Algemene Economie 2 Samenvatting
5. Concurrentie-intensiteit en Concurrentiepositie
5.1 Concurrentie-intensiteit
Ondernemers maken zich voortdurend zorgen om de concurrentie. De strijd om de
gunst van de afnemer, winstmarge en de toegevoegde waarde is een dagelijks
terugkerend probleem.
Soorten concurrentie:
- Interne concurrentie:
Zij hebben dezelfde afnemers en proberen die afnemers naar hen toe te lokken. Dat
kan ten kosten gaan van de afzet van de bedrijfstakgenoten. Zij wedijveren om het
marktaandeel. Dit is het aandeel in de afzet van alle ondernemingen in de bedrijfstak.
- Externe concurrentie:
Ondernemingen concurreren ook met afnemer en toeleveranciers. Dit heet externe
concurrentie. Onderneming willen hun aandeel in de toegevoegde waarde en de
winstmarge in de bedrijfskolom zo groot mogelijk maken.
- Potentiele concurrentie:
Andere ondernemingen willen tot de bedrijfstak toetreden of ze brengen substituut
producten op de markt.
De hevigheid van de
verschillende soorten
Concurrentie is
afhankelijk van
Concurrentiebepalende
factoren:
De hevigheid van de verschillende soorten concurrentie is afhankelijke van
concurrentiebepalende factoren.
- De groei van de vraag: (Als de vraag sterk toeneemt, kan de afzet groeien,
ook als het marktaandeel niet toeneemt). Onderneming kan winst maken
hoeven niet bang te zijn voor verlies van marktaandeel.
- Aantal onderneming: Als er veel ondernemingen werkzaam zijn in een markt,
is de concurrentie hoog en als er maar een of enkele ondernemingen actief
zijn, is de concurrentie laag.
, - Productdifferentiatie: Bij veel verschillen in producten kunnen onderneming
zich specialiseren en een monopolieachtige positie innemen. Dan is de
concurrentie minder hevig dan bij volledig homogene producten waarbij er
geen verschillen zijn.
5.2 Concurrentiepositie
In het concurrentieproces proberen ondernemingen een zeker rendement over het
geïnvesteerde vermogen te behalen. Ondernemingen streven naar winst. Zij
proberen door middel van verkopen hogere opbrengsten te behalen dan de
gemaakte kosten.
Winstmarge= Winst gedeeld door omzet.
Naarmate de intensiteit van de concurrentie hoger is, is de verwachte gemiddelde
winstgevendheid in de bedrijfstak lager.
Binnen een bedrijf kan de rendementen ook verschillen ontstaat door kwaliteit van
het management, kwaliteit van de machines, deskundigheid van het personeel,
marktaandeel, geografische ligging, technische ontwikkeling ect. Bepalen samen
de concurrentiepositie van de ondernemingen.
Vaak wordt de concurrentiekracht van een onderneming afgemeten aan de
winstgevendheid ten opzichte van bedrijfstakgenoten. Een goede indicator daarvoor
is het rendement voor belasting als percentage van de omzet.
De concurrentiepositie is de mate waarin de onderneming op lange termijn in staat is
alle belanghebbenden (eigenaren, werknemers, afnemers, leveranciers en de
overheid) tevreden stellen. Concurrentiepositie van een bedrijfstak meet men vaak af
aan verschillende variabelen (gemiddelde winst, bijdrage aan export, bijdrage aan
werkgelegenheid en bijdrage aan het binnenlands product).
Een bedrijfstakanalyse probeert de oorzaken daarvan op te sporen. De econoom
Porter heeft een methode ontwikkeld om de concurrentiekracht van bedrijfstakken te
analyseren.
5.3 Methode van Porter
Vijfkrachtenmodel: de belangrijkste concurrentiebepalende factoren in kaart
gebracht. Concurrentie verandert steeds, bijv. Door nieuwe producten op de markt of
bedrijven die fuseren. Het gaat Porter dan ook om de veranderingen die in de
concurrentieverhoudingen optreden.
- Interne concurrentie: zal een verandering onderhevig zijn, omdat de omgeving
van de bedrijfstak verandert.
- Dreiging van substituten: omdat er verschillende materialen voor dezelfde
doeleinden mogelijk zijn, proberen fabrikanten steeds op elkaars markten
binnen te dringen.
- Potentiele toetreders: de mogelijke verplaatsing van de productie.
Porter heeft ook een methode ontwikkeld voor het vergelijken van de
concurrentiekracht van de bedrijfstakken in verschillende landen. Het is de
, zogenoemde diamant van Porter. In de visie van Porter wordt de concurrentiekracht
van de bedrijfstakken vooral bepaald door de omgevingsfactoren:
- De kwaliteit van de productiefactoren
- De invloed van de overheid
- De economische orde
- De mate waarin bedrijfstakken elkaar versterken door middel van netwerken
De omgevingsfactoren zijn grotendeel per land bepaald. Ze leiden ertoe dat
bepaalde bedrijfstakken op internationale markten een grote concurrentiekracht
bezitten.
In de diamant van Porter zijn met name de relaties tussen de elementen van belang.
Productiefactoren
De productiefactoren kan men onderscheiden in basisproductiefactoren en
geavanceerde productiefactoren. Tot de basisproductiefactoren behoren het
klimaat en de ligging van een land, de aanwezigheid van grondstoffen, kapitaal en
ongeschoolde arbeid. In Nederland behoren daartoe de gunstige ligging aan een
druk bevaren zee, de aanwezigheid van rivieren, het milde klimaat en een grote
bevolkingsdichtheid. Geavanceerde productiefactoren behoren geschoolde arbeid,
onderwijs en onderzoek, fysieke infrastructuur en telecommunicatie. Deze
productiefactoren komen tot stand door voortdurende investeringen die de gehele
samenleving steeds moet opbrengen.
Landen kunnen concurreren door menselijke inspanning. Ze kunnen een
basisproductiefactor combineren met hoogwaardige productiefactoren en zo een
comparatief voordeel verwerven. Ondernemingen kunnen met de kwaliteit van hun
productdifferentiatie concurreren. Een land kan de kosten verlagen door de lonen te
verlagen. Voortdurende loonmatiging leidt ertoe dat landen gaan concurreren met
producten die zij voornamelijk met basisproductiefactoren voortbrengen weinig om
te investeren in geavanceerde productiefactoren toegevoegde waarde laag
land zal achterlopen in de internationale concurrentiestrijd.
Binnenlandse vraag
De vraag op de thuismarkt is voor de concurrentiekracht van bedrijfstakken van grote
invloed. Veeleisend en kritische afnemers dwingen producenten tot hoge kwaliteit
en voortdurende productievernieuwing. Voor de concurrentiekracht van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminemgh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.