Populair beeld van dyslexie (grote discussie hierover)
• Dyslexie is een stoornis die erfelijk is en aanleiding geeft tot afwijkende hersenfuncties die op
hun beurt leiden tot ernstige problemen bij het leren lezen.
• De ernst van deze stoornis is dermate groot dat gewone schoolse bemoeienissen
onvoldoende zijn
en buitenschoolse gespecialiseerde hulp noodzakelijk is.
• Deze stoornis komt voor bij minstens normaal intelligente kinderen die vaak sterk zijn in
andere cognitieve aspecten. Ze hebben daarom het recht op compenserende en
dispenserende maatregelen.
Het begrip ‘dyslexie’
• Lange discussie over definitie van ontwikkelingsdyslexie
<> verworven (acquired) dyslexie (door eccident bv)
Weinig discussie over bestaan groep van lln met ernstige leesproblemen zonder
andere opvallende problemen: onverwacht
Maar af en toe claims dat alles aan leesmethode ligt: bv. Erik Moonen (dit is
gaat te ver, niet enkel opgelost door leesmethode)
Vormt ‘raison d’être’ van begrip dyslexie
Geldt echter niet voor alle lln met leesproblemen (vaak wel breder, bv ook cognitief)
Dus specifiek probleem: ‘specific reading disability’
• Wel discussie over hoe groep onderscheiden van ‘andere’ zwakke lezers
• Moeilijk op grond van leesgedrag zelf, dus zoeken op achterliggend causaal niveau
Begrip ‘dyslexie’ in vraag
• “Legasthenieforschung am Ende”: Schlee (1976)
• Geen specifieke oorzaken omdat leesscores (en discrepantiescores) normaal verdeeld zijn
• Continue verdeling van leesscores: ophoping of onregelmatigheid?
o Rutter & Yule (1975): Isle of Whight onderzoek: 2300 9-jarigen:
hobbel
o Later onderzoek: statistisch artefact
• Dus niet onderscheid ts dyslectisch en normaal lezen verklaren, wel
leesvaardigheidsverschillen over hele bereik
o Dyslexie is geen wetenschappelijk concept als discrete categorie (cf. obesitas)
o Grens is arbitrair (zelf gekozen in afspraak) en geen wetenschappelijke kwestie
• Leesproblemen wel reëel
• Uitgangspunt Schlee (Dumont & van der Wissel) is statisticisme
o Uitslag onder Gaussverdeling is zelf niet louter toevallig, maar gevolg van
‘toevallig’ samenlopende factoren
o Normaalverdeling is zelf aanwijzing voor multifactoriële bepaaldheid
Begrip ‘dyslexie’ in vraag (2)
• Keith Stanovich: omwille van onbewezen connotaties van begrip ‘dyslexie’, vervangen door
‘poor readers’ (is tegenstander van het label)
o Stanovich, K.E. (1991). Discrepancy definitions of reading disability: Has intelligence
led us astray? Reading Research Quarterly, 26, 7-29.
1
, o Stanovich, K.E. (1994). Annotation: Does dyslexia exist? Journal of Child Psychology
and Psychiatry, 35, 579-595.
• Elliot & Grigorenko (2014): “The dyslexia debate”
o Begrip dyslexie is niet coherent en geen natuurlijke categorie in termen van cognitief
profiel, neurobiologie en genetica
o Dus zwakke lezers zijn op die gebieden niet duidelijk te onderscheiden van dyslectici
Effecten op definities
• DSM-V (2013): term ‘dyslexie’ vervangen door ‘specific learning disorder’ + specificatie ‘with
impairment in reading’(mild, moderate or severe)
• Volgens DSM-V is ‘a specific learning disorder’:
o “A neurodevelopmental disorder of biological origin manifested in learning difficulty
and problems in acquiring academic skills markedly below age level and manifested
in the early school years, lasting for at least 6 months; not attributed to intellectual
disabilities, developmental disorders, or neurological or motor disorders.”
• Nederlands taalgebied: Commissie gezondheidsraad (1995):
o Volgens beschrijvende ‘werkdefinitie’ wordt van dyslexie gesproken “wanneer de
automatisering (beheerst, van zichzelf lezen) van woordidentificatie (lezen)
(technisch lezen, niet begrijpend) en/of schriftbeeld-vorming (spellen) zich niet, dan
wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt”.
Vervolg definities
• Wordt in 2000 door SDN overgenomen:
o Stichting Dyslexie Nederland (SDN), versie van 2008: “Dyslexie is een stoornis die
gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen
van het lezen en/of spellen op woordniveau”.
Hardnekkigheidscriterium + 3 soorten diagnoses (onderkennende, verklarende,
en indicerende)
PRODIA (2010, Vlaanderen): neemt deze definitie over
• ‘Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling’ (PDDB) (Blomert, 2006): richtlijnen voor vergoeding
door zorgverzekeraar
o “Dyslexie is een specifieke lees- en spellingsstoornis met een neurobiologische basis, die
wordt veroorzaakt door cognitieve verwerkingsstoornissen op het raakvlak van
fonologische en orthografische taalverwerking.”
o Verklarende elementen + voldoen aan dyslexie-typerend profiel
Problemen met fonologische verwerking (niet altijd duidelijk aan fonologie),
sterkte grafeem-foneem koppelingen, en RAN
Helft zwakke lezers voldoet hier niet aan
Tweespalt
Afbakening specifieke groep dyslectici
• Exclusiecriteria in versch. definities
o Zwak lezen gevolg van factoren die men wil uitsluiten Bijv. ziekte, schoolverzuim,
zintuiglijke problemen, inadequate instructie, andere moedertaal
o Impliciete gedachte: oorzaak moet in kind gelegen cognitieve afwijking zijn
• Zuiver beschrijvende definitie (dyslexie = zwak lezen)
o Aanpak en preventie leesproblemen is zelfde
2
, o In wetenschappelijk onderzoek meestal soepel met criteria
o Nadeel: in toekomst wel onderscheid mogelijk ts groepen, en specifieke behandelingen
o Ook wetenschappelijke evidentie voor neurobiologische afwijking (hersenen)
• Daarom is tussenpositie ts zuiver beschrijvende en verklarende definitie goed te verdedigen
(mening prof)
o Geen verklarende elementen: geen consensus
o Expliciete (DSM-V: ‘neurobiologische oorsprong’) of impliciete (SDN: hardnekkigheid)
aanname van in het kind gelegen cognitief probleem
Exclusiecriteria
Zwak lezen of ‘leer’-stoornis?
• Problemen doen zich pas voor in en tijdens leerproces zelf
o Leesvaardigheidsverschillen slechts ten dele te voorspellen vooraf
• Probleem in verwerven of aanleren (niet zwak lezen op zich)
• Probleem is hardnekkig of resistent
o Connotatie van stabiel probleem in het individu
o Operationalisering: onvoldoende vooruitgang na periode van
remediëring (bv. Na 6 md)
o Betrouwbaar criterium indien a) remediëring gestandaardiseerd is en
b) indien bij alle lln nagegaan wordt
Nauwelijks objectieve criteria
Toegankelijkheid van diagnose afhankelijk van sociale klasse
• Oplossing is “Response to Instruction” modellen: meten van het leerproces via
herhaalde metingen
Recente RTI-modellen (Fuchs & Fuchs)
• Geïntegreerd in klassenpraktijk
o klassikale screening en vervolgens herhaalde metingen (wekelijks) bij risicogroep
(curriculumgebaseerde toetsen)
o telkens aangepaste instructie (intensivering!)
o de non-responders zijn dan de dyslectici
• Voorwaarden voor dit model:
o betrouwbare metingen die gevoelig zijn voor interventie
o gevalideerde interventieprotocollen
o gecoördineerd schoolsysteem van screening, interventie, en evt. doorverwijzing
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Salihahadd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.