Maatschappijleer
Wat is maatschappijleer?
1 Maatschappelijke vraagstukken
In iedere samenlevingsvorm zijn regels. Die regels hangen af van:
de opvattingen van degene(n) die de meeste macht heeft of hebben;
de invloed van degenen die een ondergeschikte positie innemen;
de machtsmiddelen die beide groepen hebben.
Waarde: principe dat mensen belangrijk vinden en nastrevenswaardig vinden.
Normen: gedragsregels om de waarden te bereiken.
Voorbeeld: waarde: eerlijkheid norm: je mag niet liegen.
Sommige waarden wil je verwezenlijken. Die waarden noemen we ook wel idealen.
We spreken van een maatschappelijk vraagstuk als:
het gevolgen heeft voor grote groepen in de samenleving;
mensen tegengestelde opvattingen hebben over de oorzaken en mogelijke
oplossingen;
het veel aandacht krijgt in de media;
het alleen gemeenschappelijk kan worden opgelost, waardoor de overheid
zich ermee bezig moet houden.
Bij het zoeken naar oplossingen voor een maatschappelijk probleem moet er altijd
rekening worden gehouden met tegengestelde belangen en tegengestelde normen
en waarden.
Het constant veranderen van normen, waarden en belangen noem je de dynamiek
van de samenleving. Deze is afhankelijk van plaats, tijd en groep.
4 aspecten van de Nederlandse samenleving:
Rechtsstaat. Hoe zorgt de rechtstaat voor rechtvaardigheid?
Parlementaire democratie. Wat betekent het om in een democratie te leven?
Pluriforme samenleving. Hoe gaan we met alle verschillen in de samenleving
om?
Verzorgingsstaat. In welke situaties moeten mensen hun problemen zelf
oplossen en wanneer moet de overheid helpen?
Macht: het vermogen om het gedrag van anderen dwingend te beïnvloeden.
Gezag: macht die geaccepteerd is.
Formele macht: machtsuitoefening die in regels en wetten is vastgelegd.
Informele macht: machtuitoefening binnen bijvoorbeeld een vriendengroep.
Machtsbronnen: geld, functie, kennis, aanzien, aantal, geweld.
Sociale ongelijkheid: ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen en
politieke macht.
Sociale cohesie: de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel
hebben bij elkaar te horen.
Interdependentie: mensen zijn afhankelijk van elkaar.
2 Kennis van zaken
, Is je informatie betrouwbaar? Stel jezelf dan de volgende vragen:
Komt de informatie van een betrouwbare bron?
Is er een duidelijk onderscheid tussen feiten en meningen?
Wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken?
Feiten zijn objectief en geven aan hoe iets werkelijk is. Meningen zijn subjectief, en
geven aan wat iemand ergens van vindt.
Selectieve waarneming: Iemand ziet alleen wat hij of zij wilt zien (informatie wordt
zodanig vervormd dat hij past in het referentiekader)
Door het bewustzijn van je eigen referentiekader (alles wat je bezit aan kennis,
ervaringen, normen, waarden en gewoonten) kan je zo objectief mogelijk zijn.
Selectieve perceptie: informatie wordt zodanig vervormt dat deze zo veel mogelijk
past in ons referentiekader.
Persvrijheid: vrijheid om te publiceren.
Censuur: als de berichtgeving in een land gecontroleerd wordt.
Manipulatie: het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de
ontvanger dit merkt.
Propaganda: bewust eenzijdige informatie geven met als doel de mening van
mensen te beïnvloeden.
Indoctrinatie: mensen die langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige
opvattingen krijgen opgedrongen met de bedoeling dat zij deze opvattingen
kritiekloos overnemen.
Stereotype: vaststaand beeld van een hele groep mensen.
Door stereotypen ontstaan gemakkelijk vooroordelen (je oordeelt over iets of iemand
zonder dat je die persoon of die zaak kent).
Discriminatie: het anders behandelen van individuen of groepen op grond van
kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn.
Cultivatietheorie: mensen verwisselen de werkelijkheid met televisiewerkelijkheid.
Agendasettingtheorie: de media bepalen niet hoe mensen denken, maar hooguit
waarover zij denken. Ook hebben ze invloed op de politieke agenda.
Framingtheorie: de media presenteren een bepaald onderwerp vanuit een bepaalde
invalshoek en beïnvloeden zo de manier waarop mensen over iets denken.
Mediawijsheid: als je zowel een zorgvuldige zender als kritische ontvanger van
informatie bent.
Parlementaire democratie
1 Wat is democratie?
Politiek kun je het beste omschrijven als de manier waarop een land bestuurd wordt.
Het gaat bij de politiek vaak om zaken die van algemeen belang zijn en waar jij nu of
later mee te maken krijgt, bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, buitenlandse
betrekkingen, infrastructuur, welvaart, welzijn en onderwijs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller florenbout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.