Aantekeningen van alles wat je moet weten uit de hoorcolleges van het vak 'Inleiding Geschiedwetenschap' aan de Universiteit Utrecht, gegeven in 2022/2023. Aantekeningen van alle colleges die je moet hebben gezien voor het tentamen van 6/10/22.
Summary of theories and individuals 'Thinking About History' Chapter 1-3
Thinking about history + lecture summary
Notes + answered syllabus questions for ''Introduction to the Study of History''
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Inleiding Geschiedwetenschap (GE1V14001)
All documents for this subject (27)
2
reviews
By: annemooncampos • 1 year ago
By: sannevanwanrooij2004 • 1 year ago
Seller
Follow
GH12
Reviews received
Content preview
HC1B - Inleiding op de cursus
Academische geschiedbeoefening is een debat zonder einde, omdat de keuzes van
hedendaagse historici steeds veranderen.
Het vak bestaat uit twee delen: tijdens deel 1 (week 1-4) krijg je steeds online
colleges met elke week twee handboeken, in week 5 krijg je een tentamen over de vraag
wat academische geschiedbeoefening nu precies is. In deel 2 (week 5-8) ga je in tweetallen
bediscussiëren wat de beste manier is om een deel van het verleden te bestuderen.
HC1B - Pieter Geyl
Volgens Geyl is geschiedschrijving ‘een discussie zonder eind’. Docent maakt drie punten:
1. Geschiedenis is een discussie zonder eind; deze discussie noemen we historiografie
2. Geschiedenis is een debat tussen historici, dus moeten historici kennis hebben van
historiografie
3. Geschiedenis is een discussie zonder einde, omdat elke historici keuzes maakt in
zijn werk, en deze keuzes zijn het resultaat van de standplaatsgebondenheid van de
historicus (onze eigen kenmerken en omstandigheden beïnvloeden onze keuzes)
Volgens Geyl is anachronisme de grootste misdaad die een historicus kan begaan.
Anachronisme is iets dat niet in de tijd past, bijvoorbeeld dat je het idee van de Belgische
staat projecteert op het verleden, waarin de Belgische staat helemaal niet bestond.
In het werk van Geyl zijn zijn politieke voorkeuren duidelijk te zien. Hij vond de
verstrengeling van geschiedenis en politiek juist productief. Van het leven en werk van Geyl
kun je leren dat je argumenten kunt opbouwen door kennis te nemen van het verleden. Het
is goed om het werk van je voorgangers te lezen en te bekritiseren. Is het toeval dat Geyl
schreef over Napoleon in een tijd dat een ander autocratisch leider (Hitler) heerste? Geyl
was tegen mensen die geloven dat er maar één waarheid is. Voor Geyl moest geschiedenis
dan ook gaan over verscheidenheid, niet over eenheid.
Geyls idee van geschiedenis als discussie zonder einde kun je dan ook zien als een
uitdrukking van drie dingen:
- Een uitdrukking van zijn naoorlogse liberalisme
- Een uitdrukking van zijn verdediging van een democratische samenleving
- Een uitdrukking van zijn afkeer van zijn totalitarisme
De conclusie is dat de geschiedenis een debat zonder einde is. Historici moeten het werk
van hun voorgangers bestuderen. Dit betoogt Maza ook in haar inleiding.
HC1B - Glossarium: Geschiedenis en Verleden
De term ‘geschiedenis’ wordt op twee manieren gebruikt. (1) De eerste is ‘dingen die
gebeurd zijn voor het heden’. Deze betekenis maakt het synoniem aan het verleden. (2) De
tweede betekenis is geschiedenis als verhaal. Deze betekenis maakt het synoniem aan
verhaal of analyse. ‘Verleden’ is eenduidig, ‘geschiedenis’ niet omdat het op het verleden
kan slaan, maar ook op de studie van het verleden (je kunt wel ‘geschiedenis schrijven’
maar niet ‘verleden schrijven’).
Dit zie je terug in de studie omdat je niet alleen het verleden bestudeert, maar je
bestudeert ook wat historici voor je al geschreven hebben over het verleden.
HC1B - Glossarium: Historiografie
Historiografie heeft twee betekenissen. (1) De eerste is ‘geschiedenis schrijven’, deze term
wordt niet gebruikt aan de universiteit. (2) De tweede betekenis is beter, namelijk ‘de
geschiedenis van het geschiedschrijven’. Historiografie is het denken over hoe mensen over
,het verleden hebben gedacht, geschreven en gesproken. Het is dus de geschiedenis van de
geschiedschrijving. Geschiedenis als in verhalen beschrijven is geschiedenis in de ‘eerste
graad’. Geschiedenis als in het beschouwen van het debat over geschiedenis (historiografie
dus) is geschiedenis in de ‘tweede graad’.
Er is nog een onderscheid: het onderscheid tussen historiografie ‘klein’ en
historiografie ‘groot’. Historiografie klein is alles wat er over een specifiek onderwerp is
geschreven en gezegd. Historiografie klein is daarmee een onmiskenbaar deel van elk
historisch onderzoek, want je begint je onderzoek altijd met het lezen wat er al over je
onderwerp geschreven is. Na dit lezen ga je je eigen positie innemen in dit debat, met wie
ben je het eens en met wie ben je het oneens?
Historiografie ‘groot’ is een specialisme binnen de geschiedwetenschap, het gaat
over de geschiedenis van de geschiedbeoefening. Je bestudeert dan hoe mensen in het
verleden geschiedenis schreven. Bijvoorbeeld dat je onderzoekt hoe Pieter Geyl te werk
ging.
HC1B - Glossarium: Empirische wetenschap
‘Empirie’ duidt op het zintuiglijk waarneembare. Niet alle wetenschap is empirisch, het recht
kun je bijvoorbeeld niet zien en rust daarmee niet op de empirie, het zintuiglijk
waarneembare. De geschiedenis is volgens Maza wél een empirische wetenschap, omdat
geschiedenis minder theoretisch is dan de sociologie. Bovendien heeft het verleden
daadwerkelijk plaatsgevonden. Via het lezen van bronnen kun je toegang krijgen tot het
verleden.
Aan de andere kant heb je enkel de bronnen uit het verleden, maar kun je het
verleden niet écht zien. Je ziet enkel een opname van het verleden. Technisch gesproken
heb je dus geen toegang tot het verleden.
HC2A - Gerda Lerner
Gerda Lerner (1920-2013) is één van de belangrijkste historici van de 20e eeuw. Eén van
haar verdiensten is dat ze aandacht heeft gevraagd voor de rol van vrouwen in de
geschiedenis.
Drie argumenten in dit college:
1. De ontwikkeling van vrouwengeschiedenis als een nieuw onderzoeksveld resulteerde
in en was gebaseerd op de uitbreiding van de historische actoren die we bestuderen.
2. We kunnen Lerners werk niet scheiden van de persoon die zij was.
3. De manier waarop identiteit en geschiedwetenschap overlappen is niet te vermijden
en verrijkt zelfs onze kijk op het verleden.
Gerda Lerner was vluchteling, vrouw, Joods en communist. Hierdoor heeft ze discriminatoire
ervaringen gehad. Dit is relevant omdat het invloed heeft gehad op haar onderzoek. Ze is
gepromoveerd op de geschiedenis van zwarte vrouwen in de Verenigde Staten. Door
onderzoek te doen naar minderheidsgroepen probeerde ze die groepen een eigen
geschiedenis te geven. Ze geloofde dat mensen anders naar dat verleden bleven zoeken.
Groepen ontlenen hun identiteit aan hun verleden. Vrouwengeschiedenis laat zien
dat vrouwen een essentiële rol hadden gespeeld in de geschiedenis net zoals mannen en
dat gaf aanleiding om hun positie in de samenleving te verbeteren in de tweede helft van de
20e eeuw. Vrouwengeschiedenis liet ook zien dat bepaalde periodes in de geschiedenis
voor vrouwen zeer verschillend ervaren konden worden. Waar voor mannen de renaissance
en de reformatie positieve gevolgen kon hebben, konden die voor vrouwen juist negatieve
gevolgen hebben.
, Lerner realiseerde zich dat haar onderzoek een soort complementaire
geschiedschrijving was, dat ze de bijdrage van vrouwen aan de geschiedenis aantoonde.
Lerner vond dit niet genoeg. Als je namelijk enkel kijkt naar de bijdrage van geschiedenis,
accepteer je dat mannen nog steeds de geschiedenis bepalen. Lerner realiseerde zich dat
de geschiedenis van vrouwen niet altijd zichtbaar was, omdat de taken die zij vervulden
vaak op de achtergrond lagen. Om die vrouwen naar de voorgrond te halen, moest worden
gekeken naar mannen en hoe zij vrouwen onderdrukten. Gendergeschiedenis gaat vaak
over de verschillen tussen mannen en vrouwen en hoe die zich historisch hebben
ontwikkeld, bijvoorbeeld hoe ze hun betekenis hebben gekregen.
In het artikel van deze week schrijft Lerner over de verschillen tussen mannen en
vrouwen. Lerner is van mening dat biologische sekse een gegeven was, en dat gender
daaraan betekenis geeft. Lerner was een politiek geëngageerd historicus. Ze geloofde dat
de geschiedenis van een groep invloed heeft op de identiteit van die groep en daarmee op
wat zij geloven wat ze kunnen bereiken. Lerner’s geschiedenis is een vorm van
identiteitsgeschiedenis. Dat is niet negatief, want juist doordat historici zich affiliëren met
politiek ontstaan nieuwe velden in de geschiedenis. De historici die zich affiliëren met de
arbeidersbewegingen hebben bijvoorbeeld de sociale geschiedenis opgezet.
Hierdoor krijgt de geschiedenis nuance. Vóór Lerner dachten historici niet dat ze
‘mannengeschiedenis’ bedreven; ze bestudeerden de geschiedenis, maar het was
simpelweg vanzelfsprekend dat ze nagenoeg alleen maar mannen bestudeerden.
HC2A - Maza - History of whom?
Maza stelt in dit hoofdstuk de vraag over wie we nu eigenlijk de geschiedenis schrijven.
Daaruit komt de vraag voort wie de geschiedenis eigenlijk schrijft. Lang heeft de focus in de
geschiedenis gelegen op de belangrijke mannen, wat Maza verklaart door de
aantrekkelijkheid om historische biografieën te lezen. Deze belangrijke mannen hielden zich
voornamelijk bezig met politiek en oorlog voeren, en dus waren deze twee thema’s dominant
binnen de geschiedschrijving.
Grote mannen geschiedenis suggereert…
- Dat politieke geschiedenis de belangrijkste vorm van geschiedenis is, waar alles om
draait, en dus dat de staat en de regering de belangrijke domeinen van de
maatschappij zijn.
- Dat politieke leiders van belang zijn en dat zij het zijn die politieke verandering
vooruit stuwen.
- Dat personen belangrijker zijn dan de omstandigheden waarin zij opkomen.
- Dat politiek iets is dat beperkt is tot de publieke sfeer.
Maza laat in haar hoofdstuk zien dat door de nieuwe velden van sociale- en
gendergeschiedenis de hoeveelheid historische actoren enorm uitgebreid is. Nieuwe
groepen in de geschiedenis verschijnen vaak tegelijkertijd als historici die deze nieuwe
groepen bestuderen. De geschiedenis wordt dus vanuit een ander perspectief bedreven.
Deze nieuwe perspectieven voegen niet alleen nieuwe kennis toe, maar veranderen het
volledige historische plaatje.
Maza heeft het ook over ‘agency’. Ze heeft het over sociale historici die over minder
rationele of effectieve vormen van verzet van onderdrukte groepen schrijven. Door dit te
doen willen ze agency teruggeven aan deze groepen. Ze willen tonen dat deze onderdrukte
groepen alleen maar passief onderdrukt werden, maar dat zij ook actief waren. Ze pleegden
bijvoorbeeld verzet, ze konden wel degelijk hun eigen leven vorm geven. Op deze manier
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GH12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.