100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen alle colleges + samenvatting van artikelen $5.78   Add to cart

Class notes

Aantekeningen alle colleges + samenvatting van artikelen

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle colleges zijn zeer uitgebreid + onderaan samenvatting van de artikelen.

Preview 4 out of 49  pages

  • September 26, 2022
  • 49
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Dr. d.d. van bergen
  • All classes
avatar-seller
College 1


Stelling: de rol van de eigen cultuur in de opvoeding en onderwijs wordt bij uitstek duidelijk
in cross-sectioneel perspectief

 Een dikke Nederlandse nationale identiteit beïnvloedt de integratieprocessen van
migranten en kinderen (Ghorasi)

Antropologen over cultuur:
- Cultuur = gedeeld systeem van kennis & betekenisgeving (Keesing)
- Gedeelde werkelijkheid over wat goed is voor het kind (Harris)
- Cultuur is aangeleerd: gezin is verantwoordelijk van enculturatie (inwijding van jonge
mensen in de cultuur waarin zij leven). Dit kan expliciet en non-expliciet, verbaal en
non-verbaal
Enculturatie: het inwijden van nieuwe leden, ook baby’s en kinderen, in een nieuwe cultuur.
Dus het overdragen van een bepaalde cultuur. Dit gebeurt niet altijd bewust, kan ook
onbewust gebeuren.

Culturele transmissie en gezin: wederzijdse beïnvloeding. Cultuur heeft een sociale cultuur
nodig om voortgezet te worden, hiermee worden gezinnen bedoeld. In die gezinnen wordt
cultuur doorgegeven (transmissie). Niet alleen van ouders op kinderen, maar ook van
kinderen op ouders. Dus geen eenzijdig proces. Kinderen kunnen hun ouders ook
beïnvloeden omdat zij bepaalde normen en waarden tot zich nemen en deze verspreiden
richting hun ouders.

‘Not under my Roof’ Parents, Teens and the Culture of Sex’. Dit is een cross-culturele
vergelijking naar de heteroseksuele opvoeding in de middenklassen VS en NL door Amy
Schalet. Ze heeft ouders en tienerkinderen gevraagd naar hun seksuele opvoeding.
- Cultuur als kennis en betekenisgeving:
VS: seks = gevaarlijk, vooral voor meisjes, je kan zwanger worden
NL: normaal onderdeel van opgroeien
- Cultuur voeden ideeën en waarden over de opvoeding
VS: stabiel romantisch samenzijn van tieners bestaat niet
NL: tienerseks past binnen een langdurige romantische relatie
- Cultuur beïnvloeden dus opvoedingspraktijken
VS: teenage seks? Not under my roof
NL: seks thuis mag, juist graag thuis (= monitoring)

Whiting (H&S):
1) Focussen op sociaalhistorische ontwikkeling in een samenleving heeft gekend, zijn
van invloed op
2) Manieren van opvoeden en verzorgen, die samen leiden tot
3) ‘Semi’ permanente psychologische effecten op de leden van een samenleving
4) Die effecten manifesteren en projecteren zich als uitingen in onze samenleving ->
systeem van betekenisgeving

,Bijvoorbeeld de overgang van agrarische samenleving naar de huidige moderne
samenleving. Heeft effect op het schoolse leven, eerst alleen deel van de bevolking, nu
allergrootste deel. De nadruk ligt nu erg op diploma’s, vroeger was dit totaal niet zo.
Dit hoeft niet in deze volgorde, kan ook in een andere volgorde plaatsvinden

Bronfenbrenner:
Men moet af van het idee dat het kind los van de context wordt bestudeerd.
1. Microsysteem: het directe contact dat het kind in zijn omgeving in een bepaalde
microsetting heeft met anderen. Belangrijkste microsysteem is gezin, crèche,
kinderopvang, school.
2. Mesosysteem: het geheel van microsystemen waarvan een kind deel uitmaakt en in
participeert.
3. Exosysteem: bestaat uit formele en informele sociale structuren rond het gezin.
Hierbij denken aan buurt, sociale netwerk van de ouders, etnische gemeenschap,
wereld van het werk.
4. Macrosysteem: heeft betrekking op de ruimere context waarin de adolescent leeft
(leefomgeving, woonwijk, stad, religie, economisch en rechtssysteem,
onderwijssysteem, etc.). Dus welke ontwikkelingsmogelijkheden het kind heeft.

Harkness en super
 Hebben het developmental niche geintroduceerd. Soort van kritiek op
Bronfenbrenner. Legt nadruk meer op cultuur. De cultuur heeft invloed op alle drie
de niches die zij benadrukken.
 Developmental niche spitst zich toe op de culturele dimensies van de omgeving
waarin kinderen opgroeien aan de hand van drie subsystemen
1) De fysieke en sociale setting waarin een kind leeft, welke verzorgers er (hoe vaak) zijn
en wat zijn doen bepaalt het type interactie, wat het sociaal gedrag beïnvloedt.
Voorbeelden van Kipsigis stam in Kenya: voortdurende nabijheid moeder
(pediatrische opvoedingsstijl, maximum aan lichaamscontact, calorieënverbruik)
Namibië: buiten, VS: binnen
2) Gewoonte van verzorging en opvoeding, gedragsstrategieën om om te gaan met
kinderen van een bepaalde leeftijdsfase
In bijv. Namibië worden broertjes en zusjes al snel in de opvoeding van hun jongere
broertjes en zusjes betrokken.
Voorbeelden Nso stam Kameroen (Keller, 2003)
- Gewoontes zijn gericht op motorische ontwikkeling
- Eten en emotie regulering -> pediatrische opvoedingsstijl. Als de baby ook maar een
klein beetje huilt, meteen de borst geven. Dit kan in verband worden gebracht met
calorieën verbruik -> als hij lang huilt dan verbruikt de baby veel calorieën. In deze
stam beschouwen ze baby’s als gelukkig als ze weinig opwinding krijgen. In Duitsland
zagen ze baby’s als gelukkig als ze face-to-face contact hebben en aan het
schaterlachen worden gemaakt.
3) De psychologie van de opvoeders: de culturele denkmodellen voor opvoeding. De
opvoedingsdoelen die ze hebben voor hun kind, past vaak goed in de samenleving
waarin ze opgroeien.
Kipsigis stam in Kenya, opvoedingsdoelen: gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid. Sociale
en rationele intelligentie, hoe kan je je verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen aan

,het groot gezin. Dat je dus uit jezelf leert wat je moet doen, zonder aansturing van ouders en
broers en/of zussen. Interdependentie: onderlinge afhankelijkheid van de gezinsleden.
Duitsland opvoedingsdoelen: initiatiefrijkheid, verbaal sterk, uniciteit, relationele
onafhankelijkheid. Wordt vooral uitgegaan van individueel.
Drie uitkomsten:
1. Niche als gesloten systeem. Drie systemen werken op gecoördineerde manier
samen. Cultuur heeft de meest onmiddellijke invloed. Setting past zich aan aan de
migrant. Dus moskeeën in Nederland
2. Niche als open systeem. Migrant past zich aan de setting aan (NL cultuur). Elk van de
drie subsystemen van de niche is ook op verschillende manieren ingebed in andere
aspecten van de menselijke ecologie.
3. Wederzijdse aanpassing

Door samenspel van door cultuurbepaalde psychologie van de opvoeders en de gewoontes
van opvoeding worden twee prototypen van opvoedingsstijlen zichtbaar:
- Situationele opvoeding: iets onbewuster leren, functioneel leren, voor praktische
doeleinden (huishouden)
- Intentionele opvoeding: bewust leren, cognitief, kennis samenleving

24,4% procent van de bevolking in Nederland heeft een migratieachtergrond. Een derde
hiervan heeft een westerse migratieachtergrond en twee derde heeft een niet westerse
migratieachtergrond.

Perspectieven op migratie
 Vluchten voor geweld als oorzaak voor migratie, of klimaatmigratie (natuurrampen)
 Push/pull theorie van migratie (gaat om de vraag of migranten geduwd worden uit
de arme landen en getrokken worden door rijke landen die arbeidskrachten nodig
hebben). Doel is vaak dat ze hun kinderen een goede toekomst kunnen geven
 Migratie als livelyhood strategie (manier om ernaar te kijken, gaat erover dat
gezinnen besluiten dat de ene helft van gezin wel gaat en andere helft van gezin
niet). Brengt uitdagingen mee omdat er gebroken opvoedrelaties bestaan.
Gevolgen migratie ontwikkeling van het kind: familierelaties, opvoeding, onderwijs. Veel
traumatische ervaringen in de levens van migranten, dit speelt mee in de opvoeding.

Migratie: leidt tot een langdurig interactieproces tussen immigranten en de ontvangende
samenleving -> integratie en acculturatieprocessen

Integratie heeft primair betrekking op de participatie van migranten in de maatschappelijke
instituties (onderwijs, arbeidsmarkt, woningmarkt, media etc.). Gaat het niet eigenlijk over
de vraag of je ook sociaal en cultureel je thuis voelt in een land

Factoren die integratieprocessen beïnvloeden
1. Sociale, demografische, culturele kenmerken bij migranten (leeftijd waarop ze hier
kwamen)
2. Immigratiebeleid en de accommodatie van culturele verschillen
3. Identiteitsconstructies van de ontvangende samenleving beïnvloeden de
invoeging/absorptie van nieuwkomers en hun kinderen. Ghorasi heeft cross-cultureel

, onderzoek gedaan. In de Amerikaanse gemeenschap kunnen migranten zich goed
inmengen. Deze nationaliteitsconstructie staat dit toe, dit is te danken aan de dunne
identiteit. Je hoeft alleen democratie, vrijheid en respect aan de grondwet
onderschrijven. Voor de rest mag je eigenlijk doen wat je wil, je wordt snel als Amerikaan
gezien. Nederland wordt heel anders gezien, kortere migratiegeschiedenis en heeft nog
een dikke identiteit. Mensen kunnen hem lastig onder woorden brengen maar kunnen
wel goed verwoorden wat er wel in past en wat niet. Moeilijk toelichten waarom
bepaalde mensen er niet bij horen.
4. De kwaliteit van het contact met de samenleving
In het ‘othering’ proces zijn niet alleen Nederlanders de daders, maar ook de migranten zelf.
Door ervaringen van andere mensen zien ze Nederlandse als koude mensen en hierdoor
zullen zij ze als ‘anders’ zien. In dit proces zijn beide partijen dus actieve bijdragers.

Belangrijkste impact van het proces van othering is dat immigranten nostalgische gevoelens
naar het verleden beginnen te ontwikkelen. Er zijn minstens twee niveaus van
discontinuïteit: op het niveau van politieke habitus en op het niveau van sociale/culturele
habitus.

Ik stel dat verschillende factoren zoals burgerrechtenbewegingen, diversiteit van nieuwe
immigranten en de ambivalentie van het nationale discours met betrekking tot ontheemding
en ballingschap in de Verenigde Staten een nogal heterogene benadering van de nationale
identiteit naar de voorgrond hebben gedrongen. Binnen deze nieuwe benadering wordt een
meervoudige positionering in cultuurverschillen mogelijk. Deze heterogene definitie van
nationale identiteit creëert een dunne notie van Amerikaansheid waarin ruimte is voor dikke
bijzonderheden.
In Nederland wordt de nationale identiteit echter gezien als homogeen, gerelateerd aan een
dikke notie van Dutchness die ook blanke Nederlanders omvat en culturele verschillen
(migranten) uitsluit. Deze homogene definitie van Dutchness vertegenwoordigt niet de
diversiteit van Nederland en sluit het aandeel van migranten in Dutchness uit. De tijdelijke
notie van migratie samen met de tweedeling van ‘ons en hen’ maakt dat de Iraanse vrouwen
die actief zijn in de Nederlandse samenleving, zich als vreemden of als ongewenste gasten
voelen.
Hun verleden heeft geen 'echte' plaats in het heden, maar een denkbeeldige. Zo voelen ze
zich gevangen tussen het verleden, 'daar' en het heden 'hier'.

College 2
Model Bronfenbrenner: sociaal-ecologische context
Model Harkness & Super: culturele context

In Zweden is men groot voorstander van de crèche, lage kosten. Ze zien de crèche als hele
goed plek waar hele goed professionals hun kinderen begeleiden. In Nederland wordt er raar
opgekeken als je je kind fulltime naar de crèche bent, men ziet je dan als parttime moeder.

Socialistische, collectivistische en individualistische culturen:
Er bestaat een goede afstemming tussen de cultuur oriëntatie in de samenleving, de
leefomstandigheden en de opvoeding die kinderen krijgen.
Cross- cultureel perspectief:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkelootsma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.78
  • (0)
  Add to cart