Strafprocesrecht
Hoorcollege: kennisclips elke week bekijken
Werkcollege: elke dinsdag 14.45 tot 16.30 livestream of fysiek bij je werkgroep
Tentamen: schriftelijk tentamen
Inhoudsopgave
HC 1 – opsporing en controle.................................................................................................................3
HR-Geweer.....................................................................................................................................6
HR Controle vs. Opsporing.............................................................................................................7
HR Dynamische verkeerscontrole..................................................................................................8
HR Controle, opsporing en medeplegen.........................................................................................9
HR Project ‘Moelander..................................................................................................................9
Werkcollege 1...................................................................................................................................11
Assignment.......................................................................................................................................14
HC 2 – het verhoor van de verdachte en bijbehorende rechten..........................................................17
Funke arrest 1993.........................................................................................................................18
Saunders:......................................................................................................................................18
JB..................................................................................................................................................18
HR biometrische ontgrendeling smartphone................................................................................20
HR verhoor en consultatiebijstand...............................................................................................20
Jalloh.............................................................................................................................................21
Werkcollege 2...................................................................................................................................23
Assignment.......................................................................................................................................23
HC 3 – vervolgbaarheid........................................................................................................................26
HR observatie...............................................................................................................................26
Werkcollege 3...................................................................................................................................29
HC 4 – onderzoek door de RC...............................................................................................................33
HR Tussendeur..............................................................................................................................33
HR Smartphone I...........................................................................................................................34
Werkcollege 4...................................................................................................................................36
HC 5 – Vrijheidsbenemende dwangmiddelen.......................................................................................40
Haisselbaink vs. Nederland...........................................................................................................42
Maassen vs. Nederland.................................................................................................................42
Geisterfer vs. Nederland...............................................................................................................42
Werkcollege 5...................................................................................................................................44
,HC 6 – De vervolgbeslissing..................................................................................................................48
HR- Zeeuwse motorrijder.............................................................................................................50
Hof – Geert Wilders......................................................................................................................51
HR- toezegging hoofdagent..........................................................................................................51
HR- Checkpoint II..........................................................................................................................51
Werkcollege 6...................................................................................................................................52
HC 7 – Strafrechtelijk bewijs.................................................................................................................53
HR- De Auditu...............................................................................................................................56
HR Vakantiereis............................................................................................................................57
HR Rijswijkse stoeptegelgooiers...................................................................................................57
HR- Steunbewijs en bewijsminimum............................................................................................57
HR Unus Testis III..........................................................................................................................58
Keskin v. Nederland......................................................................................................................58
Werkcollege 7...................................................................................................................................59
Omvat ‘vroegsporing’ -> we starten met de opsporing als er redelijke vermoeden is van
schuld aan een strafbaar feit art. 27 SV. De wetgever heeft bedacht dit moment iets naar
voren te halen bijvoorbeeld bij terrorisme kort na 9/11. Er hoeft niet gewacht te worden tot
een redelijk vermoeden het kan bij aanwijzingen een ruimer begrip dus, dan spreken we van
vroegsporing. We kunnen die bevoegdheden bijvoorbeeld eerder inzetten zoals art. 132a bij
ernstige criminele activiteiten. Komen we nog op terug in het werkcollege.
Schakel tussen strafbaar feit en sanctie/reactie
Er kan gerechtvaardigd inbreuk worden gemaakt op de bovenstaande rechten. Op basis van het
wetboek van strafvordering, het wetboek schept en beperkt macht zoals omschreven in het boek.
Macht en bevoegdheden zijn geclausuleerd door de rechter. Er is altijd een balans te vinden in SV.
Gematigd accusatoir
Accusatoir versus inquisitoir
Inquisitoir -> ongelijkheid
Gematigd accusatoir -> confrontatie van standpunten (voorkomen tunnelvisie)
Grenzen aan bevoegdheden rol verdragsrecht + ongeschreven recht
Het accusatoire proces wordt gekenmerkt door de gedachte dat de verdachte een gelijkwaardige
procespartij is. In het accusatoir proces heeft de verdachte dezelfde rechten en bevoegdheden als
het Openbaar ministerie. De strafrechter is niet actief, hij is lijdelijk. (Gelijke partijen, de rechter is
scheidsrechter)
In een inquisitoir proces staat de waarheidsvinding centraal. De strafrechter is actief en ondervraagt
zelf getuigen, doet zelf onderzoek, bepaalt mee het voorwerp van de rechtszaak en staat mee in voor
de bewijsvoering. Justitie gaat actief op zoek naar de waarheid.
Het Nederlandse strafproces is te kenschetsen met de term ‘gematigd accusatoir’. Tijdens het
vooronderzoek heeft het strafproces een inquisitoir karakter, omdat de verdachte object van
onderzoek is en als zodanig de uitoefening van dwangmiddelen heeft te dulden.
Het wetboek van SV schept en beperkt bevoegdheden. De beperking vinden we ook in het
verdragenrecht zoals het EVRM en IVBPR. Het ongeschreven recht spelen vooral een rol in het
strafproces met name bij beleidsregels die het OM volgt.
3
, Ontwikkeling strafprocesrecht
Strafvordering 2001
- Wet OM-afdoening ‘mogelijk dat strafzaak wordt afgedaan door het OM, buiten de
rechter om’
- Versterking positie slachtoffer
- Wet versterking positie rechtercommissaris
Project modernisering Strafvordering
Hierna stopte het vernieuwingsproces in 2015 vonden ze dat de vernieuwing toch moet worden
voortgezet.
Aanleiding tot modernisering
Verbreding doelstellingen ‘gaat niet alleen om de verdachte maar ook om het slachtoffer’
Aard van de criminaliteit ‘zoals opium wet, wet wapens munitie’
Rolverdeling strafrechtelijke actoren
Internationalisering
Nieuwe technieken (digitalisering)
Modernisering WvSv
Nieuwe systematiek
1. SV in het algemeen
2. Opsporing
3. Beslissing over vervolging
4. Berechting
5. Rechtsmiddelen
6. Bijzondere regelingen
7. Internationale samenwerking
8. Tenuitvoerlegging
Stand van zaken
Raad van staten
Kosten
Enkele voorbeelden -> slachtoffers -> verruiming rechten bijvoorbeeld eenieder die klaagt als
slachtoffer kan stukken inzien, pro-forma zittingen afgeschaft, politie/justitie meer
onderzoeksbevoegdheden.
Kritiek advocatuur: advocaten zijn uitgenodigd om mee te denken en feedback te geven, ze
hebben het gevoel niet gehoord te worden. Er wordt veel verwacht van de advocatuur. Er is
enorm bezuinigd op de rechtshulp. Veel mensen kunnen een advocaat niet betalen.
Bronnen van Strafprocesrecht
Het legaliteitsbeginsel art. 1 SV
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien. Het moet gaan om een wet in formele
zin. Bepalingen mogen niet vaag zijn. Het legaliteitsbeginsel (in het strafrecht ook bekend als het
nulla poena -beginsel) houdt in dat het handelen van bevoegd gezag gebaseerd moet zijn op een
vooraf aanwezige bepaling. Het voorkomt dat de wetgever met terugwerkende kracht regels kan
opleggen.
De Mr. Big methode
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LLM095. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.