100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle colleges kwalitatieve methoden in de sociale wetenschappen $5.83
Add to cart

Class notes

Alle colleges kwalitatieve methoden in de sociale wetenschappen

 46 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Simpele taal, zeer uitgebreide college aantekeningen

Preview 4 out of 32  pages

  • September 26, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Class notes
  • L. batstra
  • All classes
avatar-seller
WEEK 1
Hoorcollege maandag 13 september 2021

Doel van deze cursus:
Basiskennis Kwalitatieve Methoden
Na afloop van de cursus
Weten jullie (hopelijk)
Ø Wanneer kwalitatief onderzoek passend is
Ø Iets van de theoretische grondslagen
Ø Welke kwalitatieve methoden er zijn
En kunnen jullie
Ø De juiste methode bij de juiste vraag inzetten
Ø Kwalitatieve data verzamelen en analyseren
Ø Rapporteren over kwalitatief onderzoek
Ø Artikelen op basis van kwalitatief onderzoek begrijpen en evalueren

Boek: Uwe Flick, 6e editie An Introduction to Qualitative Methods




De basis van kwalitatief onderzoek:
Ø Waarom en hoe
Ø Kwalitatief versus kwantitatief
Ø Theoretische kaders
Ø Methoden en Data
Ø Tekst als data

Het HOE en WAAROM van kwalitatief onderzoek
We hebben een samenleving met steeds meer sociale en culturele subsystemen 
diversiteit. Voor het doen van onderzoek is dit minder gunstig. Je kunt heel lastig een
algemene conclusie trekken over de algemene bevolking. Ook wanneer je veel informatie wil
hebben over een subgroep waar weinig bekend van is, heb je weinig aan kwantitatief
onderzoek, kun je beter kwalitatief onderzoek doen en open vragen stellen. Rond 1920 is er
onderzoek gedaan naar Poolse immigranten in Amerika en Europa, de voor hun nieuwe
samenleving. Men liep steeds meer aan tegen de beperkingen van kwantitatief onderzoek.
Je bent constant aan het tellen, niet alles wat je kunt meten doet ertoe en niet alles wat er
toe doet is meetbaar. Resultaten van kwantitatief onderzoek zijn helemaal niet altijd
praktisch toepasbaar. Bij RCT’s worden bijvoorbeeld heel depressieve mensen vergeleken
met een controle groep die hypergezond zijn. Als je twee extreme groepen met elkaar

,vergelijkt om een algemene bepaling te maken, is het erg moeilijk om een logisch beeld te
schetsen, disenchantment of the sciences.

Kwalitatief onderzoek afzetten tegen kwantitatief onderzoek:




Het kan zo zijn dat in een proces wel een bepaalde uitkomst zichtbaar is, terwijl in de
numerieke resultaten weinig te zien is. Stel ouders hebben een kind met probleemgedrag en
zij voelen zich fijn bij een bepaalde behandeling en merken een positief verschil met voor de
behandeling. Dit kan dan niet voortkomen uit de kwantitatieve nummering, maar wel uit het
kwalitatieve onderzoek, omdat de ouders zich fijner voelen. Bij kwalitatief onderzoek kijk je
dus meer naar het proces, hoe iets werkt, er wordt uitgegaan van het perspectief van de
onderzochte, niet naar het perspectief van de onderzoeker. Kwalitatief gebeurt ook vaker op
een micro-level. Wat geldt er op deze plek, voor deze subgroep, in deze specifieke tijd. Er
worden veel minder universele claims proberen gemaakt. Daarom heeft kwantitatief
onderzoek numerieke kwalificatie nodig. Bij kwalitatief onderzoek gaat het meer over
theoretische generalisatie. In kwalitatief onderzoek is de manier van onderzoeken ook veel
meer circulair. Bij kwantitatief onderzoek staan de te nemen stappen van tevoren al vast.
Kwalitatief onderzoek wordt er gebruik gemaakt van evenly suspendent attention. Je neemt
alles wat er gebeurt mee in je onderzoek. Kwalitatief onderzoek is deductief. Het probeert
vanuit de theorie naar de data te gaan. Kwantitatief onderzoek is inductief omdat het van
data naar theorie wil gaan. Kwalitatief onderzoek gaat uit van inhoudelijke sampling en
Kwantitatief onderzoek gaat uit van statistische sampling.

Kwantitatief onderzoek gaat uit van het positivisme: er is 1 waarheid en wij mensen zijn in
staat die waarheid bloot te leggen. Realisme/Essentialisme: er is een stoornis ontdekt.
Somberheid is een depressie. Kwalitatief onderzoek gaat meer uit van constructivisme, wij
als mens maken de realiteit en er bestaan meerdere waarheden. Ieder kijkt anders naar een
bepaalde casus. Nominalisme: wij hebben somberheid genomineerd als een depressie en
pas toen was het een stoornis. Pragmatisme zit wat tussen realisme en nominalisme in.

Kwalitatief en Kwantitatief onderzoek
Kwalitatief:
- Hoe beleven kinderen een vechtscheiding?
- Hoe ontaardt een scheiding in een vechtscheiding?

, - Wat zijn de behoeften en ervaringen van ouders die een vechtscheiding doormaken?
Kwantitatief:
- Hoeveel kinderen zijn jaarlijks betrokken bij een vechtscheiding?
- Welke demografische kenmerken van ouders verhogen het risico op een
vechtscheiding?
- Hoeveel kinderen uit een vechtscheiding belanden in Jeugdzorg?

Triangulatie: Kwalitatief en kwantitatief onderzoek tegelijk gebruiken. Combineren van
verschillende kwalitatieve methoden met elkaar. Het kan ook verwijzen naar het combineren
van kwalitatief en kwantitatief onderzoek met elkaar. Je kunt bijvoorbeeld verschillende data
verzamelen en dit met elkaar vergelijken. Dit kan elkaar bevestigen, aanvullen of juist elkaar
tegenspreken.
‘Een gemiddelde uitkomst op groepsniveau zegt niet alleen niks over het individu: die
groepsbevinding kan zelfs haaks staan op wat je aantreft als je onderzoek doet op
individueel niveau’ (Jeronimus, 2018)  Dit laat je kritisch kijken naar wetenschappelijk
groepsonderzoek: Wat zegt dit nou eigenlijk over het individu?

Mixed methods:
Vanaf begin en in iedere fase kwal en kwant integreren
De conclusie van Bertus laat zien dat het wijs kan zijn om de vormen kwalitatief en
kwantitatief onderzoek met elkaar te combineren. Als je dit vanaf het begin van je
onderzoek doet, mag je zeggen dat je mixed methods hebt gebruikt. Je combineert vanaf
begin tot eind van je studie de verschillende soorten gegevens.

Kwalitatief onderzoek gaat uit van het constructivisme. Er zijn verschillende werkelijkheden.
Er worden drie verschillende theoretische kaders onderscheidden.
1) Symbolisch interactionisme
Betekenis die mensen geven aan situaties en objecten: hoe kijken mensen naar bomen?
Voor de ene is het een lekker stukje schaduw, voor een ander is diezelfde boom een soort
insectenhotel. Het is een heel ander idee van hetzelfde object. Dit bepaalt ook hun handelen
 Thomas Theorem: als je die boom ziet als een schaduwplekje, heeft dat een andere
consequentie dan wanneer jij die boom ziet als insectenhotel.
2) Ethnomethodologie
Harold Garfunkel (1967) belangrijke figuur in ethnomethodologie.
Interactie creëert sociale werkelijkheid.
Dagelijks leven bestuderen, niet persé gekeken naar het subjectieve individu, maar naar het
dagelijkse leven en hoe de interactie tussen mensen in het dagelijks leven onze waarheid als
het ware construeren.
Discourse analyse: hierbij wordt heel systematisch gekeken naar hoe er in een samenleving
tegen bepaalde fenomenen aangekeken wordt en hoe er over geschreven en gepraat wordt.
3) Structuralisme
Onbewuste structuren die ten grondslag liggen aan sociale verschijnselen. Een voorbeeld:
Karl Hume, opvolger van Freud, sprak van het collectieve onbewuste. Hij zei dat wij allemaal
zonder dat we daar regels over hebben een soort idee van hoe een moeder hoort te zijn. Wij
hebben een gezamenlijk idee van hoe de ideale man of vrouw eruitziet en zich hoort te
gedragen. Dit bepaald voor een heel groot deel onze manier van gedragen en handelen.

, Paradigm war of Triangulatie?
Je kunt ook gaan kiezen om te trianguleren met de verschillende theoretische kaders.




Van theorie naar Praktijk: Methoden en Data
1) Grounded Theory
In de jaren 60 deden Glaser & Strauss een onderzoek naar ziekenhuispatiënten en hun eigen
naderende dood. Tijdens deze studie hebben ze de grounded theory ontwikkeld. Ze maakten
een theorie vanuit wat zij hadden gevonden, in plaats van een bepaalde hypothese
ontwikkelen en specifieke data verzamelen. Ze zijn begonnen met onderzoeken op
afdelingen waar awareness of dying niet hoog is: coma of baby’s. Verpleging interviewen.
Daarna deden ze onderzoek op een afdeling waarin awareness of dying hoog is, zoals op de
intensive care. Hoe zit dat dan op afdelingen waar die awareness soms wel en soms niet
duidelijk is. Kankerpatiënten: de ene patiënt is zich erg bewust van de naderende dood,
andere patiënten of familie daarvan ontkennen de dood en willen er niet over praten. In de
jaren na dit onderzoek is heeft deze theorie zich verder doorontwikkeld. College 5 komt dit
terug.
2) Etnomethodologie, Conversatie- en Discourse Analyse
De methodologie van de mensen: Harrold Garfinkel, 1969 boek. Dit bestuurd mensen in hun
dagelijks leven: observaties. Je kunt conservaties observeren, gedraging in het verkeer of op
sociale evenementen. Goed analyseren en dan krijg je een beeld van hoe de maatschappij is
opgebouwd. Dit gaat dus uit van structuralisme en de etnomethodologie. Dit komt terug in
college 5.
3) Narratieve studies
Je stelt in de meeste gevallen mensen 1 vraag. Die vraag luidt: vertel je verhaal. Vaak komen
daar vragen achteraan, maar het idee is om mensen met zo weinig mogelijk interrupties hun
verhaal te laten vertellen. Rijke set aan informatie. Dit komt terug in college 3.
4) Etografisch onderzoek
Bedrijven. Bijvoorbeeld naar een Ikea gaan om in de winkel te ontdekken wat nou eigenlijk
het succes van de keten is. Het is een soort participerende observatie. Zo kunnen klanten
ook worden geïnterviewd, of er wordt gekeken naar gedragingen in de winkel. In college 4
komt dit terug. Zo ontdekten ze dat de doolhof indeling, een goede invloed heeft op de
klant. Je kunt wel de korte route nemen, die de klant het gevoel van autonomie gegeven, ze
hoeven zich niet aan het doolhof te houden.
5) Hermeneutische benaderingen
Het woord betekent interpreteren. Interpretatie kan veranderen, mensen veranderen, de
tijd verandert. Als we een bijbel willen interpreteren, hebben we hermeneutische
benadering nodig, omdat het in een andere tijd geschreven is. In het de toekomst kan een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentevlas. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added