1.1 Geld en het economische proces
Een goederenruileconomie is een economie waarin mensen weinig verschillende goederen
produceren, de producten die zelf niet gemaakt kunnen worden, worden geruild. De kosten
(tijd en moeite) van het ruilproces noemen we transactiekosten.
Wanneer een economie ingewikkelder wordt specialiseren mensen zich en neemt
arbeidsdeling dus toe. Er is dan meer behoefte aan ruil. Door middel van geld als algemeen
aanvaard ruilmiddel kan iedereen spullen ruilen met iedereen. Er bestaan nog steeds
transactiekosten.
Geld draagt bij aan de productiviteit in de economie en heeft 3 functies:
1. Ruilmiddel
→ hierdoor wordt ruil opgesplitst in 2 delen: klant en leverancier kunnen
verschillende partijen zijn. Hierdoor is ook tijdsverschil tussen verkoop en aankoop
mogelijk.
→ geld zorgt voor ongedifferentieerde koopkracht; je kunt alle goederen, op elk
moment, bij elke aanbieder kopen met geld.
2. Rekeneenheid
→ de onderlinge waarde van producten kan vergeleken worden, en kunnen we
individuele producten waarderen. We kunnen een product 1 vaste prijs geven en het
maakt de markt transparanter.
3. Oppotmiddel
→ geld is ook een vermogensobject, je kunt bestedingen uitstellen (sparen) of naar
voren halen (lenen). Het geld kan gespaard of belegd worden.
Alle landen in de Economische en Monetaire Unie (EMU) hebben een gemeenschappelijk
geldstelsel. De lidstaten worden aangeduid met eurozone of eurogebied. De oprichting van
de eurozone heeft de functie van geld als ruilmiddel versterkt, de ongedifferentieerde
koopkracht is in een groter gebied van toepassing. Het valutarisico en de transactiekosten
(ruilmiddel) zijn door een gedeelde munt ook afgenomen. Markten in Europa zijn door de
euro ook transparanter geworden (rekeneenheid), en internationale beleggingen
(oppotmiddel) zijn ook makkelijker geworden.
Een hoge inflatie tast het goed functioneren van het geldstelsen aan. Inflatie is meestal het
gevolg van sociaaleconomische groepen die hun eigen belangen nastreven (bedrijven willen
hogere omzet, werknemers willen loonsverhoging etc).
Inflatie is gunstig voor de overheid omdat de staatsschuld kan worden afgelost met geld dat
steeds minder waard wordt.
, Negatieve effecten van inflatie zijn:
- Onzekerheid over de prijsverhoudingen in de toekomst, waardoor plannen (offertes
maken e.d.) niet meer mogelijk is.
- De waardering van activa naar historische kostprijs heeft geen betekenis meer
- Door snelle waardevermindering kan geld niet meer opgepot worden
- Hogere kosten voor bedrijven (doordat het productieproces niet soepel kan lopen)
1.2 Geldsoorten
De overheid, de centrale banken en de algemene banken scheppen geld en brengen het in
omloop. Het aanbod van geld is al het geld dat in omloop is.
Edelmetaal wordt als geld gebruikt omdat er altijd vraag naar is, ze een duurzame kwaliteit
hebben, en in kleine hoeveelheden een hoge waarde vertegenwoordigen.
De waarde van betaalmiddelen is afhankelijk van de marktwaarde (intrinsieke waarde) van
het geld. Nu werken we met een nominale waarde van geld, bepaald geld heeft een
bepaalde gegarandeerde waarde.
Nadelen gebruik munten:
- Zwaar
- Hoge productie- en transportkosten
Promessen zijn ontvangstbewijzen voor het in bewaring geven van edelmetalen, uit deze
promessen zijn bankbiljetten ontstaan. Bankbiljetten uitgeven is nu een monopolie van de
centrale bank.
Bij geldschepping door wederzijdse schuldaanvaarding leent de bank geld uit dat zij in
bewaring heeft gekregen van iemand anders. Het geld is dus niet van de bank. De debiteur
aanvaardt een schuld aan de bank en de bank aanvaardt een schuld aan een crediteur.
Een bankrekening is een direct opeisbaar giraal tegoed bij een bank. Substitutie is het
omzetten van girale tegoeden in bankbiljetten en andersom, maar hierdoor wordt er geen
geld geschapen.
We spreken van geldschepping wanneer de geldhoeveelheid in handen van het publiek
toeneemt. Banken zijn door geldschepping in staat een groeiende economie met een
toenemende behoefte aan geld te voorzien van voldoende liquide middelen.
Door giraal geld om te zetten in giraal geld verslechterd de liquiditeitspositie van de bank, en
wordt deze kwetsbaar voor een ‘bank run’ omdat de bank in feite minder geld in bezit heeft.
Een bankencrisis is erg schadelijk voor de economische groei, omdat de kredietverlening stil
komt te liggen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joannezandee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.