Onwaardige erfgenaam
De eisers – de dames Riggs en Preston – de rechter verzochten een stokje te steken voor de
uitvoering van het testament van hun vader Francis Palmer, die in 1880 in zijn testament
heeft bepaald dat het merendeel van zijn vermogen na zijn dood bestemd is voor zijn
kleinzoon Elmer Palmer – het kind van zijn overleden zoon. Uit angst dat zijn grootvader van
gedachten zou veranderen, besloot hij hem te vergiftigen. De vergiftiging kwam uit en Elmer
werd veroordeeld. Maar heeft hij desondanks recht op de erfenis? Elmer Palmer en zijn
vertegenwoordigers wijzen er echter op dat het testament rechtsgeldig tot stand is gekomen
en daarom simpelweg ten uitvoer moet worden gebracht.
Rechter Gray ‘Wat we er verder ook van vinden: het recht schrijft ons voor de erfenis toe te
kennen aan Palmer’, ‘Wij rechters zijn nu eenmaal strikt gebonden aan de regels die de
wetgever heeft uitgevaardigd – niets meer en niets minder.’
Rechter Danforth ‘Kijk maar uit’. Er is een menigte woedende demonstranten. ‘Straks krijgen
we nog burgeroorlog. En nog los daarvan: welk signaal geven we bij toekenning van het geld
aan Palmer af aan de samenleving?’
Rechter Earl, ‘Ook ik ben geen voorstander van simpele tenuitvoerlegging van het
testament’, niet alleen kijken naar de regels, maar ook op zoek gaan naar beginselen van
rechtvaardigheid waarvan rechtsregels de uitdrukking zijn. Een moordenaar die van zijn
eigen misdaad profiteert: dat kan toch nooit de bedoeling zijn geweest?’
HR 7 december 1990, NJ 1991/593 (Onwaardige deelgenoot)
Een hulpbehoevende weduwnaar (72) wordt dagelijks tegen betaling verpleegd en verzorgd
door een verpleger (38). Ze treden in het huwelijk, Er zijn geen huwelijksvoorwaarden
opgemaakt, ze zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. De weduwe is vermogend en
de verpleger bezit bijna niets. De verpleger berooft een ruime maand later zijn vrouw van
het leven door haar een grote hoeveelheid alcohol te geven (in haar soep) die in combinatie
met haar medicijnen dodelijk was.
Rechtsvraag
Kan de verpleger aanspraak maken op zijn helft van het vermogen dat ze samen hadden?
Rechtsoverweging
Huwelijksgoederengemeenschap alle goederen en zaken die zijn ingebracht, komen toe aan
de ander. Maar dat men geen voordeel behoort te hebben van de opzettelijk veroorzaakte
dood van een ander (art. 1:100 lid 1 BW). Ook kent het waarde toe aan de eisen van
redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 NBW). Ontzegt de arts van zijn deel.
r.o. 5.16 en 1.17 - De Rechtbank: oordeelt dat de man onwaardig is om erfgenaam te zijn op
grond van de billijkheid, hij heeft de vrouw immers vermoord en mag derhalve geen
voordeel uit de moord halen, redelijkheid.
bij punt r.o. 2 - Het Hof: redelijkheid en billijkheid
, - Aanvullende werking: Nobody can profit from his own wrongdoing. Het is onwaardig om
voordeel te trekken uit een misdaad/erfenis of te profiteren van de moord van een ander
(art. 4:3 lid 1 sub a BW is een aanvulling op 1:100 BW). rechtsregel
- Beperkende of derogerende werking ten opzichte van art. 1:100 BW. door de redelijkheid
en billijkheid kan het dus voorkomen dat je niet het recht hebt op goederen van je
echtgenoot na ontbinding der gemeenschap. Beperkende werking (6:248 BW)
EHRM 22 maart 2001, EHRC 2001/31(K.-H. W. t. Duitsland)
In deze zaak had K.-H. W. een man die Oost-Duitsland wilde ontvluchten neergeschoten. W.
ging in beroep bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM). Hij beriep zich op
artikel 7 lid 1EHRM op het feit dat wat hij deed toentertijd niet strafbaar was in de Duitse
Democratische Republiek (DDR) en dat hij bevelen opvolgde. Het EHRM verwierp het beroep
van W. Sindsdien zijn er verdragen tot stand gekomen die het mogelijk maken mensen te
vervolgen voor misdrijven tegen de menselijkheid.
Het EHRM achtte het beroep van W. echter ongegrond en overwoog daarbij dat de praktijk
van grenscontrole zoals die steunde op de door W. ingeroepen bepalingen niet kan worden
beschouwd als ‘recht’ zoals bedoeld in artikel 7 EVRM.
HR 10 juni 1910, W 9038 (Zutphense juffrouw)
Juffrouw De Vries woont boven het pakhuis van Nijhuis te Zutphen. Door een strenge vorst
springt in de nacht leiding in het pakhuis van Nijhuis. Een voorraad leer die in het pakhuis ligt
opgeslagen, wordt daardoor beschadigd. De hoofdkraan van de waterleiding bevindt zich
echter in het huis van juffrouw De Vries. Nijhuis verzoekt juffrouw De Vries om de
hoofdkraan dicht te draaien. Juffrouw De Vries weigert dit te doen, omdat ze van mening is
dat Nijhuis de intentie heeft om haar nachtrust te verstoren. Uiteindelijk geeft juffrouw De
Vries toe en verleent toegang tot haar huis aan Nijhuis. Door de vertraging is het leer ernstig
beschadigd. Nijhuis wil deze schade graag vergoed zien van juffrouw De Vries op grond van
onrechtmatige daad.
Rechtsvraag
Levert de gedraging van juffrouw De Vries in casu een onrechtmatige daad op?
Overweging
De Hoge Raad oordeelt (r.o. 8): wel in strijd met hetgeen zakelijk en maatschappelijk
betaamt, kan zijn gehandeld; niet daardoor wordt bepaald, maar afhangt van de daad, hetzij
in strijd is met des daders rechtsplicht en inbreuk maakt op eens anders recht’
Rechtsregel
Toen der tijd kon: Alleen de schending van een wettelijke plicht of een inbreuk op een recht
levert onrechtmatigheid op. (is niet meer, kijk volgend arrest)
HR 13 januari 1919. NJ 1919 (Lindenbaum/Cohen)
Lindenbaum en Cohen hadden beiden een drukkerij in Amsterdam. Cohen had een
werknemer van Lindenbaum omgekocht. Zo kon Cohen er bijvoorbeeld achter komen welke
bedragen Lindenbaum vroeg in zijn offertes. Cohen ging vervolgens onder dit bedrag zitten
om meer opdrachten binnen te halen. Lindenbaum kwam hier uiteindelijk achter en eiste
vervolgens schadevergoeding van Cohen op grond van een onrechtmatige daad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellebongaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.09. You're not tied to anything after your purchase.