Let op! Bij een schoolexamen biologie mag je gebruik maken van de volgende hulpmiddelen:
BINAS, Nederlands woordenboek en een gewone rekenmachine (dus geen grafisch).
Leerdoelen Leerstof
1. Je kunt benoemen dat DNA functioneert als universele drager van 17.1 DNA
genetische informatie F1.1.1
Het totale DNA wordt het genoom genoemd en bevat 19000 genen. Een gen is
een stukje DNA wat informatie bevat over de productie van eiwitten. Eiwitten
spelen een rol bij het tot stand komen van een erfelijke eigenschap. Alle cellen
hebben hetzelfde DNA, maar afhankelijk van hun functie zijn verschillende
genen actief.
Cellen reageren op hun omgeving, wat de variatie in het aanschakelen van
genen vergroot.
2. Je kunt de bouw van DNA beschrijven waarbij je de rol van histonen 17.1
benoemd, je kunt de relatie tussen de vorm en functie van DNA B1.1
benoemen
DNA bestaat uit twee strengen, die lopen in tegenovergestelde richting. DNA-
strengen bevatten nucleotiden, deze nucleotiden bestaan uit een fosfaatgroep,
een suikermolecuul (deoxyribose) en een stikstofbase.
De fosfaatgroep en de deoxyribose zitten afwisselend aan de buitenzijde van
het DNA.
Binas71A: In DNA komen vier verschillende stikstofbasen voor (A, C, G, T).
Beide DNA-strengen zijn complementair (vullen elkaar aan), de nucleïne-
basen (A-T en C-G) zijn met elkaar verbonden door waterstofbruggen.
Histonen verstevigen en beschermen de DNA-moleculen in de kern. Acht
histonen vormen een bolletje waar een deel van het DNA-molecuul omheen is
gerold. Dit geheel wordt het nucleosoom genoemd. Deze nucleosomen
koppelen met elkaar, waardoor er chromatinedraad ontstaat.
Chromatine spiraliseert (tot een spiraal maken) tot chromatine en hierdoor
wordt het DNA-molecuul compact in de celkern opgeborgen.
Een mitochondrium bevat cirkelvormig mtDNA met genen voor de
eiwittenproductie, genen voor rRNA (bouwstenen ribosomen) en tRNA
(transport aminozuren). Zorgt voor energie.
3. Je kunt aangeven dat DNA bij eukaryoten voor het grootste deel niet 17.1
coderend is en dat genen voor een groot gedeelte uit introns bestaan. C1.1.1
Ieder stukje DNA heeft een eigen sequentie: de volgorde van de stikstofbasen
in het DNA.
Niet-coderend DNA (introns): Heeft een andere functie dan het coderen voor de
productie van eiwitten. (Grootste deel van het DNA). Bijvoorbeeld de functie
van rRNA of tRNA.
Coderend DNA (extrons): Deel van het DNA dat codeert (vertalen van een
boodschap) voor eiwitten.
Repetitief DNA: Deel van het DNA dat bestaat uit een aantal herhalingen van
een serie nucleotiden.
STR’s: Type repetitief DNA met een aantal korte repeats van twee tot tien
nucleotiden lang. De hoeveelheid aaneengekoppelde STR’s verschilt per
persoon. Per STR’s zijn er twee exemplaren, aangezien chromosomen in paren
, voorkomen (deze kunnen gelijk of verschillend zijn).
DNA profiel: Unieke set STR’s in het DNA van een persoon, bestaan uit dertien
verschillende loci(aties).
4. Je kunt uitleggen dat hoe DNA verdubbeld wordt (DNA-replicatie) en 17.2
wat de rol van telomeren zijn E1 / E2
DNA-replicatie:
Een enzymencomplex met twee helicasen verbreekt de H-bruggen op een
replicatiestartpunt. Hierdoor wordt er een replicatievork gevormd.
In de richting naar het startpunt toe is de volgende streng en in de richting van
het startpunt af is de leidende streng.
Het RNA-polymerase primase hecht een RNA-primer van RNA-nucleotiden aan
beide DNA strengen.
Het enzym DNA-polymerase vormt een nieuwe streng. Dit enzym leest de
nucleotiden van de DNA-streng daardoor alleen in 3’ 5’ richting en vormt in
5’3’ (de vorming vindt alleen plaats van het startpunt af). Dit is dus de
leidende streng. Het DNA-polymerase maakt DNA-nucleotiden vast in de juiste
combinaties (T-A, C-G) en koppelt ze zijwaarts aan elkaar tot een continue
reeks op beide DNA-strengen.
Bij de volgende streng verloopt replicatie in kleine stukjes. Bij DNA-polymerase
hier, verloopt de vorming in de 3’ 5’ richting (Dus naar het startpunt toe). Dit
noem je achterwaarts kopiëren. Het nieuwe stukje heet een Okazaki-fragment.
Helicase zorgt ervoor dat de replicatievork opschuift, primase voegt een nieuwe
RNA-primer toe en er groeit een nieuw volgend Okazaki-fragment.
Een ander type DNA-polymerase vervangt alle RNA-nucleotiden van de
primers door DNA-nucleotiden. Het enzym ligase koppelt de Okazaki-
fragmenten aan elkaar tot een complete streng. Enzymen controleren of de
replicatie foutenvrij is.
Dit proces van DNA-verdubbeling is semi-conservatief: Elk nieuw molecuul
bestaat uit een oorspronkelijke en een nieuwe streng.
5. Je kunt DNA-technieken noemen die gebruikt worden in onderzoek 17..4
naar erfelijkheid en de uitkomsten van deze onderzoeken B1.1
interpreteren en je kunt uitleggen op welke manieren de
basenvolgorde in het DNA bepaald kan worden. Je benoemt in ieder
geval PCR, gelelectroforese, restrictie-enzymen, sequencen.
PCR-methode:
1. In een PCR-machine komt het DNA-fragment, DNA-primers,
nucleotiden, het hittebestendige Taq-polymerase en een buffer.
2. Bij 95 graden verbreken de H-bruggen, de DNA-strengen komen los van
elkaar. Bij 52 graden binden de DNA-primers aan 3’-einden van beide
strengen. Bij 72 graden verlengt Taq-polymerase de nieuwe ketens van
het DNA-fragment in de 5’ 3’ richting.
3. Iedere cyclus ontstaan er nieuwe strengen vanaf de primers.
Na herhalingen bestaat het mengsel uit DNA-kopieën en genoeg materiaal voor
veder onderzoek via gelelektroforese. Dit is een techniek dat DNA-fragmenten
op basis van hun grootte scheidt.
De DNA-fragmenten worden op een gel in een elektrisch veld gelegd. De
negatief geladen DNA-moleculen bewegen naar de positieve pool. Kleine DNA-
fragmenten kunnen sneller bewegen doordat ze minder weerstand van het gel
voelen. Zo ontstaat een rij van DNA-fragmenten van groot naar klein.
Capillairelektroforese is hierop een variant. Hierbij wordt een piek afgegeven
als moleculen van een bepaalde grootte passeren. Met behulp van
gelelektroforese scheiden onderzoekers DNA-fragmenten van verschillende
lengte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.