Hoi, dit is een samenvatting van maatschappijleer, van het boek 'Dilemma'. HAVO 4 - Hoofdstuk 1 Parlementaire democratie.
De belangrijkste informatie staat overzichtelijk in deze samenvatting.
Succes.
Dilemma maatschappijleer havo 4 hoofdstuk 1 - oefenvragen
Flashcards35 Flashcards
$3.211 sales
Flashcards35 Flashcards
$3.211 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is een maatschappelijk probleem?
Answer: Een probleem waarbij veel mensen met verschillende meningen betrokken zijn.
2.
Leg uit wat een collectieve-actieprobleem is.
Answer: Een maatschappelijk probleem wordt een collectieve-actieprobleem wanneer mensen niet gemotiveerd zijn om mee te werken aan een gezamenlijke oplossing.
3.
Wat is het verschil tussen macht en gezag?
Answer: Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te beinvloeden, gezag is macht die erkend wordt.
4.
Welke 3 fasen van politieke besluitvorming zijn er?
Answer: Invoer, omzet, uitvoer.
5.
Wat is een politieke stroming?
Answer: Een groep mensen met dezelfde waarden en opvattingen/overtuigingen.
6.
Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte democratie?
Answer: Bij een directe democratie heeft de bevolking directe invloed op het wetgevingsproces. Bij een indirecte democratie laat de bevolking de beslissingen over aan volksvertegenwoordigers.
7.
Welke actor mag als enige via de politie of het leger geweld uitoefenen?
Answer: Dat de welvaartsgroei niet ten koste mag gaan van het milieu en de natuur.
10.
Wat is economisch links en rechts?
A. Gelijkmatige inkomens, accepteert hoge belastingen.
B. Accepteert inkomensverschillen, ondernemingsvrijheid.
Answer: A. Links
B. Rechts
Content preview
Dilemma 4 HAVO Maatschappijleer
Hoofdstuk 1 Parlementaire democratie
1.1 Wat als mensen er samen niet uitkomen?
Een maatschappelijk probleem is altijd een probleem:
- Dat groepen mensen aangaat (met verschillende belangen);
- Dat samenhangt met of het gevolg is van maatschappelijke veranderingen;
- Waarover verschillen van mening bestaan over de oorzaken en de aanpak;
- Dat vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.
Actoren zijn mensen of instanties die invloed proberen uit te oefenen op de oplossing van
een maatschappelijk probleem.
Oplossen van een maatschappelijk probleem is moeilijk, want:
- Actoren hebben verschillende normen en waarden;
- Actoren hebben tegengestelde belangen;
- Er is sprake van een collectieve-actieprobleem.
Mensen passen hun gedrag of standpunten niet aan als ze inzien dat een verandering
noodzakelijk is vanwege het algemeen belang (belangen die voor iedereen gelden).
De keuze voor het eigen belang zorgt voor een collectieve-actieprobleem.
1. Mensen willen wel bijdragen aan collectieve oplossingen voor een probleem maar er
is te weinig onderling vertrouwen dat iedereen zal bijdragen aan het algemeen
belang.
2. De kosten van maatschappelijke problemen worden vaak gedeeld door de hele
samenleving, waardoor individuen te weinig beloning ervaren als ze hun gedrag
veranderen.
Waarden > Principes of doelen die een individu, groep of samenleving belangrijk vindt.
(Belangrijk uitgangspunt voor de keuzes die mensen maken).
Normen > Leef- of gedragsregels die voortkomen uit waarden. Er bestaan geschreven en
ongeschreven regels.
Belangen > Een situatie of verandering waar je voordeel bij hebt.
,Als de overheid een probleem oppakt, dan wordt het maatschappelijk probleem ook een
politiek probleem. Je spreekt van politiek als de overheid betrokken is bij een situatie of als
actoren vinden dat de overheid erbij betrokken zou moeten zijn.
De overheid is het hoogst bevoegde gezag binnen een bepaald grondgebied. In Nederland is
er sprake van een gelaagde overheid > landelijke/provinciale/gemeentelijke overheden.
De overheid heeft macht en heeft het gewelds- en belastingmonopolie:
- Kan mensen in hun gedrag beïnvloeden, desnoods door dwang.
- Enige actor die via politie of het leger geweld mag uitoefenen of dreigen.
- Mag als enige belasting heffen.
Gezag > Macht die erkend wordt.
Actoren gebruiken machtsbronnen > kennis, geld of status. > Ze leiden tot politieke
discussie.
Systeemmodel van politieke besluitvorming > oplossing voor een maatschappelijk
probleem verloopt vaak volgens een vast patroon met verschillende fasen.
Probleem moet worden herkend als een maatschappelijk probleem, dat om een politieke
oplossing vraagt > invoerfase
Oplossing moet worden bedacht door bestuurders en volksvertegenwoordigers (in de vorm
van nieuwe wetgeving) > omzetfase
Wet moet worden uitgevoerd > uitvoerfase
Poortwachter > belangrijke schakels tussen de samenleving en de politiek.
Voordat de politiek zich bemoeit met een probleem, moet het eerst herkend worden als
maatschappelijk probleem. Twee belangrijke politieke vragen zijn:
1. Hoeveel moet de politiek zich bemoeien met het leven van mensen en de samenleving?
2. Hoe ziet een rechtvaardige samenleving eruit?
Antwoorden op deze vragen hangen af van je eigen waarden, normen en overtuigingen.
In Nederland hebben we een parlementaire democratie. Dat betekent dat
volksvertegenwoordigers waarden en normen afwegen.
, 1.2 Kiezen we voor meer vrijheid of meer gelijkheid?
In Nederland bestaan traditioneel drie grote politieke stromingen. Een politieke stroming
bestaat uit een groep mensen die vergelijkbare ideeën hebben over hoe een rechtvaardige
samenleving eruitziet, en welke rol de overheid daarin zou moeten spelen. Deze drie
politieke stromingen zijn er:
- het liberalisme
- de sociaaldemocraten
- de christendemocraten
Liberalisme
19e eeuw (grootste stroming)
Vrijheid/eigen verantwoordelijkheid
Overheid moet zo min mogelijk doen
Verschil in inkomens niet erg
Individuele vrijheid
Uitkeringen niet te hoog
Sociaaldemocraten
Gelijkheid en solidariteit (gelijke kansen)
Allemaal recht op een fatsoenlijk inkomen
Uitkeringen
Overheid speelt grote rol
Christendemocraten
Naastenliefde en gemeenschapszin (Christelijke waarden)
Verantwoordelijkheid voor elkaar
Overheid helpt alleen waar nodig
Gedeelde normen en waarden/tradities
Ecologisme > Welvaartsgroei mag niet ten kosten gaan van het milieu en de natuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rekenwonder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.