100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aardrijkskunde samenvatting H1 VWO4 $3.88   Add to cart

Summary

Aardrijkskunde samenvatting H1 VWO4

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting H1 VWO4

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1
  • September 24, 2022
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Aardrijkskunde samenvatting H1
1.1 Patronen: verschillen in welvaart
Je meet welvaart op drie manieren:
 bbp/hoofd
 samenstelling van de beroepsbevolking
 VN-ontwikkelingsindex (inkomen, levensverwachting, analfabetisme)
Aan meting van welvaart met het bbp/hoofd zit aan aantal nadelen:
 verschil in waarde dollar (oplossing: uitgaan van koopkracht)
 informele sector telt niet mee (oplossing: nationale statistieken verbeteren)
 bbp is gemiddelde en versluiert verschillen: (oplossing: inzoomen)
 regionale ongelijkheid
 sociale ongelijkheid
Je kunt de wereld indelen in centrum, semiperiferie en periferie gelet op welvaart.
Hoe hoger de welvaart, hoe hoger het welzijn.

1.2 Patronen: bevolkingsspreiding en cultuurgebieden
Bevolkingsdichtheid geeft het gemiddeld aantal mensen per km 2 weer.
Bevolkingsspreiding geeft aan waar de mensen wonen.
Verklaring voor de bevolkingsspreiding:
 natuurlijke factoren: klimaat, vruchtbaarheid, beschikbaarheid water en vlak
 ligging: goed bereikbaar
 koloniale verleden: aan de kust
Natuurlijke omstandigheden hebben grote invloed op bevolkingsdichtheid en
bevolkingsspreiding. De beste natuurlijke omstandigheden zijn vochtig, warm en
vruchtbaar: veel voedsel (meerdere oogsten per jaar mogelijk) en veel werk.
Kolonisatie ging samen met verbreiden van het geloof. De meeste kolonisten komen
uit Europa.
Er is veel diffusie (er worden dan cultuurelementen aangepast: acculturatie) door:
 kolonialisme
 internationale migratie
 moderne communicatie
 internationale handel
 toerisme

1.3 Patronen: de politieke en sociale wereldkaart
In 2015 zijn er 195 onafhankelijke staten, in te delen naar democratisch gehalte:
 democratie
 beperkte democratie: sterke controle door overheid
 dictatuur: inperking van vrijheid en mensenrechten worden niet gerespecteerd
Sinds 1990 neemt het aantal democratische landen toe. Het democratisch gehalte in
rijke landen is in het algemeen hoger dan in arme landen. Onderwijs kan bijdragen
aan het democratisch gehalte van een land.
Tot 1990 waren en twee supermachten: USA en USSR (bipolaire wereld). Toekomst:
multipolaire wereld met ruimte voor regionale samenwerkingsverbanden.
Onderwijs leidt tot minder armoede, betere gezondheid en een betere positie van
vrouwen. Maar school in ontwikkelinglanden is vaak slecht door slechte gebouwen,
slecht lesmateriaal, overvolle klassen en te weinig onderwijzers. Gevolg: lage
alfabeteringsgraad.

1.4 Samenhang: ontwikkeling en werk

, Hoe armer een land, hoe groter het aandeel van de beroepsbevolking.
Drie ingrijpende veranderingen in de economische geschiedenis van de wereld:
 agrarische evolutie (van verzamelen naar landbouw): toename bevolking
 industriële revolutie (van ambacht naar fabriek): urbanisatie en stijging
koopkracht
 opkomst dienstenmaatschappij: stijging welvaart
Het zwaartepunt van de economie verschuift van de ene sector naar de andere door:
 stijging arbeidsproductiviteit
 stijging welvaart
Minder arbeiders nodig in de agrarische en industriële sector door mechanisering.
Gevolg stijgende welvaart: vraag naar hoogwaardige goederen en diensten.
Internationale arbeidsverdeling verschuift, zichtbaar aan:
 Verdeling beroepsbevolking
 Samenstelling exportpakket
 Centrum levert zakelijke en financiële diensten
 Semi-periferie levert industriële producten
 Periferie levert grondstoffen
Drie nadelen als grondstoffen de handelsbalans beheersen:
 prijzen van grondstoffen stijgen minder snel dan prijzen van eindproducten
 prijzen van grondstoffen fluctueren sterk op wereldmarkt
 oogst kan mislukken

1.5 Samenhang: ontwikkeling en demografie
Bevolkingsgroei vindt plaats door natuurlijke groei (geboorte- min sterftecijfer) en
sociale groei (vestiging min vertrek).
Hoe lager de welvaart, hoe hoger de vruchtbaarheid en hoe sneller de natuurlijke
bevolkingsgroei.
 De wereldbevolking groeit steeds sneller: snelle daling sterftecijfer.
 Groei is vooral sterk in arme landen: snelle daling sterftecijfer, terwijl
vruchtbaarheid relatief hoog blijft.
 Relatieve groei daalt, maar absolute groei neemt nog toe: vruchtbaarheid
daalt, maar veel vrouwen in vruchtbare leeftijd.
Geboortecijfer in arme landen hoger dan in rijke landen:
 verschil leeftijdsopbouw
 verschil in opleiding
 invloed religie
 invloed cultuur
 verschil in kindersterfte
 verschil in welvaart
De sociale omstandigheden zijn in de ontwikkelingslanden sterk verbeterd. Het
geboortecijfer heeft zich daar nog niet bij aangepast. Rijke landen met een
vergrijzende bevolking krijgen te maken met demografische druk.
Het demografisch transitiemodel, die bestaat uit verschillende fases:
 fase 1: hoog geboorte- en sterftecijfer, natuurlijke groei is gering
 fase 2: geboortecijfer blijft hoog, sterftecijfer daalt snel, bevolking groeit snel
 fase 3: geboortecijfer gaat dalen, groei neemt af
 fase 4: geboorte- en sterftecijfer komen op laag niveau weer in evenwicht,
groei blijft gelijk of neemt soms zelfs af.
1.6 Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller florenbout. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83822 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.88
  • (0)
  Add to cart