In deel 2 van deze samenvatting worden de anesthesie en euthanasie van het werken met proefdieren beschreven en de circulatie en ademhaling worden beschreven.
3. Anesthesie en euthanasie
3.1. Boek: Handboek proefdierkunde
3.1.1.Hoofdstuk 13: Anesthesie, analgesie en euthanasie
Anesthesie heeft tot doel he bewustzijn en de pijnperceptie van het dier tijdens een experimentele
ingreep te onderdrukken.
pijn = subjectief onaangename ervaring
De drempel waarboven een in intensiteit toenemende prikkel als pijnlijk wordt ervaren, blijkt bij
mens en dier ongeveer gelijk te liggen. In het algemeen kan men stellen dat bedekkende structuren
als huid en vliezen (slijm-, borst-, buik-, been- en hersenvliezen) het meest gevoelig zijn.
Inzicht in de mate van pijn kan worden verkregen door:
Bestuderen van gedrag
Meten van reflexen
Autonome reacties (toegenomen respiratiefrequentie, verhoogde hartfrequentie en
bloeddruk, pupildilatatie)
Registreren van hersenactiviteit
Anesthesie kan vanuit ethisch en vanuit onderzoekstechnisch/proefdierkundig oogpunt noodzakelijk
zijn. Pijn of andere onaangename stimuli kunnen reacties in het autonome zenuwstelsel en het
neuro-endocrine systeem oproepen die van invloed zijn op de uitkomsten van het experiment.
Anderzijds kan de anesthesie de vitale orgaanfuncties onderdrukken waardoor eveneens het
experiment kan worden beïnvloed.
Bij het toepassen van anesthesie verdienden de volgende punten bijzondere aandacht:
Gezondheid dier
o Waar mogelijk altijd gezonde dieren gebruiken
Effect anestheticum op experiment
Interactie van het anestheticum met andere toe te dienen farmaca
Afkoeling van het lichaam van dier
Veiligheid van mens en dier
Bij (langdurige) anesthesie treedt vrijwel altijd afkoeling (hypothermie) op. bij kleinere dieren
ernstiger dan bij grotere dieren
3.1.1.1. Begrippen
Anesthesie:
Algehele anesthesie is een toestand waarbij potentieel schadelijke (waaronder pijnlijke)
prikkels niet of slechts sterk onderdrukt tot het centrale zenuwstelsel kunnen doordringen.
Wordt gekenmerkt door:
o Bewusteloosheid, pijnvrij zijn, reflex onderdrukking en soms ook spierverslapping
Lokale anesthesie:
o Gedeelte van het lichaam wordt verdoofd.
o Sensibel systeem
o Vaak zalven, gels of sprays
o Belangrijk voordeel: de beïnvloeding van de normale fysiologische processen is
minimaal.
Algehele anesthesie:
45
, o Een methode van omkeerbare en beheersbare onderdrukking van het CZS.
o 4 pijlers:
Pijnloosheid (sensibel blok)
Hypnose met geheugenverlies (mentaal blok)
Reflexonderdrukking (autonoom blok)
Spierrelaxatie (motorisch blok)
Premedicatie:
Een voorbehandeling met farmaca voordat algehele anesthesie wordt gegeven.
Doel: ongewenste effecten van anesthesie tegen gaan, soms enige graag van sedatie te
bewerkstelligen en de inleiding van de algehele anesthesie zonder excitatie te laten
verlopen.
o Voor het tegengaan van ongewenste effecten worden parasympathicolytica gebruikt
Sedatie:
Een kalmeringstoestand zonder noemenswaardige pijnstilling.
Hiervoor worden sedativa en neuroleptica gebruikt.
Analgesie:
Pijnstilling
Analgetica onderdrukken pijn
o Centraal werkende middelen
Opiaatanalgetica
Morfine en daaraan verwante stoffen
Antagonisten: stoffen die de werking van morfinomimetica kunnen
opheffen.
o Perifeer werkende middelen
Werken op perifere zenuwuiteinden en receptoren
Tevens ontstekingsremmend
Worden alleen gebruikt voor postoperatieve pijnbestrijding
Neuroleptanesthesie:
Toestand waarbij door combinatie van een neurolepticum en een morfine-achtig
analgeticum een basale algehele anesthesie wordt opgeroepen, zodanig dat kleine pijnlijke
ingrepen mogelijk zijn.
Hypnose:
Toestand van diepe slaap
Stoffen die deze toestand opwekken noemt men hypnotica
Is de slaap diep genoeg, dan zijn ook pijngewaarwording en pijnbeleving sterk gereduceerd.
Dissociatieve anesthesie:
Toestand waarbij de koppeling van corticale en subcorticale cerebrale activiteiten verloren is
gegaan.
Dier voelt zich niet meer verbonden met omgeving en is zich daar niet meer van bewust
Spierrelaxatie:
Prikkeling van dwarsgestreepte spieren wordt geblokkeerd door ingrijpen op de overgang
zenuw-spier.
Curare meest bekende stof
Dier blijft volledig bij bewustzijn
46
, Antagonisten en analeptica:
Antagonisten: stoffen die specifieke effecten van agonisten kunnen tegengaan.
Analeptica: stimulerende middelen (bijvoorbeeld Doxapram)
Inhalatieanesthesie:
Stoffen die bij kamertemperatuur goed verdampen en zo via de luchtwegen kunnen worden
toegediend
Ether, halothaan, lachgas
3.1.1.2. Fasen van de algehele anesthesie
4 fasen algehele anesthesie:
Voorbereiding (preparation)
o Ook wel premedicatie
Inleiding (introduction)
o Farmacon wordt gegeven dat het dier in slaap doet vallen
o 4 stadia
1. Inductiestadium: een analgetisch en sedatiestadium, dier ervaart minder
pijn en is wat versuft
2. Exitatiestadium: vele reflexen zijn versterkt aanwezigen spierspanning is
toegenomen; pupil is verwijd en toegenomen traan- en speekselproductie
3. Chirurgisch stadium: concentratie anestheticum in hersenen loopt op,
ademhalingsfrequentie en diepte nemen af, pupil wordt nauwer, reflexen
worden trager en verdwijnen
4. Hypoxisch stadium: vitale hersencentra worden zodanig onderdruk dat
ademhaling en contractie van de hartspierstoppen en de dood spoedig
intreedt. (dit stadium wordt bereikt bij euthanasie)
Onderhoud (maintenance)
o Moet bij langdurige ingrepen gebeuren, voor als het dier na enige tijd wakker wordt
Herstel (recovery)
o Een passief gebeuren, soms worden stoffen toegediend om de effecten van het
anestheticum tegen te gaan
3.1.1.3. Wijze van toediening van anesthetica
Enteraal/parenteraal
Enteraal: Sommige anesthetica zoals analgetica en sedativa kunnen oraal toegediend worden
Parenteraal: Injecteerbare anesthetica kunnen onderhuids (SC), in de spieren (IM), in de buikholte
(IP) of in een ader (IV) worden toegediend
De snelheid waarmee het effect optreedt hangt af van de toedieningswijze: deze is het langzaamst bij
orale en het snelst bij IV toediening
Inhalatie
Van belang bij inhalatieanesthetica is dat de normale fysiologie van de ademhaling wordt
gewaarborgd. Er moet worden voorkomen dat uitgeademde lucht met CO 2 weer ingeademd wordt.
Bij een open methode wordt het dier in een bak geplaatst waarin het inhalatieanestheticum als damp
aanwezig is.
Bij een halfopen systeem is er een directere aansluiting op het dier, waarbij gebruik gemaakt wordt
van een ademmasker.
47
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller claudiawesthof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.63. You're not tied to anything after your purchase.