100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Nederlandstalige samenvatting: Cairney, P. (2012) Understanding Public Policy: Theories and Issues. Basingstoke: Palgrave. Alleen het hoofdstuk 9: “Punctuated Equilibrium Theory”.$3.73
Nederlandstalige samenvatting: Cairney, P. (2012) Understanding Public Policy: Theories and Issues. Basingstoke: Palgrave. Alleen het hoofdstuk 9: “Punctuated Equilibrium Theory”.
42 views 1 purchase
Course
Beleid 1: Beleid- En Besluitvorming
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Dit is een Nederlandstalige samenvatting van Cairney, P. (2012) Understanding Public Policy: Theories and Issues. Basingstoke: Palgrave. Alleen het hoofdstuk 9: “Punctuated Equilibrium Theory”.
Dit hoofdstuk maakt deel uit van de voorgeschreven literatuur voor het vak Beleid 1 voor eerstejaa...
SV: Cairney, P. (2012) Understanding Public Policy: Theories and Issues. Basingstoke:
Palgrave. Alleen het hoofdstuk 9: “Punctuated Equilibrium Theory”.
Alleen blz. 1-13 (excl. Box 9.3), 15-16, 19-20.
Volgens de punctuated equilibrium theory kunnen politieke systemen worden gekarakteriseerd als
zowel stabiel als dynamisch. Sommig beleid blijft lange tijd hetzelfde terwijl andere zeer snel en
ingrijpend veranderen. Het is een multivariabele benadering: de objectieve en subjectieve benadering
worden in deze theorie gecombineerd.
Het kan ook voorkomen dat beleid heel lang incrementeel* is maar opeens door een ingrijpende
verandering een geheel nieuwe richting op wordt gestuurd.
*Incrementalisme: een benaming voor beleid of besluitvorming waarbij de veranderingen zo klein zijn
dat het veranderingsproces zeer geleidelijk verloopt. Er wordt niet iets groots en nieuws bedacht en
vervolgens ingevoerd, maar het gaat om kleine, pragmatische aanpassingen van de bestaande
situatie.
Het doel van de punctuated equilibrium theory is om lange perioden van beleidsstabiliteit,
onderbroken door korte maar intense perioden van verandering, te verklaren.
Besluitvormers hebben beperkte rationaliteit (zij kunnen zich niet focussen op alle problemen
tegelijkertijd en negeren daarom sommige problemen en prioriteren een select aantal mogelijkheden).
Dit gebrek aan aandacht voor de meeste problemen verklaart waarom de meeste beleidslijnen
misschien niet veranderen, terwijl intense perioden van aandacht voor sommige problemen nieuwe
manieren kunnen opleveren om oude beleidsproblemen in te framen* en op te lossen.
Framen: het creëren van een imago van een probleem. Bewust kiezen hoe je een probleem
definieert en categoriseert. Framing is een mengeling van empirische informatie en emotionele
aantrekkingskracht.
Daarnaast hebben actoren de kracht om de aandacht voor een probleem te minimaliseren en een
vaste probleemdefinitie aan te houden, of kunnen zij juist de aandacht voor een probleem groter
maken en uit te breiden naar meer publiek, in de hoop een debat te veroorzaken dat nodig is om
beleidsveranderingen te bewerkstelligen.
Deze theorie kan omschreven worden door een combinatie de studie van beleidsgemeenschappen*
en agendavorming.
Beleidsgemeenschappen/policy communities: nauwe relaties tussen belangengroepen en
ambtenaren, gebaseerd op de uitwisseling van informatie voor invloed. . Deze relaties blijven bestaan
omdat de deelnemers een brede overeenstemming delen over de aard van een beleidsprobleem en
weinig andere actoren in de kwestie geïnteresseerd zijn. De banden blijven bestaan als deelnemers
een beleidsmonopolie* of een dominant beeld van het beleidsprobleem vestigen.
*Beleidsmonopolie: actoren framen het beleid op een specifieke manier. Bijvoorbeeld dat het
probleem al is opgelost, het probleem saai is of expertise vereist. Op deze manier worden andere
actoren buitengesloten van het beleid. Het behouden van het monopolie vereist het
gemeenschappelijk vasthouden aan hetzelfde beleidsimago en het vermogen om groepen uit te
sluiten die zich niet bij deze agenda aansluiten. Twee belangrijke kenmerken zijn:
1. Het is een definieerbare institutionele structuur die verantwoordelijk is voor de
beleidsvorming.
, 2. De structuur beperkt toegang tot het beleidsproces.
Aandachtsverschuivingen kunnen gekoppeld worden aan ‘’venue’’-verschuivingen. Een probleem kan
dan onder de beslissingsbevoegdheid van meerdere venues tegelijkertijd vallen. Groepen die
uitgesloten zijn van beleidsmonopolies zullen proberen het debat te verschuiven naar een andere
venue: venue shopping
Venues: instellingen zoals overheidsdiensten, congrescommissies en de rechtbanken, waar
'gezaghebbende beslissingen worden genomen'.
Venue shopping: de poging om een gunstig en invloedrijk publiek te zoeken op andere venues. Als
het niet lukt om bij de ene venue een beleidsmonopolie te verbreken, kunnen actoren het bij een
andere venue proberen.
Beleid blijft hetzelfde binnen beleidsgemeenschappen omdat er minimale externe interesse is of een
beperkt vermogen van buitenstaanders om deel te nemen. Beleid verandert wanneer er voldoende
externe interesse is om de ineenstorting van voorheen geïsoleerde gemeenschappen te veroorzaken.
De externe aandacht neemt toe en de problemen worden bekeken in een bredere politieke omgeving
waar de macht gelijkmatiger is verdeeld en nieuwe actoren de agenda kunnen bepalen. In beide
gevallen ligt de focus op de competitie om een 'beleidsimago' te definiëren, ofwel de manier waarop
een beleid wordt begrepen en besproken.
Beleidsstabiliteit komt door:
- dominantie binnen de overheid op basis van een ondersteunend beleidsimago en het
handhaven van de status quo.
- politieke actoren die elkaar opheffen
Verandering in beleid komt door:
- het gebruik van een concurrerend beleidsimago om voorheen niet-betrokken actoren te
mobiliseren
- onevenwichtigheden tussen concurrerende politieke krachten
issue-netwerken: losse relaties tussen ambtenaren en belangengroepen. Een grote verscheidenheid
aan banden tussen de overheid en veel groepen, waarin minder overeenstemming en minder
stabiliteit is.
ijzeren driehoeken/beleidsgemeenschappen: nauwe relaties tussen bepaalde belangengroepen en
ambtenaren. Min of meer hetzelfde als een beleidsmonopolie. Een sterke geïnstitutionaliseerde
wisselwerking tussen een gereguleerde belangengroep (vb bedrijven, ngo, etc), de
beleidsambtenaren en politici (vb regering, tweede kamer leden) die de regelgeving bepalen op dat
gebied. Deze drie actoren zijn afhankelijk van elkaar. suggereert een hechte, stabiele en vaak
consensuele relatie tussen een klein aantal groepen en de overheid.
pluralisme: onderhandelen met de overheid en concurrentie tussen grote aantallen deelnemers.
corporatisme: formele samenwerking tussen de staat en een zeer beperkt aantal grote groepen die
bijvoorbeeld het bedrijfsleven vertegenwoordigen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anna1505. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.