Informatiesystemen gebruiken informatietechnologie om data te verzamelen,
te creëren en te verspreiden
De componenten van informatiesystemen:
- Hardware: fysieke computerapparatuur
- Software: een programma of verzameling programma’s die een apparaat
bepaalde taken laat uitvoeren
- Netwerk: een groep verbonden computersystemen om resources te delen
Data: een serie symbolen zonder betekenis. Heeft geen tot weinig waarde totdat
het verwerkt is
Bruikbare data wordt vaak omgezet tot informatie. Informatie vertegenwoordigt
de realiteit die helpt vragen te beantwoorden
Voorbeeld:
06-12345678 = een telefoonnummer
12/09/2020, 15:14 = een datum en tijd
Hier is data omgezet naar informatie en heeft het nu een betekenis
Kennis: het vermogen om informatie te begrijpen, opinies te vormen, beslissingen
te maken.
Voorbeeld:
Relatie van kennis met data en informatie:
06-12345678 [data] = het telefoonnummer [informatie] van een uniek
persoon [kennis]
Mensen en informatiesystemen
Personeel omvat de bouwers, managers en gebruikers van informatiesystemen.
Tegenwoordig is IT-personeel goed getraind, zeer vaardig en zijn waardevolle
professionals.
Het IT-personeel heeft kennis nodig van 3 gebieden:
- Technische competentie: kennis en vaardigheden van hardware,
software, netwerken en beveiliging
- Zakelijke competentie: het vermogen om mensen en projecten te
begrijpen, niet alleen de technologie
- Systeem competentie: begrijpen hoe systemen gebouwd en
geïntegreerd moeten worden
Typen informatiesystemen:
- Transaction processing systems (TPS): verwerkt klanttransacties en
genereert data die gebruikt kan worden om over klanten te leren
- Management informatiesysteem: wordt gebruikt om TPS-data te
sorteren en te organiseren om de besluitvorming te ondersteunen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demi255. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.