Dit is een samenvatting voor het vak Nederlands A in het eerste semester van de opleiding lager onderwijs aan de Arteveldehogeschool. De samenvatting is een combinatie van het boek Volop Taal, hoorcollege's en externe documenten. Ik behaalde met deze samenvatting 15/20.
Les 1:
Overzicht van de leerinhouden van Nederlands A
● Taal in de 21ste eeuw
● Taalonderwijs in de 21ste eeuw
→ principes voor krachtig taalonderwijs en taalkrachtig onderwijs
Taal in de 21ste eeuw:
Taal in het leven lagereschoolkinderen:
→ binnen en buiten de school wordt dit veel gebruikt
- communiceren met vriendjes
- samen plannen smeden
- leren
- nieuwe kennis toepassen
- persoonlijke en gemeenschappelijke doelen bereiken
Taal vervult veel functies in de school en samenleving:
→ taal is krachtig bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt
→ taal laat wederzijds begrip ontstaan
→ taal verstevigt de sociale samenhang
→ taalvaardigheid bepaalt mee
- in welke mate leerlingen succes ervaren op school
- in welke mate leerlingen succes ervaren in hun persoonlijk leven
- in welke mate leerlingen later succes ervaren op de arbeidsmarkt
Waarom is taal zo belangrijk:
→ taal is een belangrijke sleutelcompetentie
→ alle competenties doen beroep op taal
● bewust omgaan met verandering
● complexe informatie verwerken
→ bronnen kunnen raadplegen
→ sterk ontwikkelde lees- en luistervaardigheid nodig
● kritisch en probleemoplossend denken
● zelfstandig beslissingen nemen
● creatief samenwerken
● communiceren in diverse contexten
● omgaan met nieuwe media en technologie
→ talige competenties hebben
→ tweeten of sms’en
→ vereist vaardigheid om beknopt en creatief te schrijven
● de vaardigheid om je schriftelijk en mondeling vlot uit te drukken
, ● creatief kunnen zijn met taal
→ passend register kunnen kiezen
→ taalgebruik kunnen aanpassen aan situatie
→ taalgebruik kunnen aanpassen doelpubliek
● Omgaan met nieuwe media
→ tweeten of sms’en vereist de vaardigheid om beknopt en creatief te
schrijven
taal heeft verschillende functies in de school en de samenleving:
1. Conceptualiserende functie
→ op zoek gaan naar verschillen tussen dagelijks leven nu en vroeger
→ zaken benoemen, dingen ordenen
→ grip krijgen op de wereld
2. Communicatieve functie
→ betekenis geven aan de werkelijkheid
→ verbondenheid creëren
3. Expressieve functie
→ uitdrukking geven aan persoonlijke emoties
4. Sociale functie
→ uiting van sociale groep waartoe je behoort of wil behoren
→ je praat anders tegen je vrienden dan wanneer je tegen je ouders praat
→ onderwijs die helpt bij ontwikkeling van talige competenties is in de eerste plaats in het
Nederlands
→ ontwikkeling van taalcompetentie staat voorop
Taalcompetentie:
→ geheel van talige kennis, vaardigheden en attitudes
→ nodig om geschreven, gesproken en multimodale teksten te begrijpen, te evalueren en te
gebruiken
→ dit is nodig om:
1. volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk te maken
2. eigen doelen te kunnen realiseren
3. eigen kennis en mogelijkheden levenslang en duurzaam te kunnen
ontwikkelen
Kennis, vaardigheden en attitudes:
1. taalkennis
→ verwijst naar wat iemand bewust of onbewust weet over allerlei aspecten
van taal, taalgebruik en taalsysteem
→ waarvoor staat een cartoon op de bus?
2. Taalvaardigheden
→ een brief kunnen schrijven
, → een gesprek kunnen voeren
→ een audioboek kunnen beluisteren
→ in staat zijn om talige handelingen uit te voeren
3. Attitudes
→ al frans durven praten
→ niet zo houden van lezen
→ attitudes zeggen iets over houding, emotie en motivatie tegenover taal en
de eigen taalcompetentie
Les 2:
Een tekst controleren:
aan het begin van een zin schrijf je een hoofdletter
schrijf met volwaardige zinnen
eindig een zin met een leesteken
schrijf namen van personen en plaatsnamen met een hoofdletter
schrijf namen van maanden, dagen zonder hoofdletter
vervoeg en schrijf werkwoorden foutloos
gebruik een synoniem in zinnen waar 2 keer hetzelfde woord staat
schrijf woorden zoals m’n, z’n juist
→ zie leerpad
Taalonderwijs in de 21e eeuw:
1. Leren van taal
→ zorgen dat leerlingen voldoende taalvaardig zijn
→ kinderen leren taal door met taal bezig te zijn
→ kinderen leren taal door taal te gebruiken
→ dit gebeurt bijvoorbeeld op school
2. Leren in taal
→ taal wordt gebruikt om andere dingen te leren
→ via taal ontdekken we andere dingen
→ tijdens deze leermomenten worden we steeds beter in taal
3. Leren over taal
→ inzoomen op specifieke talige doelen en leerinhouden
→ strategieën, literatuur, betekenisverbreding van woorden
→ taalles speelt hier grote rol in
, 7 principes van taalkrachtig onderwijs en taalonderwijs
Taalkrachtig onderwijs…
→ Volgorde is niet toevallig gekozen
- vloeien logisch uit elkaar voort
- wil niet zeggen dat het 1e het belangrijkste is
→ de principes vertonen een samenhang
- niet los van elkaar
- overlappen elkaar gedeeltelijk
→ Moeten in combinatie met elkaar gerealiseerd worden
Niet het beoogde effect:
→ wanneer je slechts aan 1 principe voldoet
→ wanneer je slechts 1 keer per maand een taalkrachtige les geeft
1. Stimuleert een positieve talige grondhouding
→ een veilige oefencontext bieden
→ ruimte geven waarin leerlingen kunnen experimenteren met taal
→ fouten maken mag
→ Sociale omgeving creëren waarin leerlingen taal kunnen en durven oefenen
→ veiligheid, vertrouwen en plezier creëren terwijl ze taal leren
→ rekening houden met de motivatie van leerlingen en andere sociaal-emotionele factoren
→ het talige repertoire van leerlingen omarmen
→ appreciëren wat leerlingen al kunnen en afzonderlijk bekijken
→ ook andere talen van leerlingen aanvaarden
→ hoge verwachtingen koesteren
→ leerlingen moeten voelen dat leerkracht gelooft in taalleervermogen
→ zorgt voor zelfvertrouwen
→ leerlingen aanmoedigen
● Al deze dingen samen vormen de voorwaarden om tot een positieve talige
grondhouding te komen
2. is functioneel
Taal functioneel inzetten:
→ leerlingen gebruiken taal om allerlei voor hen betekenisvolle doelen te kunnen bereiken of
als middel om betekenisvolle taken op te lossen
- stappenplan lezen
- spellingsregel toepassen om brief te schrijven
- website uitpluizen om iets te doen
- naar instructies luisteren om iets te kunnen doen
- …
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyneavanhove. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.