Samenvatting van de benodigde hoofdstukken voor het tentamen. Hoofdstukken 1, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 12. Heb elke bladzijde geheel doorgelezen en zo goed mogelijk verwerkt! Er mist vrijwel niets :) Echt een aanrader!! Veel succes x
Samenvatting Gedrag in Organisaties
Hoofdstuk 1 introductie in de
organisatiegedragswetenschap (OG)
1.1 Wat is de organisatiegedragswetenschap?
Organisatiegedragswetenschap gaat over de systematische studie van gedrag in
organisaties, waarbij zowel aandacht besteed wordt aan het individuele als aan het
groepsgedrag. OG is gebaseerd op experimenteel en survey-onderzoek.
- Organisatie:
Robbins en Coulter beschrijven organisaties vanuit 3 wezenlijke aspecten:
1. Een organisatie bestaat uit 2 of meer mensen die op een bewuste manier
samengebracht werden om bepaalde doelstellingen te realiseren
en met het oog op de realisatie van deze doelstellingen wordt een specifieke
structuur ontwikkeld.
2. doelstelling staan binnen de organisatie voorop. De doelstelling van een
organisatie wordt vaak vastgesteld in het mission statement.
Verklaring waarin aangeduid wordt welke zaken de organisatie
nastreeft.
Op het moment dat medewerkers verschillende doelen nastreven is de
samenwerking niet optimaal.
3. heeft betrekking op verdeling van werk onder leden van organisatie. De
taakverdeling en de coördinatie van taken vormen een belangrijk
onderwerp voor de OG.
Het 4e aspect dat hier in feite aan toegevoegd moet worden is dat de
organisatie streeft naar continuïteit. Organisatie richt zich op toekomst en alles
wat er gebeurt heeft tot doel de continuïteit van de organisatie te garanderen.
- Organogram (organisatieschema):
Deze stelt op een schematisch wijze voor welke divisies er zijn (wie leiding) en
welke hiërarchische verhoudingen er bestaan binnen de organisatie
- Stakeholders:
Groepen die belang hebben bij de activiteiten van een bepaalde organisatie.
- Shareholders:
Aandeelhouders
- Corporate Values:
de waarden die een organisatie nastreeft. Bijv. klantvriendelijkheid in een
restaurant
De doelstelling van OG-studie is enerzijds een verklaring te bieden voor het gedrag in
organisaties zoals we dit vaststellen en anderzijds dit gedrag trachten te voorspellen.
Het is niet voldoende na te gaan waarover medewerkers tevreden zijn of niet, maar
het is nog belangrijker na te gaan hoe een beleving van deelaspecten de algemene
tevredenheid beïnvloedt. .
1.2 De economische omgeving van organisaties
3 fundamentele verschillende wijzen om een economie te organiseren:
1. De centraal geleide economie
Hierin stelt de overheid de productie van goederen en diensten vast, hoe deze
geproduceerd zullen worden en voor wie. Ontstond in 1917 in de SU als reactie
op vrijemarkteconomie.
2. De gemengde economie
Binnen deze vorm van samenleving bestaat er eveneens een vrijheid van
productie en consumptie, maar de overheid zal de scherpe kantjes hiervan
bijstellen. (minimum en maximum prijzen bv.)
3. De vrijemarkteconomie (grondlegger: Adam Smith)
staat lijnrecht tegenover centraal geleide economie. Binnen deze vorm van
samenleving bestaat de fundamentele vrijheid van produceren en vrijheid van
1
, consumeren. Binnen deze economie zal een ‘onzichtbare hand’ ervoor zorgen
dat er geen tekorten of overschotten ontstaan.
1.3 De historiek van de Organisatiegedragswetenschappen
Adam Smith:
Schotse filosoof uit 18e eeuw en wordt thans beschouwd als grondlegger van
hedendaagse economie (klassieke liberalisme). Nastreven individuele welvaart zou
resulteren in maximale welvaart. Taakverdeling is door Adam Smith ontstaan.
- Comparatieven voordelen:
ontstaan door samenwerking van mensen met verschillend competentieprofiel.
Door taken toe te wijzen aan de persoon die hiervoor de beste vaardigheden
heeft, wordt productie geoptimaliseerd. Principe van laagste opportuniteitskost.
- Scientific management:
Frederick Taylor, 1911. Hij was van oordeel dat organisaties op
wetenschappelijke wijze dienden geleid dienden te worden. Hij wilde de
productie efficiënter maken d.m.v. het management onderbouwen met
wetenschappelijke inzichten. Hij zorgde ervoor dat de juiste persoon op de
juiste taak kwam en enkel deze taak uitvoerde. Organisatie wordt opgevat als
machine.
Taylor voerde prestatieloon in, medewerkers stimuleren d.m.v. extra loon
- Horizontale taakverdeling:
Verwijst naar verdelen van complexe taken in subtaken die elk uitgevoerd
worden door verschillende medewerkers.
- Verticale taakverdeling:
betekend dat een medewerker ofwel management, behoort ofwel tot de
uitvoerende groep.
Taylor zag individuele verschillen tussen medewerkers, wie het ene werk beter deed
dan andere, maar ook intra-individuele verschillen, waardoor niet alleen selectie van
medewerkers, maar ook plaatsing van deze personen belangrijk was.
- Natuurlijke wet van samenwerking:
De wetenschappelijke bedrijfsvoering erkende hiermee dat goede
samenwerking tussen de werknemers en de ondernemer wel degelijk mogelijk
was.
- Homo economicus:
Eenzijdige mensopvatting dat mensen graag geleid worden door anderen en
reageren enkel op financiële prikkels. Zo weinig mogelijk werk voor maximale
opbrengst
Henry Ford (fordisme, 1920) introduceerde de eerste lopende band in fabrieken
- Rekrutering en selectie:
Mensen worden op grond van hun competenties geselecteerd en toegewezen
aan bepaalde taken
Human relations beweging
- Hawtorne-effect:
De verbetering van de prestatie wordt niet veroorzaakt door experimentele
manipulaties, maar door de extra aandacht die aan de medewerkers wordt
besteed.
De resultaten van een grote reeks experimenten hebben aanleiding gegeven tot
Human Relations beweging, waarvan we de volgende krijtlijnen formuleren:
1. Er werd geen correlatie gevonden tussen werkcondities en hoogte van
productie. Besluit: arbeid is vooral een sociaal gegeven. Mensen werken niet
enkel voor loon maar ook voor immateriële beloning zoals bv. respect,
aanvaarding enz.
2. Medewerkers gaan informele relaties opbouwen. Bv. uitslover zijn is niet
geaccepteerd
3. Informele waarden en normen spelen belangrijkere rol in wat geproduceerd
wordt en dan de controle van management of prestatiebeloningen.
2
, - Homo sociologicus:
Onderliggend mensbeeld dat stelt dat mensen niet alleen reageren op financiële
prikkels, maar ook op grond van sociale normen en regels die eigen zijn aan de
groep.
- Revisionisme:
Een reeks auteurs die zich afzetten tegen het scientific management en de
Human Relations beweging. HR-model had enkel oog voor sociale relaties als
verklarende factor voor het arbeidsgedrag, terwijl de schrale arbeidsinhoud niet
ter sprake kwam
Abraham Maslow geeft aan dat motivatie van mensen hiërarchisch geordend is en dat
de mens bij wijze van niet alleen van brood leeft, maar opzoek is naar zelfontplooiing
en zelfverwerkelijking.
Organisatie kan niet langer opgevat worden als ‘machine’ maar als technisch en
sociaal systeem. Focus wordt verlegd naar aanbieden van zinvol werk. In het
hedendaagse denken over organisaties komt steeds meer naar voren dat organisaties
beschouwd moeten worden als knooppunt van kennis en dat de medewerker (drager
van kennis) beschouwd dient te worden als belangrijke activa van organsiatie. (HRM)
1.4 De hedendaagse organisatie
In organisatie kunnen kerntaken en kerncompetenties geformuleerd worden; bv. in
autofabriek worden auto’s geassembleerd en de motor gemaakt, alle overige
activiteiten (bv. maken stuur of stoelen) zijn geen kerntaken. Uitbesteding hiervan
heet:
- Outsourcing:
Organisatie werkt samen met andere organisaties.
Verbetering van arbeidsinhoud kan bereik worden door taakverbreding,
taakverrijking en taakroulatie over de afdeling. Hier betreft concrete toepassingen van
het model van Hackman en Oldhamm. Dergelijke aanpassingen van werk leiden tot
verbetering van kwaliteit.
- Model van Hackman en Oldhamm:
Model dat motivatie van medewerkers in verband brengt met de perceptie van
het werk. Binnen dit model worden 5 aspecten van werk onderscheiden die
aanleiding geven tot psychologische perceptie van zinvol werk, ervaren
verantwoordelijkheid en kennis van resultaten. Deze 3 percepties hebben
vervolgens impact op de motivatie v/d medewerkers
Met Introductie van groepswerk worden taken toevertrouwd aan groepen van
medewerkers. Deze groep krijgt meer verantwoordelijkheid en de bevoegdheid over
de planning, werverdeling etc.
- Empowerment:
Medewerkers verwerven zelf de ‘macht’ over hun werk.
- Kennisorganisaties:
Het inzicht dat kennis één van de belangrijkste factoren is in de organisatie.
Peter Drucker was 1 v/d eerste bedrijfskundigen die het belang van de
ontwikkeling van kennis en de implementatie ervan in organisaties opmerkte.
Nonaka en Takeuchi (1997) spreken over een specifieke vorm van leren in
organisaties, het fundamentele onderscheidt tussen tacit en de explicit knowledge en
hoe door een onderlinge wisselwerking tussen beide nieuwe kennis gecreëerd kan
worden.
- Tacit knowledge:
de niet uitgesproken kennis die als het ware ‘in de vingers’ zit
- Explit knowledge:
De kennis die gezegd en opgeschreven kan worden
- Enterprise resource planning (ERP):
Software waardoor alle bedrijfsprocessen geïntegreerd kunnen worden. ERP-
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychie1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.