Week 12.1 LP 1
1. Wat is de aandoening?
Hersenkwabben
− Frontaal → gedrag. Als het gedeelte dood is komt t nooit meer terug. De plekken wat
er omheen zit kan wel herstellen. Maar t is nooit zo sterk als het oorspronkelijke
weefsel. Ook de planning en organisatie.
− Occipitaal → visueel. Niet wat je doet met je ogen, maar wel blind. Dus de betekenis
die je ogen er aan geven.
− Temporaal → taalcentra. Motoriek van je benen
− Pariëtaal → gezicht, tong, heeft alles te maken met bewegen en voelen.
Hersendelen, frontaal motoriek, achter sensoriek.
Linker en rechter hersenhelft worden verbonden door corpus callosum. Dit is nodig zodat
het kan comuniceren met elkaar. Links zegt VAAK iets over taal, recht iets over redeneren,
ruimtelijk inzicht.
Hersenstam heeft een soort kruis met banen waardoor linkerhemisfeer met
rechterlichaamdeels verbonden is en andersom. Regelt vitale functies.
Cerebellum regelt coördinatie en evenwicht en coördineert ‘’opdrachten’’
Basale kernen zijn betrokken bij automatisch bewegen. Aandoening daar is bijvoorbeeld
ziekte van parkinson.
Tractus corticospinalis (ruggenmerg) zorgt voor motoriek. 90% van de signalen gaan gekruist
naar het lichaam. Mocht het uitvallen heb je nog 10% over.
Als het uitgevallen is is bv het arm slap. Je moet de bewegingen met die arm dan niet te vaak
maken want dat kan schade aan de schouder brengen.
▪ Testen wat iemand nog kan: SAFE: Shoulder Abduction Finger Extension.
, ▪ Het is een klein stukje van de FMA (Flügel Meyer Assesment) test.
▪ MMSE (mini mental stage examination) om te kijken wat mensen nog kunnen
‘’onthouden’’. Afkappunt 3 punten verschil.
Homunculus:
Onderkant hersenen: cirkel van Willes.
Herseninfarct:
Bij een herseninfarct blokkeert een bloedpropje een bloedvat in de hersenen. Zo’n
bloedstolsel kan ontstaan door het scheuren van een stukje slagaderverkalking of
meekomen met de bloedstroom vanuit t hart. Een deel van de hersenen krijgt hierdoor te
weinig zuurstof (ischemie).
Hersenbloeding