Ethiek vormt het onderdeel van de filosofie dat onderzoekt wat men mag en moet doen of laten. Met andere
woorden: ethici onderzoeken wat men moreel verplicht is, wat moreel toelaatbaar is en wat moreel
onaanvaardbaar is. Daarbij gaat het niet om de rechten en plichten die per wet of bij reglement zijn vastgelegd,
maar om de zaken die wij ervaren als goed of verkeerd, ongeacht wat de maatschappelijke regels erover zeggen.
Niet iedere maatschappelijke regel hoeft immers rechtvaardig te zijn en niet alles wat wij als slecht, verkeerd,
verdorven of verwerpelijk ervaren, wordt met regels bestreden.
Binnen de ethiek kan men aan de hand van een concrete kwestie komen tot bepaalde inzichten. Bijvoorbeeld:
Wij werken bij de politie in New York. Een of andere neonazi komt ons kantoor binnenlopen met de
mededeling dat een tijdbom is geplaatst op één van de 24.241 basisscholen die deze stad telt. De
bommelder wil niet zeggen welke school het betreft. De bom zal binnenkort afgaan en het is ondoenlijk
om alle scholen bijtijds te waarschuwen dat ze het gebouw moeten ontruimen. Dus haast is geboden. De
bommelder legt ons ook gedetailleerd uit wat er gebeurt als de bom afgaat: de kinderen worden
vergiftigd met chemische stoffen en zullen daarmee een slepende ziekte oplopen die na enige maanden
eindigt in een pijnlijke dood. Hij spreekt met zoveel kennis van zaken dat wij niet twijfelen aan de
waarheid van zijn verhaal, maar we weten niet waar wij de bom moeten zoeken. Nu stelt één van onze
collega’s voor: “Waarom zullen wij hem niet martelen?” Zo wordt de vraag: mag men iemand in een
dergelijke situatie martelen? Sommigen zullen antwoorden: “Nee, want martelen vormt principieel een
verkeerd soort handeling en dat is dus nooit geoorloofd.” Anderen zullen menen: “Ja, want al het leed
dat zou worden voorkómen bij de kinderen, weegt zwaarder dan het leed dat wij de bommelder aandoen
door hem te martelen.”
Ethiek houdt zich bezig met normen en waarden. Waarden zijn de zaken die men beschouwt als waardevol,
zoals geluk, plezier, gezondheid, oprechtheid, inzicht en welvaart. Normen zijn de regels die men stelt teneinde
die waarden zoveel mogelijk te bereiken. Zo kan een norm luiden dat men een evenredig deel van het inkomen
behoort af te dragen aan de belastingen. Zo’n norm kan misschien ertoe bijdragen dat zoveel mogelijk mensen
geluk, plezier, gezondheid, inzicht en welvaart bereiken.
De moraal vormt het geheel van normen en waarden die op een bepaald moment in een maatschappij gelden.
De ethiek houdt zich ermee bezig deze normen en waarden dieper te overdenken.
Men kan ethiek op verschillende manieren bedrijven:
De descriptieve ethiek: deze beschrijft de opvattingen die bepaalde mensen op een bepaald moment hebben
over goed en verkeerd. Bijvoorbeeld kan men binnen de descriptieve ethiek beschrijven dat veel mensen in
de jaren ’50 in grote delen van Nederland sex vóór het huwelijk afkeurden. Het betekent niet dat er in die
tijd geen sex vóór het huwelijk plaatsvond, maar wel dat velen het afkeurden als het gebeurde.
De normatieve ethiek: deze formuleert een systeem op grond waarvan men mensen, daden en keuzes
ethisch kan beoordelen. Bijvoorbeeld kan men binnen de normatieve ethiek beredeneren of liegen onder
bepaalde omstandigheden moreel toelaatbaar is. De normatieve ethiek beschrijft dus niet wat een bepaalde
groep vindt, maar beredeneert zelf een standpunt.
De analytische ethiek: deze analyseert de manier waarop ethische oordelen tot stand komen, de betekenis
van ethische uitspraken en de relaties tussen zulke uitspraken. Bijvoorbeeld kan men binnen de analytische
ethiek constateren
- dat niets tegelijkertijd moreel verplicht en moreel verwerpelijk kan zijn,
- dat zaken waartoe men moreel verplicht is, ook altijd moreel toelaatbaar zijn en
- dat men moreel verplicht is om dingen na te laten die moreel verwerpelijk zijn.
Bij analytische ethiek gaat men dus verder dan het beschrijven van ethische oordelen, maar men formuleert
geen ethische standpunten.
Zowel bij de descriptieve, als bij de normatieve, alsmede bij de analytische ethiek komen verschillen van
inzichten en tegenstrijdige visies voor. De meningsverschillen bevinden zich echter op verschillende
niveaus. In het vervolg van deze tekst zullen verschillende stromingen in de ethiek aan de orde komen. Het
onderstaande schema geeft weer of deze kunnen worden gerekend tot de descriptieve, de normatieve of de
analytische ethiek. Tussen haakjes staan vooraanstaande vertegenwoordigers van deze stromingen vermeld.
East is east and west is west
And never the twain shall meet
Rudyard Kipling
Het relativisme legt een verband tussen de ethische opvattingen van mensen en de cultuur of de gemeenschap
waarin men die oordelen velt. De morele opvattingen die mensen hebben ontstaan meestal in een zekere
wisselwerking met de maatschappij waarin men opgroeit. Rond het jaar 0 vond men het bijvoorbeeld in Rome
heel normaal dat kerels in een jurkje rondliepen. Sindsdien is de vorm van een mannenlichaam niet
noemenswaardig veranderd, maar het wordt tegenwoordig niet meer echt normaal gevonden als een kerel zich in
een jurkje kleedt. Het betreft verschillende samenlevingen en verschillende samenlevingen kennen verschillende
normen en waarden.
Binnen het relativisme kan men twee vormen onderscheiden:
Het descriptief ethisch relativisme: de opvatting dat ethische oordelen die worden geveld sterk of
volkomen worden bepaald door de cultuur waarin men leeft, de persoonlijkheidsontwikkeling en de
opvoeding. Binnen de ene cultuur vindt men bepaalde dingen volkomen toelaatbaar die men in een andere
cultuur moreel verwerpelijk vindt. Mensen kunnen wel menen dat ze onafhankelijk tot een ethisch oordeel
komen, maar ze worden toch altijd beïnvloed door hun achtergrond.
Het normatief ethisch relativisme: de opvatting dat ethische oordelen afhankelijk behoren te worden
gesteld van de cultuur en achtergrond van de betrokkene. Wat binnen de ene gemeenschap past, past niet
binnen de andere. Mensen kunnen zich volgens deze opvatting misschien wel onttrekken aan hun eigen
cultuur en achtergrond maar als zij dat doen, dan doen zij daar verkeerd aan. Zo verdedigde de Nederlandse
logicus en wiskundige L.E.J. Brouwer (1881-1966) weduweverbranding omdat die zou passen binnen de
Indiase cultuur.
Descriptief en normatief relativisme hebben met elkaar te maken, maar ze sluiten elkaar ook uit. Als iemand
volkomen overtuigd is van het descriptief relativisme, dan heeft het bij zo iemand geen zin meer om nog
normatief relativisme te bepleiten: volgens zo’n descriptief relativist is het toch al onmogelijk om anders te
oordelen dan binnen de eigen gemeenschap past.
2. Egoïsme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.