Economie samenvatting Keynes model
Gevolgen van crisis: bestedingen dalen -> productie krimpt -> mensen worden ontslagen ->
conjuncturele werkloosheid
Bestedingen dalen door:
- consumentenvertrouwen neemt af
- lastiger om te lenen omdat banken failliet gaan
- vooruitzichten somber waardoor aandeelkoersen dalen
Werkloosheid = verschil arbeidsaanbod en arbeidsvraag
Conjuncturele werkloosheid = werkloosheid door te weinig bestedingen
- door een te lage bezettingsgraad zitten mensen thuis die anders wel aan een baan zouden
kunnen komen
- oorzaak: crisis/onderbesteding
- vraagkant
Conjuncturele werkloosheid = bestedingsevenwicht - inkomensevenwicht
Structurele werkloosheid = werkloosheid door andere oorzaak
- bv. Door mechanisering, verbeterde productiemethodes, verplaatsing van productie naar
het buitenland
- zelfs bij een volledige bezettingsgraad zijn er onvoldoende arbeidsplaatsen voor iedereen
- aanbodkant
- kwantitatief: te weinig arbeidsplaatsen
- kwalitatief: de beschikbare arbeidsplaatsen passen niet bij de beschikbare arbeiders
Keynes model: bij laagconjunctuur
- kijkt alleen op kort termijn, dus productiecapaciteit blijft gelijk
Loon ↑ - bestedingen ↑ vraag producten ↑ productie ↑ - vraag naar arbeid ↑
- als loon zou dalen neemt de werkeloosheid juist toe want:
Loon ↓ vraag naar producten ↓ - productie ↓ inkomens ↓
, Keynes model
W= nationaal product (productie)
- waarde die bedrijven toevoegen aan waarde van ingekochte goederen
Y= nationaal inkomen (productie)
- alle inkomens bij elkaar
Y= W, want de opgedane productiewaarde (winst) wordt verdeeld onder de productiefactoren
(arbeid) = loon, winst, huur
C= consumptie
- geld dat door consumenten wordt besteed
I= investeringen
- geld dat door bedrijven wordt besteed
S= beschikbare geld dat bij banken ligt
Ye= evenwichtsinkomen
- productie gelijk aan vraag
Investeringen
Uitbreidingsinvesteringen= investeringen waardoor productiecapaciteit toeneemt
(kapitaalgoederen bv. Extra machines)
Kapitaalgoederen voorraad ↑ - productiecapaciteit ↑ = capaciteitseffect
- niet van toepassing op Keynes, want dit model is alleen op korte termijn
Bestedingseffect= bedrijf koopt kapitaalgoederen bij ander bedrijf – productie ↑ - inkomen ↑
Voorraadinvesteringen= ´gedwongen´ investeringen die ontstaan bij afwijking tussen productie
en verkoop (bv. Opslagruimtes). Dit geld zit in de onderneming op slot.
IEA = vooraf vastgestelde investeringen
IEP= achteraf gerealiseerde investeringen (gedwongen investering)
IEP= IEA + gedwongen voorraadveranderingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienespierenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.