Bestuursrecht is het recht voor, van en tegen het overheidsbestuur.
Trias Politica: een scheiding der machten, de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht.
Het bestuursrecht geldt daar waar bestuursorganen besturen:
Art. 1:1 lid 1 Awb:
Sub a: A-organen: bij wie hoor je?
Sub b: B-organen: wat doe je?
A-organen zijn organen van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht
zijn ingesteld, ze staan in de wet.
B-organen zijn een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
bekleed:
Wettelijke B-organen: APK-keurder;
Buitenwettelijke B-organen: materieel criterium: heeft het orgaan de
bevoegdheid om eenzijdig rechten en plichten vast te stellen?
Stichting Silicose: de stichting is een bestuursorgaan omdat er
sprake was van een financiële relatie en een inhoudelijke relatie met
een A-orgaan.
Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol:
concretisering van stichting silicose: de financiële band moet ten
minste 2/3 bestaan uit overheidsgelden.
Overzicht A-organen, er zijn er meer maar dit zijn de belangrijkste voor
bestuursrecht BA2 Universiteit Leiden:
Rechtspersoon / openbaar A-organen
lichaam:
Staat Regering
Minister
Staatssecretaris
Andere bestuursorganen: NIOD,
KNMI
Provincie Provinciale staten
Gedeputeerde staten
Commissaris van de Koning
Gemeente Gemeenteraad
College van B&W
Burgemeester
Waterschap Algemeen bestuur
Dagelijks bestuur
Voorzitter van een afdeling.
Legaliteitsbeginsel: veel overheidsoptreden heeft een grondslag in de wet
nodig.
Bevoegdheidsverkrijging:
, 1. Attributie: creëren nieuwe bevoegdheid;
2. Delegatie: overdragen van een geattribueerd bevoegdheid;
3. Mandaat: ‘volmacht’ om besluiten te nemen voor een ander.
Objectief: is dus niet subjectief, niet louter een gevoel;
Persoonlijk: onderscheiden van de grote massa: zicht & nabijheid criteria
Eigen: niet die van iemand anders tenzij volmacht
Rechtstreeks: is niet afgeleid, tenzij tegengesteld;
Actueel: niet toekomstig.
Hebben concurrenten een persoonlijk belang? Ja mits zij in hetzelfde
marktsegment en hetzelfde verzorgingsgebied werkzaam zijn.
Privaatrecht Publiekrecht
Eenzijdig EN meerzijdig Eenzijdig en algemeen belang
Gelijkwaardigheid en Bevoegdheid via attributie en
contractsvrijheid, tenzij BW & Sr delegatie
Bevoegdheid bij natuurlijke Regelgevende of
personen en rechtspersonen, art. bestuursbevoegdheden
2:1 BW en ar. 1:1 lid 4 Awb.
Bevoegdheid bij bestuursorgaan,
art. 1:3 en art. 1:1 Awb.
Bestuursorganen zitten ‘in’ een
rechtspersoon.
Week 2: Dwingend & Handhavend bestuur
Toezicht: controle op de naleving van normen;
Handhaving: actie op de overtreding van normen.
Verschoningsrecht: het recht van een getuige om geen antwoord te geven
op een vraag die de rechter stelt.
ABRvS Bluswerkzaamheden: er woed een brand bij een bedrijf en de
brandweer komt blussen. Door het blussen komt er verontreinigd water in
, de sloot en dit is een overtreding van de milieuwet. Het bedrijf wordt
aansprakelijk gesteld maar zij menen dat hen geen schuld te verwijten valt
omdat zij niet de brandweer hebben gebeld of toestemming hebben
gegeven om de brand te blussen. De ABRvS oordeelt hier dat de brand
hen toegerekend kan worden, dus de overtreding daardoor ook.
(er wordt hier een soort van ‘functioneel daderschap’ gecreëerd)
Last onder bestuursdwang: een herstelsanctie ex. art. 5:2 lid 1 sub b Awb.
Binnen een bepaalde termijn moet het gebrek worden hersteld anders
komt de overheid het herstellen op kosten van de overtreder.
Last onder dwangsom: een herstelsanctie ex. art. 5:2 lid 1 sub b Awb.
Binnen een bepaalde termijn moet het gebrek worden hersteld anders
verbeurd de overtreder elke dag/week/maand een dwangsom.
Bestuurlijke boete: bestraffende sanctie ex. art. 5:2 lid 1 sub c Awb. De
bestuurlijke boete is op te leggen zonder voorgaande tussenkomst van een
rechter. Hierbij gelden de basisvoorwaarden van het strafrecht omdat het
een criminal charge is ex. art. 6 EVRM (EHRM: Ozturk). In Ozturk is bepaald
dat het begrip criminal charge een autonoom begrip is en dat lidstaten het
niet kunnen omzeilen door er een andere naam aan te geven. Er zijn drie
gezichtspunten voor het aanwijzen van een criminal charge:
1. Kwalificatie nationaal recht: bestuursrecht / strafrecht?
2. Aard van de overtreding? Schending a.v.v.?
3. Aard en ernst van de sanctie?
Bij een bestuurlijke boete een marginale toets door de rechter OF een
boete wordt opgelegd (namelijk discretionaire bevoegdheid
bestuursorgaan) en een volle toets voor de hoogte van de bestuurlijke
boeten.
Een bestraffende sanctie is altijd een criminal charge in de zin van art. 6
EVRM, een herstelsanctie is dat niet automatisch maar kan het wel zijn:
kijk naar de omstandigheden van het geval.
Stroomschema overtredingen
1. Is er een overtreding?;
2. Preventieve last: art. 5:7 Awb;
3. Is er een overtreding vastgesteld?
4. Keuze tussen:
a. Normaal: besluit en hersteltermijn ex. art. 5:24 Awb
b. Spoed: wel besluit en geen hersteltermijn ex. art. 5:31 lid 1
Awb
c. Superspoed: geen besluit en geen hersteltermijn ex. art. 5:31
lid 2 Awb
5. Herstel bereikt?
6. Kosten voor herstel ten laste van de overtreder ex. art. 5:25 lid 1
Awb.
Gedogen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.38. You're not tied to anything after your purchase.