In het recht staan alle regels voor elke situatie, het recht gaat over normen en waarden van een
samenleving. Als de normen en waarden van de samenleving veranderen, verandert her recht ook.
Het begrip ‘recht’
- Recht als geheel van regels.
- Recht als aanspraak.
Niet alle regels zijn rechtsregels regels die alleen op jouw school gelden, regels thuis, regels op de
sportclub. (je kunt er niet voor naar de rechter)
Rechtsregels (overheidsregels)
- Zijn gemaakt door de overheid
- Gelden voor iedereen in Nederland
- Bij overtreding kun je naar de rechter.
Rechtsregels zorgen voor een georganiseerde samenleving en een rechtvaardige oplossing bij
conflicten.
Recht op aanspraak de werknemer heeft recht op pauze, ik heb recht op mijn loon.
Burgerlijk recht
Beschrijft de juridische relaties de relaties in het recht, tussen burgers en bedrijven.
Het burgerlijk recht is te verdelen tussen vermogensrecht (geldzaken), personen-en familierecht
(personen/familiezaken) en rechtspersonenrecht (bedrijven/instellingen).
Staatsrecht
Het staatsrecht beschrijft hoe de Nederlandse staat is georganiseerd.
Er staat in beschreven welke landelijke, provinciale en gemeentelijke overheidsorganen er in het
Koninkrijk der Nederlanden zijn en geeft regels hoe deze organen worden gekozen (kiesrecht) of
benoemd en wat hun taken en bevoegdheden zijn.
Ook de rechten van de burgers in ons land vind je in het staatsrecht.
Strafrecht
In het strafrecht gaat het om verboden waarop de overheid een straf heeft gezet (diefstal, moord,
mishandeling).
In het strafrecht staan ook de regels voor politie en justitie bij de opsporing van een verdachte (wat
ze wel en niet mogen doen).
, Bestuursrecht
Het bestuursrecht beschrijft hoe de overheid haar bestuurstaak moet uitvoeren en gaat over het
bouwen van scholen, wegen aanleggen, vergunningen afgeven, studiefinanciering verlenen, belasting
heffen en uitkeringen toekennen.
Internationaal recht
Het internationaal recht regelt de verhouding met andere landen en de positie van Nederland in
internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. De regels van de
Europese Unie hebben onder andere invloed op de manier waarop wij onze grenzen bewaken of de
beltarieven.
Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed, ze kunnen trouwen en kinderen krijgen.
Rechtspersonen zijn personen in het recht maar geen mensen van vlees en bloed, een rechtspersoon
heeft rechten en plichten.
Je hebt rechtspersonen in het burgerlijk recht zoals de naamloze vennootschap (nv), de besloten
vennootschap (bv), stichting en vereniging.
En je hebt rechtspersonen die een overheidstaak uitvoeren zoals de staat, provincie en gemeente.
Rechtspersonen en natuurlijke personen hebben schulden, bezittingen, kunnen contracten afsluiten
en een rechtszaak starten. Ze zijn allebei rechtssubject: drager van rechten en plichten.
Het personen-en familierecht is niet van toepassing op rechtspersonen want een rechtspersoon kan
niet trouwen of kinderen krijgen.
Als iemand dood gaat of iemand wordt 18 jaar ontstaan er gevolgen in het recht.
Deze gebeurtenissen, situaties en handelingen waardoor een rechtsgevolg ontstaat noem je
rechtsfeiten.
Handeling door een persoon met gepland rechtsgevolg
Sommige handelingen doe je juist met de bedoeling om dat rechtsgevolg te bereiken, je sluit
bijvoorbeeld een koopovereenkomst of een huurovereenkomst af. Maar ook als je geld geeft aan het
goede doel of als je een testament opmaakt. Je weet dan wat de rechtsgevolgen zijn en die heb je
ook bedoeld. Handelingen die gepland zijn noem je rechtshandelingen.
Handeling door een persoon zonder gepland rechtsgevolg
Er zijn ook handelingen die wel een rechtsgevolg hebben maar niet de bedoeling was. Bijvoorbeeld
schade aan een auto door een aanrijding. Dat heeft wel een rechtsgevolg, namelijk dat de
veroorzaker van de schade deze schade moet betalen. Dit rechtsgevolg was niet de bedoeling.
Geen handeling door een persoon, wél een rechtsgevolg
Door overlijden of een geboorte ontstaan er rechten en plichten in het recht. Er wordt niet bewust
gehandeld door een persoon.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Simooonxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.