Samenvatting van de lessen + PP + boekdeel 1 van Economie
Samenvatting van de Micro economie, H1 tot en met H11 (Volledig boekdeel 1)
Examenresultaat: 12/20
Economie is afgeleid van het Grieks voor “iemand die een huishouden beheert.”
Huishouden → gezin in de privésfeer waar middelen worden beheerd, meestal van
financiële aard of ze worden daartoe gereduceerd om het levensonderhoud te voorzien.
Een gezin en een economie wordt geconfronteerd met gelijkaardige beslissingen:
• Wie zal werken?
• Welke goederen en diensten en hoeveel dienen er geproduceerd te worden?
• Welke middelen zullen gebruikt worden voor de productie?
• Tegen welke prijs zullen deze goederen verkocht worden?
Beslissingen die betrekking hebben op die keuzeproblematiek.
De arbeid om het inkomen te genereren om die middelen te kunnen kopen en zo aan de
behoeften te voldoen van de mens.
Tegen welke prijs zullen deze goederen verkocht worden?
→ Niet meer over gezinshuishouding (consumenten), maar over bedrijven
Samenleving en schaarse middelen: Het beheer van de middelen is cruciaal omdat deze
middelen schaars zijn.
Schaarste is de confrontatie met beperkte middelen om aan een waaier van behoeften van
betrokken te voldoen. Binnen een gezin.
De middelen die er zijn volstaan niet om alle behoeften van de betrokkenen aan te voldoen
en als gevolg daarvan is er sprake van een keuze problematiek. Confrontatie → Er zal
moeten nagedacht worden over hoe de middelen zullen worden ingezet en daarvoor
moeten er keuzes worden gemaakt. Keuzes waaraan wel of niet middelen worden
gespendeerd en welke behoeften dus worden voldaan. Hangt af van hoe groot de middelen
zijn en hoe cruciaal de behoeften zijn.
Schaarsheid betekent dat de samenleving beperkte middelen heeft en dat zij daarom niet
alle goederen en diensten kan produceren die de maatschappij wenst.
Economie is de studie van de manier waarop een samenleving haar schaarse middelen
beheert.
Economen gebruiken modellen om de realiteit te vereenvoudigen zodanig dat deze beter
begrijpbaar wordt → het is een vereenvoudigde manier om iets van de realiteit voor te
stellen.
◆ De economische kringloop
◆ De productiemogelijkheid curve
1
,Micro
II. De economische kringloop
De economische kringloop is een eenvoudige manier om de economische transacties tussen
gezinnen en ondernemingen voor te stellen. Er wordt een verband gelegd tussen de 2
voornaamste huishoudingen of economische agenten → het gezin en ondernemingen.
Representatie van de economische kringloop. Consumptie wordt niet vermeld, de markt
voor consumptiegoederen en diensten. Ondernemingen → Gezinnen
Markt → een plek waar verschillende standhouders hun waren aanbieden. Er kan
vergeleken worden tussen de verschillende “markten”. De confrontatie tussen potentiële
kopers en verkopers, en wat die beslissing om tot een aankoop te komen faciliteert. Er zijn 2
niveaus van markten: markt van goederen en diensten en productiefactoren. Hier wordt dat
als 1 markt beschouwd.
Rode pijlen → de fysieke stroom, er gebeurt iets/er wordt iets gedaan om aan een bepaalde
behoefte te voldoen.
Blauwe pijlen → er staat iets tegenover om die behoeften te krijgen. Gezinnen moeten een
bepaalde prijs betalen voor die goederen en diensten en die vormen inkomsten voor de
onderneming.
Ondernemingen produceren goederen en diensten, waartoe ze gebruik maken van inputs,
zoals arbeid, land en kapitaal (gebouwen en machines). Deze inputs worden ook
productiefactoren genoemd. Gezinnen zijn de eigenaars van de productiefactoren en
consumeren de goederen en diensten die de ondernemingen produceren.
2
,Micro
Die confrontatie van vraag en aanbod vind ook plaats op een markt, namelijk de markt voor
productiefactoren. Dit is een vb van de markt van arbeid volgens de economische kringloop
Kapitaal zal ervoor zorgen dat bepaalde middelen van gezinnen verschoven kunnen worden
via banken naar ondernemingen die leningen ondergaan voor investeringen.
Fysieke stroom: leveren van arbeid →Financiële stroom: de vergoedingen die worden
betaalt voor de arbeid.
Het is een gesloten stroom, er gaat niks verloren. Duidt erop dat er op verschillende plekken
in de kringloop onevenwichten kunnen ontstaan die telkens zoeken naar een nieuw
evenwicht.
De productiefactoren stromen van de individuen via de factormarkten naar de bedrijven die
ze aanwennen. De geproduceerde goederen of output bereiken de consumenten via de
goederenmarkt. Betalingen vloeien van de bedrijven naar de individuen via de
factormarkten. Bij het consumeren vloeit het geld via de goederenmarkt terug naar de
bedrijven.
Conclusie: besluitvormers zijn individuen/consumenten en bedrijven/producenten. Het
belangrijkste kenmerk is dat iedereen probeert een zo goed mogelijk resultaat voor zichzelf
te behalen = hun winst zullen trachten te maximaliseren.
De 2 basisideeën waarop economische kringloop steunt → Economische agenten maken
keuzes die in constante wisselwerking staan met elkaar.
III. Keuzes maken en de kost ervan
Keuzes maken en de kost ervan
1. Mensen worden geconfronteerd met trade-offs
2. De kost van iets is wat je ervoor opgeeft
3. Rationele mensen denken in marginale termen
De wisselwerking tussen de verschillende economische agenten
4. Mensen reageren op stimulansen
5. Markten zijn meestal een goede manier om economische activiteit te organiseren
6. Overheden kunnen in bepaalde gevallen de marktsituatie verbeteren
a) Principe 1: Mensen worden geconfronteerd met de trade-offs
“De meeste dingen in het leven zijn niet gratis!”
Zelf de dingen die ons gratis worden gegeven, worden door iemand bekostigd (vaak is dat
dan de overheid die daar dan voor zorgt door middel van belastingen).
Om iets te bekomen dat we wensen, moeten we meestal iets anders dat we waarderen,
opgeven. Om een goed of dienst te verwerven geven we iets anders op.
3
, Micro
• Reis vs. Nieuwe wagen
• Ontspanning versus werken (inkomsten)
• Defensie-uitgaven versus culturele uitgaven
Klassieke trade-off in economie is deze tussen “boter” en “kanonnen”: hoe meer
spenderen aan defensie-uitrusting, hoe minderen uitgeven aan consumptiegoederen
• Efficiëntie versus billijkheid
Traditionele trade-off : afwegen van efficiënte en billijkheid
Efficiëntie, het economische principe slaat erop dat je zoveel mogelijk moet realiseren met
de beschikbare middelen of wat de samenleving maximaal kan halen uit haar schaarse
middelen. Bruto binnenlands nationaal product
Billijkheid of de rechtvaardigheid. De voordelen van die middelen fair verdeeld worden
onder de leden van de samenleving.De middelen worden niet altijd op een eerlijke of
rechtvaardige manier verdeeld of geproduceerd maar dat zou wel zo moeten zijn.
Milieuproblematiek of budgettaire beperking → maximale rechtvaardigheid realiseren voor
iedereen is niet mogelijk, tenminste niet in de huidige wereld. Omdat we rekening moeten
houden met de beschikbare middelen.
Sprake van een trade-off, als we spreken van rechtvaardigheid zal dat ten koste gaan van die
efficiëntie.
Om beslissingen te nemen dient men belangen ten opzichte van elkaar af te wegen.
Democratie zorgt ervoor dat er bepaalde politieke beslissingen worden genomen waar niet
iedereen het eens mee is. Hoe minder je over middelen beschikt, hoe pijnlijker het is.
De trade-offs die worden gemaakt door individuen kunnen worden beïnvloed.
VB: door of op de overheid (elke stem telt in een democratie).
b) Principe 2: De kost van iets is wat je ervoor opgeeft
Voor het nemen van beslissingen dien je de kosten en opbrengsten van verschillende
alternatieven te vergelijken.
• Last minute vakanties: de touroperator wordt geconfronteerd met de beslissing om
de prijs te verlagen of het risico te nemen de vakanties niet te verkopen.
• Beslissing om te studeren of te werken. Kan gezien worden als een trade off. Je kan
de gespendeerde tijd niet anders spenderen
Opportuniteitskost is de kost van iets is wat je ervoor opgeeft om het goed te verwerven.
Kiezen is verliezen en heb je middelen gespendeerd en kan je geen andere keuzes maken
met de gespendeerde middelen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Joness100. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.