Dit is een samenvatting van het vak ontwikkelingspsychologie. De samenvatting bevat de stof uit het boek (alle 16 hoofdstukken) en de stof uit de colleges, die zijn per hoofdstuk erin verwerkt. Hiernaast is er (gekleurd) dikgedrukt de begrippen aangegeven. Ook zijn er plaatjes ter verduidelijking. ...
Hoofdstuk 1
Leeftijdsgroepen:
De prenatale (de periode van conceptie tot de geboorte
Baby en peutertijd
Kleutertijd (3 tot 6)
Schooltijd (6 tot 12)
Adolescentie (12 tot 20)
Deze leeftijdsgroepen zijn sociale constructie, een idee over de realiteit.
Globaal doorloopt iedereen dezelfde stadia van de ontwikkeling (normatieve
gebeurtenissen) Zoals iedereen gaat op dezelfde tijd naar school. Er zijn ook niet
normatieve gebeurtenissen bijv. ouders die overlijden.
Onderscheid tussen 2 soorten verandering binnen de ontwikkelingspsychologie:
Continue verandering: de ontwikkeling verandert geleidelijk
Discontinue verandering: de ontwikkeling vindt plaats in aparte stappen of stadia.
Kritieke periode: Een specifieke periode in de ontwikkeling waarin de aanwezigheid
van bepaalde soorten omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale
ontwikkeling.
Gevoelige periode: een periode waarin iemand extra gevoelig is voor bepaalde
stimuli uit de omgeving. Gaat uit van plasticiteit (mate van veranderlijkheid) De
kinderen zijn bv. De eerste 6 jaar gevoelig voor taal. Ze pikken dan makkelijk een taal
op.
Nature: genetisch bepaald. Eigenschappen, vermogens en capaciteiten die
mensen van hun ouders erven. Bijv. oogkleur
Nurture: omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Bijv. Dat jongeren
gaan roken, dat is afhankelijk van omgevingsfactoren.
Wat is belangrijkste om te weten voor de toets voor hoofdstuk 1
Wat er wordt bedoeld met het begrip
ontwikkelingspsychologie. (wat houdt dat in)
Welke leeftijdsgroepen we hanteren en dat dit sociale
constructies zijn.
Het verschil tussen continue/discontinue. (Weten wat het
betekent en herkennen uit een voorbeeld. Geld ook voor
onderstaande punten)
Het verschil tussen kritieke en gevoelige periode
Het verschil tussen nature en nurture
, Hoofdstuk 2
Theoretische perspectieven en onderzoek
Vijf belangrijke perspectieven op de ontwikkeling van het kind
Psychodynamisch: gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten en
herinneringen. Er is iets gebeurd waar je niet bewust van was maar wat wel invloed
heeft. Bijv. als baby verdronken en nu bang voor water.
Psychoanalytische theorie (freud) en psychosociale theorie (erikson)
Psychoanalytische theorie van sigmund freud
Onbewuste krachten zijn bepalend voor iemands persoonlijkheid en gedrag.
Drie aspecten van de persoonlijkheid: id primitieve driften bepaalde behoeftes zoals
honger en dorst soort van duivel, superego dat is een perfecte ik. Soort van engel in je
hoofd. (Geweten), ego (realiteitsprincipe) als je handelt vanuit ego dan ben je
gezond.
Psychoseksuele ontwikkeling. Als er iets misgaat in een bepaalde fase ontstaat er
fixatie.
Psychosociale theorie van erikson
Ontwikkeling van mensen verloopt in 8 aparte stadia
Individu moet bij elke stadia een crisis of conflict oplossen om verder te gaan.
Bijv stadia 1 vertrouwen vs wantrouwen. Is een stadia als baby bijv als je huilt dat
iemand naar je toe komt krijg je vertrouwen. Als dat niet gebeurd krijg je wantrouw
dan kan je niet verder.
Behavioristische perspectief baseert zich op waarneembaar en meetbaar gedrag
Klassieke conditionering: Is een vorm van leren waarbij een mens of dier op een
bepaalde manier leert reageren op een neutrale stimulus, die de reactie normaal
gesproken niet uitlokt. Pavlov (Het geluid van een appje)
Operante conditionering: Een reactie wordt verbonden met consequentie van het
gedrag. (skinner)
Straffen en belonen
Gedrag dat wordt beloond, zal sneller herhaald worden
Gedrag dat niet wordt beloond (of gestraft) wordt minder laten zien
Sociaal-cognitieve leertheorie (bandura): Leren door het observeren van het gedrag
van een ander persoon , een model. Rol van imiteren
Vijf belangrijke perspectieven op de ontwikkeling van het kind
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nadine201. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.99. You're not tied to anything after your purchase.
