Het betreft een samenvatting van de voorgeschreven hoofdstukken uit het boek Beslissingsmodel 348/350 Sv van Koopmans behorende bij het vak Materieel Strafrecht aan de Open Universiteit. Belangrijke termen/passages zijn dikgedrukt.
De voorgeschreven onderdelen behorende bij de cursus materieel strafrecht
September 28, 2022
5
2022/2023
Summary
Subjects
beslissingsmodel
348
350
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Open Universiteit (OU)
Bachelor Rechtsgeleerdheid
Materieel Strafrecht (RB1302)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
basdammers
Reviews received
Content preview
Bas Dammers
11 mei 2022
Het beslissingsmodel van 348/350
Sv
Materieel Strafrecht
Hoofdstuk 3 - Art. 350: hoofdvragen
Aangekomen bij art. 350 Sv komt de rechter toe aan een beslissing over het feit. De beraadslaging
over de hoofdvragen leidt tot een van de volgende uitspraken: vrijspraak, ontslag van alle
rechtsvervolging of veroordeling. Deze beslissingen staan op grond van art. 68 Sr in de weg aan een
nieuwe vervolging. Het maakt veel verschil of in de tenlastelegging bv. de plaats ontbreekt
(dagvaarding nietig, art. 348 Sv) of dat de plaats onjuist is (vrijspraak, art. 350 Sv): in het eerste
situatie mag opnieuw worden vervolgd, in de tweede niet.
Er zijn vier voorwaarden van het strafbare feit (menselijke gedraging, die is opgenomen in een
wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan de schuld van verdachte te wijten is). De
verdachte kan slechts worden bestraft ter zake van een strafbaar feit als alle vier voorwaarden zijn
vervuld. Volstaan kan worden met het bewijzen dat een gedraging (a) heeft plaatsgevonden die
volgens het OM aan een bepaalde delictsomschrijving voldoet (b). Er hoeven geen bewijsmiddelen
aan te tonen dat de overige twee voorwaarden gelden (bv. OM hoeft niet met bewijsmiddelen aan te
tonen dat het ombrengen van een medemens niet gerechtvaardigd was). Deze veronderstelling kan
bij wijze van uitzondering onredelijk zijn (strafuitsluitingsgronden). De voorwaarden:
a. Gedraging
Ten eerste komt bij deze voorwaarde aan de orde of er wel een gedraging is: burgers kunnen alleen
worden gestraft als zij controle over hun handelen of nalaten kunnen uitoefenen. Ten tweede moet
worden beantwoord of de gedraging wel menselijk is. Een uitzondering is art. 51 Sr, waarin is
bepaald dat ook rechtspersonen strafbare feiten kunnen plegen;
b. Delictsomschrijving
Bij deze voorwaarde is de vraag of de gedraging onder een geldige wettelijke delictsomschrijving valt.
Een delictsomschrijving omschrijft 1) gedrag dat van een norm afwijkt en 2) bepaalt dat het plegen
daarvan strafbaar is. Vaak wordt het artikel waarin de delictsomschrijving is opgenomen compleet
gemaakt door een sanctienorm (= hoogte op te leggen straf). In diverse bijzondere wetten staan
strafbaarstelling en sanctienorm verspreid over diverse artikelen (bv. WVW, RVV 1994 etc.). Op basis
van het legaliteitsbeginsel moet een delictsomschrijving zijn neergelegd in een wet in materiële zin,
dus in geschreven recht. Dit bepaalt dat de delictsomschrijving niet naar analogie mag worden
geïnterpreteerd;
c. Wederrechtelijkheid
MATERIEEL STRAFRECHT 1
, Bij deze voorwaarde is de vraag of de gedraging die onder de delictsomschrijving valt, ook inderdaad
in strijd is met het recht. De wederrechtelijkheid vervalt als de dader zich op een
rechtvaardigingsgrond kan beroepen. De dader heeft dan aanvaardbaar gehandeld zodat het
wederrechtelijke karakter aan zijn gedraging komt te ontvallen (noodweer, wettelijk voorschrift,
ambtelijk bevel, overmacht (noodtoestand));
d. Schuld
Bij deze voorwaarde staat centraal of de gedraging die aan de delictsomschrijving voldoet en
wederrechtelijk is, de dader te verwijten valt. De schuld komt te ontbreken als de dader zich op een
schulduitsluitingsgrond kan beroepen: in de concrete omstandigheden treft de verdachte geen blaam
(ontoerekeningsvatbaarheid, noodweerexces, onbevoegd gegeven ambtelijk bevel, overmacht). Ook
bestaat een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond, te weten afwezigheid van alle schuld (avas).
Vrijspraak volgt als het ten laste gelegde geheel of gedeeltelijk niet bewezen wordt geacht.
‘Het ten laste gelegde’
De vraag of het feit bewezen is, moet worden beantwoord op grondslag van de tenlastelegging.
Vrijspraak hoeft lang niet altijd te betekenen dat de verdachte ‘het niet heeft gedaan’ (bv. plaats/tijd
niet juist). Daarnaast hoeft vrijspraak niet altijd samen te hangen met een speci eke ten laste gelegde
gedraging. Vrijspraak kan namelijk ook volgen als overige bestanddelen van de delictsomschrijving
niet zijn vervuld (bv. wanneer de hoedanigheid ‘in tijd van oorlog’ ontbreekt). Bovendien komt het
wel eens voor dat de OvJ meer ten laste heeft gelegd dan nodig is om de delictsomschrijving te
kunnen toepassen. Dat meerdere moet dan ook worden bewezen. Lukt dit niet, dan volgt vrijspraak.
Voorbeeld delictsomschrijving: ‘Hij die een minderjarige opzettelijk dronken voert, wordt gestraft…’
Voorbeeld tenlastelegging: ‘…dat hij opzettelijk een minderjarige heeft dronken gevoerd’. Waar
volgens de delictsomschrijving niet hoeft worden bewezen dat de verdachte opzet had op het feit dat
zijn slachtoffer minderjarig was, moet de OvJ dit wel bewijzen door bovenstaande tenlastelegging te
hanteren.
‘Geheel of gedeeltelijk’
Zodra uit een tenlastelegging iets niet bewezen wordt geacht, volgt vrijspraak. De rechter kan ook
voor een deel vrijspreken en het overige bewezen verklaren. Dit brengt met zich mee dat het OM
vaak gebruikmaakt van termen als ‘en’, ‘of ’, ‘dan wel’, ‘althans’ etc. De rechter mag alleen delen uit
de tenlastelegging in de bewezenverklaring weglaten als de tenlastelegging daardoor niet wordt
verbasterd. Zo mag de rechter niet de tenlastelegging bewezen verklaren door de plaats/winkel (bv.
De Bijenkorf te Amsterdam) weg te laten en de rest bewezen te verklaren. Tegenwoordig is de
maatstaf niet meer of uit de weglating blijkt dat het OM een verkeerde voorstelling van zaken heeft
gehad, maar of die weglating van wezenlijk belang is voor het in de tenlastelegging aan de verdachte
gemaakte verwijt. Zo werd geaccepteerd dat de rechter de door het OM in de tenlastelegging
opgenomen verkeerde straatnaam in de bewezenverklaring wegliet.
MATERIEEL STRAFRECHT 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller basdammers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.