Alle hoofdstukken van het boek Sarah Maza: Thinking About History samengevat voor het tentamen van 6/10/22, van het vak 'Inleiding Geschiedwetenschap' aan de Universiteit Utrecht, bachelor geschiedenis.
Summary of theories and individuals 'Thinking About History' Chapter 1-3
Thinking about history + lecture summary
Notes + answered syllabus questions for ''Introduction to the Study of History''
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Inleiding Geschiedwetenschap (GE1V14001)
All documents for this subject (27)
6
reviews
By: jenneauhoendervangers • 1 month ago
By: benteklinkhamer • 1 year ago
By: annemooncampos • 1 year ago
By: sannevanwanrooij2004 • 1 year ago
By: laurensnoy41 • 1 year ago
By: emmaboorsma • 2 year ago
Seller
Follow
GH12
Reviews received
Content preview
Introduction
‘Geschiedenis’ heeft voor alle mensen een andere betekenis. Het is een breed veld, en
daardoor is het lastig te definiëren wat de definitie van geschiedenis precies is. Het werk van
historici is minder theorie-gedreven dan andere disciplines. Historici schrijven de verhalen
waar sociale groepen hun collectieve identiteit aan ontlenen en daarom kan geschiedenis
controversieel zijn. In hiërarchische maatschappijen willen mensen verhalen horen over de
monarchen, militaires en grote dynastieën, terwijl democratische maatschappijen verhalen
willen over ‘het volk’.
H1 The history of whom?
History from above: ‘great men’ and a few women
De makers van de geschiedenis werden lang gezien als een select groepje mannen met
veel macht. Bijvoorbeeld Alexander de Grote of Napoleon Bonaparte. De oudste
geschiedschrijvingen in de wereld focussen op politiek en militair leiderschap. Hierbij ligt de
focus in de geschiedschrijving vaak op één persoon, één man die net geniaal genoeg was
om de wereld te veranderen. We focussen dan vaak op hun persoonlijkheid, bijvoorbeeld
Napoleon’s militair genie, terwijl de omstandigheden ook een grote rol spelen, bijvoorbeeld
dat het in het Frankrijk van de jaren 1790 niet onwaarschijnlijk was dat iemand de macht zou
grijpen in het machtsvacuüm.
In het focussen op de geschiedenis van leiders, politieke elites en regeringsactiviteit
liggen een aantal aannames die juist zijn tegengesproken in de afgelopen jaren.
Bijvoorbeeld dat de staat en overheid de belangrijkste arena’s voor menselijke activiteit zijn,
dat politieke leiders meer dan alle anderen historische veranderingen drijven en dat politiek
een activiteit is die in de publieke sfeer plaatsvindt.
Social history and quantification
Naast de politieke geschiedenis heb je ook de sociale geschiedenis. Er is namelijk altijd wel
aandacht geweest voor de gewone man. Denk bijvoorbeeld aan de bevolking van Parijs toen
ze de Bastille bestormden, daar is veel over geschreven. De acties van de gewone
bevolking wordt echter enkel bewonderd als ze de doelen van hun leiders bevorderen, en er
is geen aandacht voor de gewone burgers zelf. Dit alles veranderde vanaf de jaren 1960.
Tegenover de ‘top-down’ geschiedschrijving over politieke leiders kwam toen meer aandacht
voor een ‘bottom-up’ benadering waarbij de geschiedenis werd geschreven vanuit de
bevolking. Een voorbeeld hiervan is het boek ‘The face of battle’ van John Keegan, waarin
hij oorlog bekijkt niet vanuit het standpunt van de bevelhebbers, maar vanuit het standpunt
van de soldaat.
Omdat social history nog een relatief jonge discipline was, was er geen
overeenstemming over hoe het uitgeoefend moest worden. Eén benadering is om zo veel
mogelijk data te verzamelen over mensen uit het verleden. Deze benadering behandelt de
geschiedenis als een sociale wetenschap, waarbij wordt aangenomen dat cijfers niet liegen,
dat een grotere steekproef betrouwbaarder is en dat grote hoeveelheden getallen goede
historische waarheden kunnen geven. Dit wordt ook wel ‘quantitative history’ genoemd.
Vanwege de aard van dataverzameling in het verleden, waar kwantitatieve
geschiedenis immers vanaf hangt, kun je met dit type geschiedenis het beste
onderzoeksvragen beantwoorden over bevolkingen, de economie en massa politiek. De
historische studie van de economie wordt ook wel ‘cliometrics’ genoemd, want hierbij
worden moderne economische theorieën toegepast op het verleden. De kwantitatieve
geschiedenis kent echter twee problemen: het brengt mensen terug tot ééndimensionele
wezens en het is zelden opwekkend om te lezen.
, ‘Social’ in ‘social history’ kan verwijzen naar de hele maatschappij, maar het kan ook
verwijzen naar de arbeidersklasse.
E. P. Thompson’s historical revolution
In 1963 publiceerde E. P. Thompson het boek ‘The Making of the English Working Class’.
Hierin beschreef hij de effecten van het net ontstane kapitalisme op de Engelse
arbeidersklasse tussen 1780 en 1830. Met dit boek heeft Thompson echter ook een
voorbeeld neergezet voor alle sociale historici die na hem kwamen. Hij benoemt in zijn boek
namelijk nagenoeg geen cijfers; hij focust zich juist op de subjectieve ervaring van de
Engelse arbeiders. Als Marxistisch historicus wilde hij de destructieve effecten van het
kapitalisme op de arbeiders aantonen. Uit deze ervaringen kwam het klassenbewustzijn (het
bewustzijn dat je allemaal uitgebuit wordt) voort. Thompson heeft met zijn boek ervoor
gezorgd dat er meer aandacht kwam voor de burgers zónder politieke invloed of die zich niet
politiek inzetten. Ten tweede was hij van mening dat klassenbewustzijn geen sociologisch
construct is wat je in cijfers kunt terugvinden, maar dat het een bepaalde relatie of ervaring
is die voortkomt op allerlei plekken op allerlei momenten: van textielarbeiders tot aan de
gelovigen die naar het preken van Joanna Southcott kwamen luisteren.
Resistance and agency
De sociale geschiedenis heeft onder meer als doel om de levens en ervaringen van de
lagere klassen van de maatschappij gehoord te laten worden. Vanaf de jaren 1960 waren er
zogeheten ‘new social historians’ die aandacht hadden voor de uiteindelijk gefaalde
protesten en demonstraties van de arbeiders. Ze wilden aandacht hebben voor de socio-
economische achtergronden hiervan terwijl voorheen sociale historici enkel aandacht
hadden voor georganiseerd verzet, bijvoorbeeld door vakbonden. Sociale historici hebben
zo laten zien dat mensen in tijden van extreme machteloosheid toch wat vrijheid kunnen
verkrijgen door middel van strategieën om de onderdrukkende macht fysiek of mentaal
tegen te werken. Het nodigt historici uit om na te denken over de onopvallende manieren
waarop mensen zich verzetten tegen een onderdrukkende macht. Bijvoorbeeld dat slaven
op plantages afspraken om niet te hard te werken of om hun gereedschap opzettelijk te
vernielen.
Het doel van het bestuderen van deze onopvallende manieren van verzet is om de
onderdrukte bevolkingsgroepen ‘agency’ te geven, om te laten zien dat de onderdrukte
groepen niet louter passief hebben geleden maar dat ze ook actief zich verzet hebben.
Power and the private sphere
Een andere groep die historici in de afgelopen decennia ook meer agency gegeven hebben,
zijn vrouwen. Vrouwen zijn traditioneel op de achtergrond gebleven in de geschiedschrijving;
zelfs de jaren ‘60 historici die zich focusten op de arbeidersklasse besteedden weinig
aandacht aan de vrouwen. Vrouwen bleven immers altijd thuis; zij reproduceerden maar
produceerden niet, werd er gedacht. Het veld wat in de afgelopen decennia de vrouwen in
de geschiedenis heeft bestudeerd heet ‘women’s history’. Het benadrukt de verschillende
manieren waarop vrouwen zijn onderdrukt in de geschiedenis en hoe de ervaringen van
vrouwen in de geschiedenis kunnen verschillen van de ervaringen van mannen.
De vrouwen in de geschiedenis zijn verborgen achter het huishouden. Hoewel zij
daar vaak de meeste taken uitvoeren, wordt het huishouden geleid door de man en wordt de
status van het huishouden bepaald door dezelfde man. De women’s history heeft als
centrale taak om te laten zien hoe de relatie tussen mannen en vrouwen elke maatschappij
in het verleden geschapen heeft. Anderen noemen women’s history liever ‘gender history’,
en zij maken het punt dat gender history zo breed is dat het ook de traditionele onderwerpen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GH12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.